Een artikel van María Karla, Cubaanse studente journalistiek en gekaapt voor cubanismo.be, over de situatie van mensen met een handicap in Cuba.”
Sommigen hadden er geen vertrouwen in om mij voor een klas te zetten; ik geef al vijf jaar les en mijn grootste voldoening is de vooruitgang van de leerlingen te zien”, zegt Reinaldo Mendoza, persoon met een intellectuele handicap.
Mijn bezoek aan zijn werkplaats is voor hem een verrassing. Zijn hemd en handen vol verf verraden een spontane en onbevooroordeelde jongere. Hij heeft een intellectuele handicap, maar dat heeft hem niet verhinderd om zich van kleinsaf van zijn vriendjes te onderscheiden door zijn vermogen om snel te leren. Vandaag is Reinaldo Mendoza Jiménez 26 jaar. Hij leidt het atelier artisanaat van de Bijzonder School Sierra Maestra in de gemeente Plaza de la Revolución.
Hij heeft verschillende keren de twijfels van het schoolbestuur over zijn vermogen om als opvoeder op te treden weggenomen door zijn kennis en verlangen te tonen om de kleintjes te helpen die nu in de schoolbanken zitten waar hij vroeger zat. “
Sommigen hadden er geen vertrouwen in om mij voor een klas te zetten. Ik geef al vijf jaar les en mijn grootste voldoening is de vooruitgang en de motivatie van de leerlingen te zien, en de vreugde van de ouders”, zegt hij.
Net als Reinaldo zijn er in de afgelopen vijf jaar in het hele land 6.321 jongeren met bijzondere onderwijsbehoeften afgestudeerd. Volgens gegevens van het ministerie van Onderwijs (Mined) zijn 95% van hen aan het werk, 537 in de privésector en 1.480 worden wegens hun complexe ontwikkeling door hun familie opgevangen.
Integratiegericht onderwijsIn de opvatting van doctor in de wetenschappen en pedagoog Ramón López Machín (Opvoeding van leerlingen met bijzondere onderwijsbehoeften: Grondslagen en actualiteit) gaat het om kinderen die wegens heel verschillende oorzaken moeilijkheden hebben: hun studie vlot niet en voor hun algemene ontwikkeling hebben ze ondersteuning nodig om de negen schoolgraden te doorlopen of de uitgestipelde onderwijsdoelen te halen. Hun beperkingen kunnen biologisch (lichamelijk, motorisch, intellectueel, neuromusculair), sociaal (opvoedkundige invloeden) en een combinatie van dat alles zijn.
In 1959 kregen amper 134 kinderen een speciale zorg, zei Marlén Triana, nationale directrice van het Bijzonder Onderwijs, aan het weekblad Trabajadores. Vandaag telt Cuba 356 instellingen die 37.025 scholieren opvangen in centra over het hele land en is het voor vele landen een referentie geworden.”
De scholen hebben de belangrijke rol om hen te vormen en hun potentieel te ontwikkelen, want zelfs al hebben ze werkzekerheid, toch moeten ze meekunnen”, zegt Olga Miyares Horta, een deskundige van het departement Overheidstewerkstelling van het ministerie van Arbeid en Sociale Zekerheid (MTSS).
Door het werk van dat departement en dat van Onderwijs op elkaar af te stemmen wordt een beleid ontwikkeld om die doelstellingen te halen. Daarvoor bestaat de opleiding van de leerlingen vanaf jonge leeftijd in de onderwijscentra uit drie fundamentele fases.
Osmel Garrido Valiente, methodoloog van de Werkvoorbereiding van het Bijzonder Onderwijs van het Mined legt uit: “
In de fases van de voorbereiding en voorafgaand aan de tewerkstelling leren ze een reeks morele waarden en ontdekken ze hun potentieel, en tijdens de vakopleiding leren ze een of meer beroepen die ze nodig hebben om op een of andere manier aan de slag te kunnen gaan. Zij die geen vooruitgang maken worden opgevoed om bij de familie terecht te kunnen.”
De twintigjarige Maikel Noda Sollet uit Marianao heeft zo’n voorbereiding genoten. Hij is bibliothecaris van de Bijzonder School Abel Santamaría, in Ciudad Escolar Libertad, en hoewel hij zeer slechtziend is, is zijn liefde voor boeken sterker.”
Ik had het erg moeilijk toen ik begon te studeren aan de polytechnische school Mártires de Girón in de gemeente Playa. Mijn kameraden verstopten mijn bladen en mijn luidruchtige braillemachine. Mettertijd integreerde ik mij en liepen de zaken anders. Vele mensen twijfelen aan mijn capaciteiten en ze vragen me zelfs hoe ik mijn werk eigenlijk kan doen, aangezien er niet veel braillebibliotheken bestaan, maar ik vertel hen dat ik het geluk heb in een van de weinige te werken en in een team zit dat mij veel helpt”.
Net als Maikel kreeg Luisa Rodríguez Rodríguez, een meisje met een intellectuele beperking, de hulp van Norma Fonseca Guerra, die haar twee jaar geleden de kans gaf om in haar kapsalon Facelook, in Miramar, aan de slag te gaan. Norma geeft toe dat ze Luisa in het begin wegens haar handicap niet wou aan het werk zetten, maar dat ze na de proefperiode verrast was door de verantwoordelijkheidszin en werklust van de studente.
