Armoede is geen noodlot, maar een kwestie van herverdeling, van machtsverhoudingen en dus ook van politiek. Ondanks het feit dat Cuba economisch geen sterk ontwikkeld land is zoals België en een heel zwakke positie inneemt in de wereldmarkt, kan het toch een behoorlijke levensstandaard aanbieden aan zijn bevolking. Kofi Anan stelde terecht dat ‘Cuba toont dat het zelfs voor een arm land niet nodig is om zijn bevolking bloot te stellen aan de ergste ontberingen’.
De doorsnee Cubaan heeft minder geld dan de gemiddelde Belg. Er zijn echter geen extreem armen zoals in andere zuiderse landen. Alle Cubanen kunnen betaalbaar wonen, beschikken over gratis gezondheidszorg, gratis onderwijs. Elk gezin beschikt over de noodzakelijke basisvoeding.
Mocht een Cubaan echter met zijn/haar inkomen proberen leven in bv. België, dan zou dat onmogelijk zijn. Hier zijn de basisnoden immers niet gratis of spotgoedkoop. België telt daarom ook 20% mensen onder de armoedegrens.