Afgelopen maandag kwamen in de Venezolaanse hoofdstad Caracas vertegenwoordigers van meer dan 60 landen en talrijke sociale bewegingen bijeen om de tiende verjaardag van het overlijden van wijlen president Hugo Chávez (5 maart 2013) te herdenken. De bijeenkomst vond plaats in de Montañakazerne, waar Chávez begraven ligt. Chávez is dood, maar hij leeft verder in de harten van de volkeren, zo klonk het.
De huidige Venezolaanse president Nicolás Maduro verwelkomde een Cubaanse delegatie met Raúl Castro, vergezeld van o.a. premier Manuel Marrero Cruz en vicepremier Bruno Rodriguez Parrilla, president Luis Arce (Bolivia), Daniel Ortega (Nicaragua) en de expresidenten Rafael Correa (Ecuador), Evo Morales (Bolivia) en Manuel Zeleya (Honduras), en de premiers Roosevelt Skerrit (Dominicaanse republiek) en Ralph Gonsalves (Saint Vincent en de Grenadines). Evo Morales zei dat de beste hulde aan Chávez eruit bestaat “revolutionair te zijn, en revolutionair zijn betekent anti-imperialist zijn en de strijd van de volkeren niet verraden”.
De Argentijnse intellectueel Atilio Borón sprak namens het Netwerk van intellectuelen en kunstenaars ter verdediging van de mensheid: “Het leven van Chávez belichaamt de emancipatie van ons Amerika. Zijn rebellie heeft ons aangestoken, en met hem zullen we blijven ijveren voor anti-imperialisme en socialisme”.
Een paar dagen eerder gaf het Cubaanse culturele centrum Casa de las Americas een verklaring uit:“(…) in 1999 kwam Hugo Chávez aan de macht. Zijn eedaflegging als president van Venezuela, op de ‘stervende grondwet’ van de Vierde Republiek, bleek een uitdaging voor het neoliberale enthousiasme en luidde de grote linkse golf van het eerste decennium van de 21e eeuw in. Chávez leidde die als meest radicale variant. Zijn onstuimige opkomst maakte de door Neruda bezongen voorspelling over Bolívar waar: “
Ik ontwaak elke honderd jaar als het volk wakker wordt”.
Als erfgenaam van de meest legitieme revolutionaire traditie bevorderde Chávez diepgaande transformaties in zijn land. Hij veroverde de ziel van miljoenen mensen en speelde een beslissende rol bij de oprichting van regionale integratieruimten en -mechanismen zoals de Gemeenschap van Latijns-Amerikaanse en Caribische Staten (CELAC), de Bolivariaanse Alliantie voor de Volkeren van Ons Amerika (ALBA) en de Unie van Zuid-Amerikaanse Naties (UNASUR). Hij was ook essentieel voor een doorslaggevend signaal van onafhankelijkheid zoals de afwijzing van de FTAA op de top van Mar del Plata, waar hij de presidenten bijeenbracht die het perverse plan van de regering van George Bush lieten ontsporen. Zijn houding bracht hem ertoe de meest ongebreidelde rechtse aanvallen te weerstaan, ook een staatsgreep waarbij het volk zelf hem terugbracht.
Net als Fidel was Chávez een authentiek leider. De nauwe band tussen hen ging veel verder dan politieke affiniteit. Hij won het respect en de genegenheid van de massa’s door zijn vermogen om de behoeften en verlangens van de meerderheid te interpreteren. Met zijn onstuimige en meeslepende redenaarskunst was hij in staat de woorden van de grote helden te vermengen met de volkscultuur. Hij kon spelend overgaan van een historische zin naar een volkslied, en gebruikte zonder aarzeling de volkslegendes. (…)Tien jaar na zijn fysiek afscheid en aan de vooravond van de tweehonderdste verjaardag van dat monument voor het imperialistisch evangelie, de Monroe Doctrine, blijft het denken en handelen van Hugo Chávez essentieel. Het was geen toeval dat hij de Republiek die uit de door hem geleide revolutie is voortgekomen Bolivariaans heeft genoemd. Het was de authentieke verklaring van haar beginselen en doelstellingen. En voor Chávez gelden – vooral nu, nu we voor zoveel uitdagingen staan – de woorden van José Martí over Simon Bolívar: “wat hij niet afwerkte, moet vandaag nog steeds gebeuren, want Bolívar heeft nog steeds werk voor de boeg in Amerika”.
Lees de volledige verklaring hier.