Zij die de Venezolanen oproepen om de dialoog te weigeren, om ‘burgerlijk ongehoorzaam’ te zijn omdat hun president ‘zijn taak verwaarloost’ en dat er nieuwe verkiezingen moeten komen, die onbeschaamd liegen, bereiden zich voor om het bloed van het volk te vergieten.
Kan je je een democratie voorstellen waar het parlement zich – sinds januari ‘16 al – in ‘totale rebellie’ verklaart, beslist om de democratisch verkozen president te negeren, en dat in een presidentieel systeem met een lange traditie? De meerderheid die sinds december 2015 (112 van de 167 zetels) in handen van rechts en extreem rechts is; incl. drie anti-chavisten die onwettelijk verkozen zijn doordat bewezen werd dat ze stemmen kochten; die meerderheid heeft besloten zich buiten de wet te stellen sinds januari 2016.
Ze spelen een politiek van armworstelen op leven en dood met de president en weigeren partiele verkiezingen om de drie – manifest illegaal bezette – zetels van Amazonas te vernieuwen. Het parlement blokkeren als één van de vijf zuilen van de democratie (naast de uitvoerende, wetgevende, burgerlijke, gerechtelijke en electorale machten) en zo uiteindelijk ook de economie van het hele land, toont hun algehele onverantwoordelijkheid aan.
Zo eist de Venezolaanse wet op de fossiele brandstoffen dat de internationale akkoorden over petroleum bekrachtigd worden door het parlement. De blokkade van dat parlement verzwaart dus onmiddellijk de ernstige economische crisis waarin het land zich bevindt t.g.v. de onverbiddelijke economische oorlog die de dominante economische klasse voert.
Op 30 maart besloot het Opperste Gerechtshof daarom – en dat is haar recht bij een institutioneel conflict- om tijdelijk de bevoegdheden van het parlement over te nemen gezien het vacuüm bij de wetgevende macht, zolang het parlement zichzelf buiten de wet blijft stellen. Het parlement is niet ontbonden maar geschorst. Er werd geen enkele basisvrijheid opgeheven, het politiek pluralisme blijft van kracht. Toch kan die situatie uiteraard niemand tevreden stellen. Waar ligt de fout?
President Maduro is geen nar die je straffeloos kan blijven vernederen, maar ook niet de dictator die de media er van maken. De president verdedigt zich met de middelen die hij heeft, in naam van de miljoenen ‘onzichtbaren’ die door de revolutie een gezicht kregen. Hij heeft het mandaat van het volk: het verdedigen van de Bolivariaanse Revolutie, in de problemen weliswaar, maar met nog steeds veel reële verwezenlijkingen. De oppositie mag dan wel een soort feitelijke institutionele staatsgreep plegen, maar moet daar ook de consequenties van dragen. Ze kan moeilijk verwachten dat de Chavisten lijdzaam gaan wachten op de genadeslag. Ze kan moeilijk tegelijk voortdurend over de rode lijn van de grondwet gaan en dan cynisch ‘dictatuur’ schreeuwen. Dit in meerderheid agressieve, revanchistische en haatdragende rechts wordt daarin gesteund door de secretaris generaal van de OAS (Organisatie voor Amerikaanse Staten) dat al lang ‘VS-ministerie voor kolonies’ genoemd wordt.
Het heerschap Luis Almagro probeert terug aan te sluiten bij de goeie ouwe tijd waarin de VS de regeringen van Latijns-Amerika aanstelden en ontsloegen. Hij probeert Caracas te isoleren in het continent. Zij die nu huilen over een staatsgreep en de dictatuur, zijn dezelfde wolven die elkaar op de schouder klopten tijdens de echte staatsgreep tegen Chavez in 2002: alle welvarende conservatieve lakeien van Washington, de salonsocialisten, El País, Aznar, Bush, Felipe Gonzalez, Libé, Le Monde, de corrupte elites, … Anderen zwijgen.
Zij die de Venezolanen oproepen om de dialoog te weigeren, om ‘burgerlijk ongehoorzaam’ te zijn omdat hun president ‘zijn taak verwaarloost’ en dat er nieuwe verkiezingen moeten komen, die onbeschaamd liegen, bereiden zich voor om het bloed van het volk te vergieten.l’Humanité