Na de dood van Chávez in 2013 werd Maduro verkozen tot president van Venezuela. Vanaf dat moment heeft de VS resoluut aangestuurd op een regimewissel. De strategie om dat te bekomen doorliep verschillende etappes. We zijn ondertussen beland aan de laatste etappe waarin de kans op een militair ingrijpen van de VS heel groot is.
Economische drukIn eerste instantie trok Washington de kaart van de economische oorlogsvoering. In 2015 kondigde Obama economische sancties af. In augustus 2017 verscherpte Trump die aanzienlijk met de bedoeling het land financieel droog te leggen en de olieproductie en -uitvoer te verhinderen. Voor een land dat bijzonder afhankelijk is van olie-export, o.a. naar de VS, kwamen de sancties keihard aan. Tot augustus 2017 hield de olieproductie in Venezuela nog gelijke tred met die van Colombia, maar na het verscherpen van die sancties kelderde de productie helemaal.
Een hoge ambtenaar van Buitenlandse Zaken van de VS verwoordt het zo: “De financiële sancties die we hebben opgelegd aan de Venezolaanse regering hebben haar gedwongen om in gebreke te blijven in de terugbetaling van zowel de buitenlandse overheidsschuld als de schuld van haar oliemaatschappij PDVSA. En vanwege de slechte keuzes van het Maduro-regime zien we een totale economische ineenstorting. Dus ons beleid werkt, onze strategie werkt en we zullen die blijven toepassen op de Venezolanen.”Weinig landen in de wereld, met uitzondering van Cuba, hebben in vredestijd zo’n ‘economische belegering’ gekend als die waaronder de Venezolanen vandaag leven. Alfred De Zayas, voormalig VN-rapporteur voor Venezuela bestempelt de economische sancties onomwonden als een misdaad tegen de mensheid. “Ik denk dat wanneer de omvang van het leed dat sancties veroorzaken zoals dat in Irak het geval was of zoals nu in Venezuela duidelijk wordt, ik kan zeggen dat de sancties tegen Venezuela een misdaad zijn tegen de mensheid, die aanhangig kan gemaakt worden bij het Internationaal Strafhof als een schending van artikel 7 van het Statuut van Rome.”Mislukte kleurenrevolutieMaar economische sancties op zich volstonden blijkbaar niet, de regering Maduro bleef overeind. Begin dit jaar schakelde de regering Trump dan maar een versnelling hoger en probeerde ze een ‘kleurenrevolutie’ op touw te zetten.
Het scenario bestond erin om de tweede ambtstermijn van Maduro te dwarsbomen door iemand anders te erkennen als legitieme president. De keuze viel op de vrijwel onbekende, maar jonge en mediagenieke parlementsvoorzitter Juan Guiadó. Enkele dagen nadat Maduro op 10 januari werd ingezworen kondigde Trump aan dat hij overwoog om Guaidó te erkennen als president. Gesterkt door die rugdekking trok de oppositie diezelfde dag de straat op met als doel president Maduro te verdrijven en een voorlopige regering te vormen. Aan militairen werd opgeroepen om over te lopen. Maar het leger bleef pal achter de verkozen president staan.
Het Witte Huis voerde de druk verder op. In een videoboodschap op 22 januari spoorde vice-president Pence de Venezolanen aan om massaal de straat op te gaan om president Maduro af te zetten. Guiadó riep zich ‘s anderendaags uit tot interim-president van Venezuela. De bedoeling was dat de hele wereld of toch een groot deel ervan de interim-president zou erkennen. Dat gebeurde ook prompt door o.a. de VS, Brazilië, Colombia, Canada en later ook door heel wat Europese landen.
Toch was dit diplomatiek offensief geen onverdeeld succes. Nog geen derde van alle landen heeft zijn steun uitgesproken voor Guiadó en de VN blijft Maduro steunen. Zelfs in de door de VS gecontroleerde Organisatie voor Amerikaanse Staten staat een meerderheid van de landen achter Maduro.
De grote druk vanuit de straat, waar de VS zo sterk op gehoopt had, blijft ook uit. Van massale en langdurige volksoproer zoals in 2013 en 2017 is voorlopig geen sprake. De regering Maduro behoudt de steun van belangrijke delen van de bevolking en weet haar aanhang nog steeds massaal te mobiliseren.
De militaire kaartAls economische, politieke of diplomatieke middelen niet werken, dan blijft uiteindelijk alleen nog de militaire optie over. Oorlog is enkel de voortzetting van de politiek met andere middelen, wist Clausewitz al. In het verleden heeft Trump een buitenlandse militaire interventie in Venezuela niet uitgesloten. Heel recent heeft hij dat nog eens herhaald tijdens een oorlogszuchtige toespraak in Miami.
Om de publieke opinie mee te hebben steken grootmachten militaire interventies steevast in een humanitair kleedje. Dat is nu niet anders. De strategie van het Witte huis bestaat in het zenden van hulpkonvooien met medicijnen en voedsel vanuit Colombia, Brazilië, Curaçao en Aruba. Maar, omdat er zogenaamd in Venezuela ‘veel anarchie heerst’ zullen die konvooien bewapend worden. Het Witte Huis weet heel goed dat het Venezolaans leger zo’n konvooien, al of niet bewapend, nooit zal tolereren op het grondgebied. Het mikt er dan op dat die konvooien tot schermutselingen zullen leiden die escaleren en die uiteindelijk een militaire interventie zullen legitimeren. Het Rode Kruis heeft in elk geval al laten weten niet te willen meewerken met deze ‘hulpoperaties’.
Het Pentagon heeft ondertussen alles in gereedheid gebracht voor zo’n militaire tussenkomst. John Bolton, Nationaal Veiligheidsadviseur van Trump, heeft laten verstaan dat er 5.000 militairen naar Colombia gestuurd worden. Noch President Duque van Colombia noch Admiraal Faller van het Amerikaanse Southern Command (SOUTHCOM) hebben dat bericht tegengesproken. Begin februari zijn Speciale Eenheden overgevlogen naar militaire basissen in Puerto Rico en Dominicaanse Republiek. In diezelfde periode bracht Admiraal Faller een bezoek aan Brazilië en Curaçao. Voor de kusten van Florida zijn een nucleair vliegdekschip en zes andere oorlogsschepen gestationeerd. Binnen de week kunnen de VS duizenden mariniers, straaljagers en tanks inzetten in Venezuela.
In die militaire opbouw krijgt Washington steun van London. Het Verenigd Koninkrijk houdt op dit moment militaire oefeningen voor de kust van Venezuela, met hetzelfde bataljon dat in 2003 de landing in Irak leidde.
Of het Witte Huis effectief aanstuurt op een militaire confrontatie zullen de komende dagen en weken duidelijk maken. Ondertussen blijven heel wat landen, instellingen en personaliteiten, met voorop Mexico en Uruguay, alle mogelijke inspanningen doen om via dialoog en bemiddeling tot een vreedzame oplossing te komen. Maar als Trump zijn oorlogsplannen doorzet dan dreigen we terecht te komen in het rampzalig scenario van Syrië.