In de Europese media is het nog niet doorgedrongen, maar in de Amerikaanse pers begint men openlijk te twijfelen aan de capaciteiten van zelfverklaard president van Venezuela Juan Guaidó, om zijn verwachte regime change te bewerkstelligen. Zijn afgang zegt echter meer over de huidige ploeg rond president Trump dan over Guaidó zelf.
Van nergens en totaal onbekend naar internationale speler met allure, het overkwam Guaidó in amper enkele dagen tijd (zie Onbekende Venezolaan wordt interim-president: Juan Guaidó?). De nieuwe Venezolaanse Obama was zowaar geboren. Zo vertelden tenminste de Venezolaanse en de VS-media in januari, nu vier maanden geleden. Op de Spaanse pers na verlieten de Europese media zich volledig op de Amerikaanse versie van wat zich in de Venezolaanse hoofdstad Caracas afspeelde.
De vergelijking met andere staatsgrepen gaat zeker op: van Iran in 1953, waar de template werd ontworpen voor tientallen andere, over Guatemala in 1958, Indonesië in 1965, Brazilië in 1967, over Chili in 1973, tot Honduras in 2009, het scenario was altijd hetzelfde. Saboteren van de economie, verspreiding van geruchten in de bevriende – of ‘onderdanige’, het onderscheid is niet altijd duidelijk – media, bondgenoten ondersteunen in het leger, stoken van sociale en/of etnische onrust, verdachtmaking van leidende figuren. Het zat allemaal in het draaiboek voor Venezuela 2019. Toch wil het dit keer maar niet lukken, tenminste tot nu.
Voor die mislukking zijn meerdere verklaringen te vinden. De voornaamste is uiteraard dat de VS niet meer zo oppermachtig is. Ten gronde doet president Trump niets anders dan zijn voorgangers, Obama, W. Bush, Clinton, Bush senior en Ronald Reagan voor hem. Ook hij zet de middelen in die hij ter beschikking heeft om andere landen aan de eigen invloedssfeer te onderwerpen.
Waar zit hem dan het verschil?
Voorgangers van Trump in het Witte Huis begrepen wat hun adviseurs hen zeiden. Die baseerden hun advies bovendien meestal op de rapporten van hun veiligheids- en inlichtingendiensten. Dat liep soms wel eens mis, zoals met de CIA-briefing voor president Carter op 15 januari 1979. De CIA legde hem uit dat de sjah van Iran de volksopstand tegen zijn regime volledig onder controle had. De volgende dag vluchtte de sjah zijn land uit.
Het verschil – en tegelijk ook het grote risico en onvoorspelbaarheid – is dat deze president zich heeft omringd met geradicaliseerde fanatici als vice-president Mike Pence en nationaal veiligheidsadviseur John Bolton. Onder president W. Bush ging dat ook al in die richting. Zijn adviseurs negeerden compleet de rapporten van hun diensten die stelden dat er in Irak al jaren geen massavernietigingswapens meer waren. Samen met Brits eerste minister Tony Blair besliste de president toen om toch ten oorlog te trekken tegen Irak. Blair en W. Bush negeerden bovendien het advies van hun diensten dat een invasie van Irak tot een grote toename van terroristische aanvallen in het westen zou leiden.
De setting is nu gelijkaardig: de adviseurs van Trump gaan volledig af op wat ze willen bereiken, niet op wat ze kunnen bereiken. Het scenario voor de staatsgreep in Venezuela lag volledig klaar. Hun kandidaat om ‘de democratie te herstellen’ stond klaar. Zijn eedaflegging zou een snelle ineenstorting van het regime in Caracas veroorzaken. Het leger en het volk zou zich in de uren of hoogstens dagen na zijn eedaflegging als interim-president achter hem scharen. Er bleek niets van te kloppen.
Guaidó is niet alleen verantwoordelijk voor deze afgangHet zou te eenvoudig zijn om de schuld voor deze mislukking enkel en alleen bij Guaidó te leggen. Vanaf de eerste dag werd op basis van verkeerde inschattingen gewerkt. Er kwam geen volksopstand en het leger staat nog steeds achter president Maduro. Guaidó draagt echter zijn deel van de verantwoordelijkheid. Hij is het type Latijns-Amerikaanse politicus die perfect weet wat hij tegen een Amerikaanse politicus moet zeggen. Geloofden ze hem echt toen hij hen zei dat hij ‘dé volledige oppositie’ vertegenwoordigde? Het valt moeilijk te zeggen, maar de Amerikaanse regering handelde in ieder geval alsof ze dat geloofde. Guaidó weigerde daarna op advies van zijn Amerikaanse sponsors elk aanbod tot bemiddeling van Mexico, Uruguay, het Vaticaan, de EU en Rusland. Dat hij Rusland zou weigeren was vanuit zijn politieke visie nog te verklaren, maar de EU, het Vaticaan en Mexico?
