Cuba maakt op dit moment een uiterst moeilijke tijd door. Hoe slaagt dit eiland erin om ondanks alles stand te houden? Wat zijn de uitdagingen op het terrein en hoe worden ze aangepakt? We legden onze vragen voor aan Rogelio Polanco, hoofd van het Departement Ideologie van de Cubaanse Communistische Partij. Dit is het derde deel van het interview.
In het eerste twee delen van het interview hadden we het over het impact van de economische blokkade en de pandemie, de grote uitdagingen waar de revolutie voor staat en hoe jongeren daarop reageren. In dit deel gaan we dieper in op de sociale media.
Werkt u specifiek op sociale netwerken om jongeren te bereiken?
Dat staat nog in de kinderschoenen. We zitten midden in een leerproces rond de digitale publieke ruimte. Vergeet niet dat Cuba door de informatie- en communicatieblokkade heel laat toegang kreeg tot alle technologische ontwikkelingen. Dit heeft onze eigen capaciteit om inhoud te genereren en om dit communicatie-ecosysteem te begrijpen beperkt.
Internettoegang op mobiele telefoons en gsm’s startte minder dan vier jaar geleden. Vandaag hebben al meer dan 7 van de 11 miljoen Cubanen toegang tot het internet. Vanuit technologisch oogpunt is de toegang tot elke nieuwe technologie behoorlijk versneld. Tegelijkertijd groeit het besef dat het niet mogelijk is een dichotomie te handhaven tussen de fysieke ruimte en de digitale ruimte. Ook de leiding van de partij en de maatschappelijke organisaties beseffen dat.
Wij moeten de mensen doen inzien dat beide ruimtes vandaag een dialectische relatie hebben. Alles wat in de fysieke ruimte gebeurt moet een correlatie hebben in de digitale openbare ruimte. Anders sluiten we onszelf uit van een gebied dat essentieel is voor de ontwikkeling van de mens. Een groot deel van de ontwikkeling van de menselijke kennis, van de toegang tot informatie en van alle technologische processen vindt tegenwoordig plaats in de digitale sfeer. En dit zal nog toenemen.
Naarmate we erin slagen de digitale transformatie van de samenleving te versnellen, zullen we een efficiëntere economie, efficiëntere technologische processen en efficiëntere sociale processen krijgen. De pandemie dwong ons om op korte tijd over te stappen op virtuele onderwijs- en leeromgevingen. Dat is gelukt, ondanks de problemen met connectiviteit en de toegang tot technologie voor een groot deel van onze bevolking.
We blijven vooruitgang boeken bij de digitale transformatie van de samenleving. Maar ons tempo ligt nog steeds trager dan wat we nodig hebben. Vandaag zouden we op verschillende gebieden van de economie en de dienstverlening veel betere prestaties kunnen leveren als we sneller vooruitgang hadden kunnen boeken bij de ontwikkeling van digitale transformaties in het land.
Maar we gaan er elke dag op vooruit. De nieuwe generaties zijn, zoals we in de volksmond zeggen, met de digitale chip geboren. De zogenaamde digitale natives zullen het meer en meer in handen nemen, niet degenen onder ons die in een analoog tijdperk zijn geboren. De leiding van de revolutie stimuleert die overgang. Daarom ben ik ervan overtuigd dat we zeer binnenkort in staat zullen zijn om content te genereren en belangrijke veranderingen teweeg te brengen in de digitale sfeer.
Dit vereist echter technologische soevereiniteit, het ontwikkelen van onze eigen applicaties en onze eigen platforms. Het vereist ook dat we ons allemaal meer inspannen om deze transformatieprocessen sneller op gang te brengen, op politiek, economisch, sociaal en cultureel gebied. Dat is de reden waarom de regering informatisering en digitale transformatie als pijlers van het bestuur heeft voorop gesteld. De partij van haar kant heeft een groep opgericht voor haar eigen digitale transformatie.
Het kan niet dat we de digitale transformatie op alle gebieden van de samenleving bevorderen terwijl onze partij, erkend in de grondwet als leidende politieke kracht in de samenleving en de staat, achterop hinkt bij de digitale transformatie. We moeten dit realiseren en wel in een zo kort mogelijke tijd.
Onze politieke processen moeten ook de digitale transformatie omarmen als essentieel element om de efficiëntie van het politiek-ideologische werk te verhogen. Dat geldt ook voor onze jongerenorganisatie, die deze digitale codes snel horen over te nemen. We hebben al enkele interessante ervaringen met het gebruik van belangrijke toepassingen en digitale formats door onze jongeren. Doel is steeds meer Cubaanse applicaties ontwikkelen, voor instant messaging of audiovisueel gebruik op het web of het gebruik van hier geproduceerde videospelletjes. Met eigen formats, die onze esthetiek en waarden weerspiegelen.
De digitale wereld biedt ons ruime mogelijkheden voor een intensievere deelname om haar te benutten en te transformeren.
We moeten inhoud genereren op een creatieve manier. De consumptie van audiovisueel materiaal door de nieuwe generaties is exponentieel. Via dat materiaal komen waarden, essenties en identiteiten binnen. Dat gaat veel vlotter dan door het lezen van een boek. Natuurlijk blijven we lezen aanmoedigen. Maar de consumptie van al deze nieuwe formats in het digitale ecosysteem vormt vandaag een essentieel onderdeel van de opbouw van menselijke kennis en vorming van waarden. We moeten ons dit format eigen maken.