Helaas zijn niet alle ervaringen zo positief. Dat was het geval van Ricardo Barrios García, afgestudeerd aan de Bijzonder School Adelaida Piñera, Centro Habana. Tijdens zijn werkvoorbereidingsfase werkte hij drie jaar in de optiekzaak El Modelo, in de Neptunostraat. “
Hij reinigde de glazen, noteerde de metingen en trad op als secretaris van de chef van de brigade; hij maakte kans op een arbeidsovereenkomst, maar toen er een nieuwe directie kwam werd hij niet aanvaard, en om hem eruit te gooien gebruikten ze het gevaar van de instrumenten als voorwendsel”, vertelt zijn moeder Mayra García Ruiz.
Tijdens het onderzoek voor dit werk kon worden vastgesteld dat mensen met een handicap op socio-professioneel vlak over het algemeen niet worden uitgesloten, maar het komt wel voor. De ambtenaren van de verschillende onderwijscentra en directies van de ministeries van Onderwijs en van Arbeid en Sociale Zaken neigen alleen de mooie kant van de medaille te tonen en de problematiek onzichtbaar te maken omdat ze bang zijn dat ze de ontegensprekelijke verworvenheden van het land op dat gebied zou kunnen besmeuren.
Voor een bredere integratieRebeca Ronda Sarmiento, een methodologe van de Professionele voorbereiding van de provinciale directie van Onderwijs van Havana, is een van de mensen die van mening is dat de afgestudeerden in vele gevallen kunnen worden tewerkgesteld, telkens wanneer ze over de capaciteiten beschikken. “
Wij pleiten voor een bredere en bewuste integratie om elke vorm van discriminatie of verborgen uitsluiting te vermijden”, zegt ze.”
De vooroordelen die hen als onnuttig doen beschouwen, het gebrek aan gevoeligheid door mensen die “geen problemen willen wanneer hen iets overkomt”, de lage tolerantie en de onwetendheid over hun ziektebeeld en de invloed daarvan op hun karakter zijn de belangrijkste oorzaken waarom sommigen hen uitsluiten”, zegt Vivian Reigosa Crespo, doctor in de pyschologie van het Centrum voor Neurowetenschappen.
Om die mensen te behandelen moet je tactisch en fijnzinnig tewerk gaan, en daarom hecht de gepensioneerde psychotherapeute Ana Michelena Morales van de Bijzondere School Trastorno de la Conducta, in Regla, veel belang aan het bewustmakingsproces dat die scholen realiseren. “
Het gaat erom het personeel dat de studenten in de werkplaatsen onthaalt en ook de families voor te bereiden, want het zijn bekwame mensen en we moeten hen de kans geven dat te tonen”.”
Bovendien”, zegt ze, “kunnen ze wanneer ze zich uitgesloten voelen zich uiten door niet meer op het werk te verschijnen, hoofdpijn te hebben of over te geven, en daarom is de voorbereiding zo belangrijk”.”
Het paternalisme van de familie, haar onbetrokkenheid, haar gebrek aan communicatie met het onderwijscentrum en het werk, en een ongeschikte opleiding van de begeleiders in de eenheden zorgen ervoor dat de integratie te wensen overlaat”, zegt Nereyda Pérez Duani, vicedirectrice van de Professionele voorbereiding van de school Adelaida Piñera.”
Om dat te voorkomen begeleiden wij, samen met het MTSS op gemeentelijk vlak, de afgestudeerden gedurende twee jaar. De begeleiders geven informatie over hun tewerkstelling in de instellingen en als er een probleem is wordt er overleg gepleegd met de directie, de familie en de ministeries en worden er maatregelen getroffen overeenkomstig de wetten die het werk van die mensen beschermen”.
Maar, zelfs wanneer al die procedures worden gevolgd en de wetgeving wordt toegepast zijn er gevallen als dat van Yeinier Rubio Rodríguez. Drie jaar geleden studeerde hij af in de rechten, maar hij vond nergens werk omdat er in zijn gemeente, Santa Cruz del Norte, in Mayabeque, het MTSS zei dat er voor hem geen werk was.”
Toen er een vacante betrekking was in het gemeentebestuur en in de Juridische Raadpleging zeiden ze dat die al was ingevuld. Maar via via weet ik dat dit niet zeker is. Ze geven mij de kans niet om te tonen wat ik kan vanuit mijn rolstoel.”
Het MTSS bood hem zelfs aan om voor de medische expertisecommissie te verschijnen om hem een chequeboekje voor zijn beperking te geven, wat hij weigerde.
Cuba beschikt sinds 1995 over een Nationaal actieplan voor de Bijstand aan Personen met een Handicap, naast de wetgeving zoals het Burgerlijk Wetboek, de arbeidswetgeving en de socialezekerheidswet die hen beschermt. Wanneer hun rechten worden geschonden kunnen mensen met een handicap een beroep doen op het basisorgaan voor arbeidsjustitie, hun vakbond of op de procureur-generaal.
Deze en andere uit het leven gegrepen gevallen tonen aan dat het nog aan inlevingsvermogen ontbreekt. De uitsluiting komt voort uit onze angst voor wat anders is, en zij zijn dat in zekere zin ook wel. Nu moeten we aanvaarden dat we allemaal anders zijn. In een land dat zich opbouwt op de puinhoop van de uitsluting en segregatie van voor de revolutie wordt de integratie van die mensen een maatschappelijke verantwoordelijkheid.
Granma, 5 juli 2017Vertaling: E. Carpentier