Na de zonder meer gênante vertoning van 30 april begonnen in Washington de eerste alarmsignalen af te gaan. Er waren nochtans al eerdere incidenten waaruit men kon afleiden dat Guaidó niet was wie hij pretendeerde te zijn. Toen de beweerde USAID-hulpkonvooien de grens probeerden over te steken vanuit Colombia was hij bijvoorbeeld compleet afwezig (zie Beste VRT, ‘nooit eerder getoonde beelden’ Venezuela van 11 maart zijn al bekend sinds 24 februari). Zijn medestanders wisten geen enkele aanhang voor hem te vinden buiten de betere wijken van Caracas en andere steden.
Integendeel, veel kiezers die de voorbije jaren afgehaakt hebben uit teleurstelling over Maduro keren nu terug, in geen geval omdat Maduro het ineens veel beter zou doen, maar omdat ze in geen geval een terugkeer willen naar het regime van voor 1999. Om maar één treffend voorbeeld te noemen, Guaidó heeft Ricardo Hausmann als economisch adviseur aangesteld. Deze man was een van de architecten van het rampzalige neoliberale beleid van de voorgangers van Hugo Chávez. De protesten tegen dat beleid werden onderdrukt met de gruwelijke slachting van de Caracazo in 1989 (zie 30 jaar later werpen de 3.000 doden van de Caracazo hun schaduw op Venezuela). Guaidó mag dan zelf een jonge politicus zijn, hij staat volledig model voor dit Venezuela van de jaren 1980 en 1990. Het VS-scenario voor regime change is volledig op die tijdsgeest geënt.
Guaidó mag (moet?) dan toch onderhandelenGuaidó’s oproep na de mislukte ‘transitie’ op 30 april aan zijn ‘ambassadeur’ in Washington om met het opperbevel van de Amerikaanse troepen in Latijns-Amerika Southcom overleg te plegen viel niet meer in goede aarde. Washington besliste dat niet toe te laten. In de Amerikaanse pers, die vanaf dag één zowat honderd procent pro-regime-change is, begint men het falen van hun ‘golden boy’ te bemerken. Guaidó heeft nu wel ingestemd met onderhandelingen die in de Noorse hoofdstad Oslo zullen doorgaan. Of daar inderdaad een oplossing uit de crisis zal volgen valt nog af te wachten.
Tijdens de eerste persconferentie na zijn ‘eedaflegging’ klaagde Guaidó de repressie van de vrije meningsuiting in zijn land aan. Het werd live uitgezonden op 17 Venezolaanse tv- en radiozenders. Er klopt iets niet aan zijn bewering… (twitter)Afgaande op vorige ervaringen mag daarover getwijfeld worden. Bij de presidentsverkiezingen van 2014 won Maduro zeer nipt van Henrique Capriles. Volgens alle waarnemers ter plaatse, waaronder voormalig VS-president Jimmy Carter, waren die verkiezingen fair, eerlijk en transparant verlopen. Toch beslisten de oppositie en de VS het resultaat niet te erkennen. President Obama begon zijn eerste sancties in te voeren.
De oppositie eiste nieuwe verkiezingen. Onderhandelingen mislukten meermaals, maar uiteindelijke slaagde voormalig Spaans eerste minister José Zapatero er in de partijen samen te brengen in de Dominicaanse Republiek. In januari 2018 werd een akkoord bereikt waarbij vervroegde presidentiële verkiezingen werden afgesproken voor april 2018. Na vier jaar op die eis gestaan te hebben weigerde de oppositie echter om het akkoord uit te voeren, omdat ze de datum die ze zelf hadden afgesproken ‘te vroeg’ vonden. Maduro stemde vervolgens in met verkiezingen een maand later in mei. Dat akkoord werd door de oppositie echter afgeblazen één dag voor de ondertekening. Een woedende Zapatero noemde dat op een persconferentie ‘verraad’ van de oppositie. De rechtse oppositie weigerde vervolgens een gemeenschappelijke kandidaat aan te duiden. Een rechtse dissident nam het toch tegen hem op en verloor (zie Waarom de verkiezingen in Venezuela echt onaanvaardbaar zijn).
Zal de oppositie nu wel een akkoord bereiken én effectief uitvoeren? Zonder de minste twijfel zal een eventuele mislukking volledig in de schoenen van de huidige regering worden geschoven. Leiden deze onderhandelingen tot een uitweg uit de crisis, dan is dat uiteraard te danken aan de druk die de VS op het ‘regime’ heeft gezet. Mislukken ze, dan is het bewijs geleverd dat dit regime moet worden omvergeworpen. Voorlopig is er enkel sprake van onderhandelingen via tussenpersonen in Oslo, géén rechtstreekse gesprekken.
Ondertussen is het zelf voor de fanatieke haviken in Washington duidelijk geworden dat Venezuela niet zomaar terug in hun mand zal vallen. Trumps speciaal gezant voor Venezuela Elliot Abrams heeft recent op een lezing verklaard dat de PSUV, de partij van Maduro, een deel moet zijn van een onderhandelde oplossing, een belangrijke wijziging in zijn discours. Het zou dus kunnen dat Trump en Bolton hun plannen voor Venezuela (voorlopig) opbergen en zich op Iran gaan concentreren – hoewel, ook dat lijkt niet bepaald volgens het scenario te verlopen.
Bron: De Wereld Morgen