Op het partijcongres van vorig jaar werden de drie essentiële pijlers van het werk van de partij en de overheid vastgelegd: informatisering, communicatie en wetenschap en innovatie. Alle drie zijn ze met elkaar verbonden.
Wetsontwerp met inspraak van de bevolkingOok op vlak van de digitale communicatie moeten we een kwalitatieve sprong voorwaarts maken. We hebben net een wetsontwerp over sociale media gepubliceerd. Het wordt de eerste wet op de sociale media communicatie die het land ooit heeft gehad in zijn revolutionaire geschiedenis. (zie ook het artikel hierover)Dit wetsontwerp zal geamendeerd worden door specialisten in het thema, maar ook de bevolking zal haar inbreng kunnen doen. Nog dit jaar zal de wet voorliggen ter stemming in de Nationale Vergadering. Dat zal zorgen voor een wettelijk kader voor het digitaal communicatiebeleid van de overheid op institutioneel, media- en gemeenschapsgebied.
Maar daarnaast creëren we een Instituut voor Sociale Media Communicatie, dat wil zeggen een overheidsinstantie die de sociale communicatieprocessen in het land zal leiden. Op alle niveaus, in alle instellingen, moet het hoogste managementniveau verantwoordelijk zijn voor die communicatie, want ze is een strategisch managementmiddel.
We moeten de beperkte manier waarop we – inclusief de partij – communicatieprocessen binnen de organisaties ontwikkelen, overstijgen. Ook extern moet de communicatie beter. Dat wil zeggen, niet alleen naar de militanten, maar naar de hele bevolking toe. Dat is een opdracht voor alle instellingen en organen van de overheid, maar ook voor de massaorganisaties.
Communicatie wordt een essentieel instrument van het politieke werk. We moeten ons personeel op het gebied van communicatie beter voorbereiden. Wij ontwikkelen nu een ervaring voor de transformatie van het economische, redactionele en technologische beheermodel van onze media. Ze moeten beter in staat zijn om de realiteit van Cuba weer te geven. Ook economisch moeten ze sterker staan om de technologische uitdagingen van het nieuwe digitale ecosysteem aan te kunnen.
We versterken ook de opleiding van onze journalisten. We ontwikkelen een nieuwe ervaring door toekomstige studenten journalistiek een vooropleiding aan te bieden vanaf de tweede graad. Zodat zij beter voorbereid hun journalistieke loopbaan kunnen aanvatten, zowel vanuit professioneel oogpunt als op vlak van waarden.
Dit zijn verschillende stappen die wij momenteel nemen om digitale communicatie te stimuleren en te verbeteren, op vlak van informatisering, digitale transformatie, communicatie en wetenschap, innovatie en het zoeken naar meer deskundigen in verschillende disciplines om deel te nemen aan de besluitvorming van de regering en de partij. Dat zal zeer binnenkort resultaat opleveren, zodat onze organisaties beter kunnen optreden.
Verliefd blijvenKen je Vijay Prashad? Een van de stellingen die hij ontwikkelt is dat de ideeënstrijd niet volstaat. We moeten ook een strijd om de emoties hebben. Daar ben ik het helemaal mee eens. Inderdaad, we moeten naar de emoties. Om de mens te betoveren, verliefd te maken, te boeien komen we er niet met enkel de reflectie, het denken of het handelen in de theoretische sfeer. We moeten naar de menselijke subjectiviteit, naar de emoties.
Tegenwoordig heeft veel van het werk dat via sociale netwerken wordt gedaan een sterk element van emotionaliteit, soms negatieve emotionaliteit, omdat het haat en vijandigheid opwekt. We moeten naar de ziel gaan, naar het hart, naar de gevoelens, om menselijke mobilisatie en actieve deelname te bereiken.
Dit is wat je doet als je verliefd wordt: de gevoelens van de ander proberen op te wekken, verliefdheid opwekken bij de ander. Nou, dat moeten we in de politiek ook doen. Niet gemanipuleerd of gefabriceerd natuurlijk, het moet op een natuurlijke manier vloeien. Onze organisaties moeten ook deze sfeer versterken en de beste activisten, intellectuelen, schrijvers en regisseurs al hun professionaliteit en talent laten inzetten voor deze collectieve liefde.
We hebben recente ervaringen gehad met televisieseries die een deel van de bevolking, met name de jongeren, in de ban hielden. Of soms kunnen een lied, muziek, dans, toneelstuk, kunst en cultuur in haar artistieke expressie, die gevoelens opwekken.
We moeten niet vergeten dat politiek ook over emoties gaat. Het gaat erom de ander te boeien. Dat is essentieel. Dat uit de weg gaan zou een ontkenning zijn van alles wat het wezen van de mens uitmaakt. Dus we moeten ook verliefd worden en mekaar verliefd maken. Che zei altijd dat een revolutionair gemotiveerd wordt door grote gevoelens van liefde. Klopt dat niet? Het gaat om liefde in al haar uitingen. We blijven dus verliefd. Rogelio Polanco Fuentes (1966) leidt het ideologisch departement van de Communistische Partij van Cuba. Hij is lid van het Secretariaat van het Centraal Comité en parlementslid. Hij studeerde internationale politieke betrekkingen. Hij vertegenwoordigde Cuba in de Internationale Unie van Studenten en was hoofd van de afdeling Internationale Betrekkingen van de Unie van Jonge Communisten. Hij was directeur van de krant Juventud Rebelde en voormalig ambassadeur van Cuba in Venezuela. Van 2019 tot 2021 was hij rector van het Hoger Instituut voor Internationale Betrekkingen Raúl Roa García . Katrien Demuynck is Cuba-kenner en auteur