Van 16 tot 19 april 2016 zal de Communistische Partij van Cuba (PCC) haar zevende congres houden. Het vindt plaats vijfenvijftig jaar nadat het socialistische karakter van de Cubaanse Revolutie werd afgekondigd en de door de VS georganiseerde inval in de Varkensbaai (Playa Girón) op een paar dagen tijd werd afgeslagen.
Het wordt een bijzonder congres dat de definitieve generatiewissel moet in gang zetten en tegelijk de theoretische grondslagen van het Cubaanse economische model wil vastleggen.
De PCC hield in 2011 haar zesde congres en een nationale conferentie waarop het economisch beleid van de komende jaren en de partijhernieuwing centraal stonden.
In Cuba verloopt het politieke bestuur via de verkozen nationale assemblee (parlement) en de hele structuur van de poder popular (volksmacht), een systeem van participatieve democratie waarbij het volk, en niet partijen, de macht uitoefent. Maar door zijn leidende rol in de Revolutie is de PCC – die meer dan 800.000 leden telt – ook vandaag de leidende morele maatschappelijke kracht om een duurzame en welvarende socialistische maatschappij op te bouwen.
Het congres zal 1000 verkozen afgevaardigden tellen. Zo zijn ook Fidel Castro en Raúl Castro als afgevaardigden verkozen. 43 % van de afgevaardigden zijn vrouwen, en hoewel het logisch is dat vooral oudere en ervaren partijleden zijn afgevaardigd (de gemiddelde leeftijd bedraagt 48 jaar) zal het congres ook 55 afgevaardigden tellen die nog geen 35 jaar oud zijn. 84 % van de afgevaardigden beschikt over een universitair diploma. Hoewel het congres de continuïteit van de verandering van het revolutionaire proces zal belichamen, zal het toch ook weer een bijzondere gebeurtenis zijn, die de bakens voor de komende vijftien jaar zal uitzetten.
Het congres zal zes documenten bespreken:een eerste over de economische ontwikkelingen in het vijfjarenplan 2011-2015,een tweede over de uitvoering van de Krachtlijnen voor het economisch en sociaal beleid van de partij en de Revolutie (1),een derde over de actualisering van die krachtlijnen voor de periode 2016-2021,een vierde over het concept van het Cubaanse economische en sociale model voor de socialistische ontwikkeling,een vijfde over het Programma voor de economische en sociale ontwikkeling tot 2030 en, tot slot,een zesde over het bereiken van de doelstellingen van de Eerste Nationale Partijconferentie (2).
Die conferentie had het over de noodzaak van de taakverdeling tussen overheid en partij, de positie van groepen die een maatschappelijke achterstand in te halen hebben op vlak van leidinggeven: vrouwen, gekleurde mensen en jongeren, de strijd tegen de corruptie en het verbeteren van de democratie binnen de partij.
Van september tot december 2015 vonden overal (interne) algemene partijvergaderingen plaats waarop men de balans opmaakte van het geleverde politieke werk en de leidinggevende partijorganen op alle niveaus via verkiezingen werden vernieuwd.
In december vorig jaar en januari dit jaar verzond de partijtop de ontwerpteksten naar de afdelingen in de provincies en de gemeenten. De teksten werden door een wetenschappelijke raad van tientallen deskundigen opgesteld. Ze werden vanaf eind februari besproken, niet alleen door partijleden, maar ook door de volksvertegenwoordigers en vertegenwoordigers van de vakbonden, de verschillende verenigingen die Cuba rijk is (vrouwen, studenten, …), het leger, religieuze organisaties, deskundigen, … Ook niet-partijleden werden uitgenodigd om hun mening te geven. In totaal zullen anderhalf miljoen mensen aan de debatten hebben deelgenomen!
Voor de buitenwereld blijft het echter wachten op de slotzittingen van het congres om de besluiten en oriëntaties van de PCC voor de komende jaren en de nieuwe generatie te kennen.
Cubanismo blijft het volgen en zal er op tijd en stond over publiceren.
Noten(1) Op 9 november 2010 publiceerde de PCC het ontwerp van haar Krachtlijnen voor het economisch en sociaal beleid van de partij en de Revolutie. Het ontwerp bevatte 291 voorstellen die op tienduizenden vergaderingen door bijna negen miljoen mensen (!) werden besproken en geamendeerd. Daaruit kwamen uiteindelijk 313 voorstellen voort, die door het parlement werden goedgekeurd. Daarvan is er al 21 % uitgevoerd, is 77 % nog in uitvoering en is nog 2 % (vijf voorstellen) wegens verschillende redenen nog niet aangevat. Een speciale parlementscommissie volgt de uitvoering nauwgezet en brengt daarvan om de zes maanden verslag uit.(2) Naast het zesde congres was er ook een conferentie over de partijwerking, bv. over het beperken van de mandaten, het onderscheid tussen partij en staat, enz. Meer info over die conferentie vind je hier