Twee weken geleden katapulteerden de militairen en beroepspolitici van Honduras hun land naar de voorgrond van het wereldnieuws. Ze herinnerden er ons zo aan waarom hun land ooit de wereldtalen had ‘verrijkt’ met het begrip bananenrepubliek.
Ze wilden de grondwettelijke orde herstellen in hun land door hun verkozen president – nog voor het zondagsontbijt – te trakteren op een paar mitrailleersalvo’s, vervolgens zijn voordeur te slopen en hem in pyjama op het vliegtuig naar Costa-Rica te zetten. Het hooggerechtshof had daartoe het bevel gegeven, verklaarde de nieuwe baas Micheletti want zo kon de democratie hersteld worden. Mel Zelaya, de verkozen president wordt verkrachting van de grondwet verweten. Nochtans wou hij de bevolking enkel een niet bindende enquête voorleggen met de vraag of er in november 2009 een referendum moet komen om de grondwet al dan niet te hervormen.
Ja, u hebt het goed gelezen. Toch is dat volgens de putschisten de officiële reden waarom de democratie moet worden hersteld. Let wel, niet omdat hij een verlenging van zijn mandaat zocht, zoals in alle Belgische media op gezag van CNN werd herhaald. Daarvoor kwam zijn initiatief immers veel te laat. In november zijn er nieuwe verkiezingen en volgens de huidige Hondurese grondwet kan een president zich niet kandidaat stellen voor een onmiddellijk daarop volgende ambtstermijn. Zelaya wou de Hondurezen enkel de gelegenheid geven te zeggen of ze bij de gemeentelijke, parlements- en presidentsverkiezing van november ook wilden stemmen voor een grondwetgevende vergadering. Dat zou het nieuw verkozen parlement toelaten ook de grondwet te herzien.
Wellicht staan je wenkbrauwen nog steeds in een uitgesproken frons: Is de auteur wel goed ingelicht?, zijn de Hondurese politici geschift?, …. Over dat laatste zal de geschiedenis oordelen, maar ze zijn in elk geval bang. De politieke kaste beseft heel goed dat ze in de representatieve democratie die Honduras sinds 1982 is, zeer bevoordeligd is. Elke 4 jaar wordt er bollekenskermis gehouden tussen twee partijen die in feite dezelfde belangen delen, nl. die van de ongeveer 20% rijkste burgers. De blauwen van de nationale partij vertegenwoordigen eerder de oude rijken: de grootgrondbezitters en agro-exporteurs. De roden van de liberale partij staan vooral voor de nieuwe rijken: industriëlen en internationale handelaars. Deze beroepspolitici wisselen elkaar al 25 jaar af aan de macht en zien in het politieke systeem vooral een bron van inkomsten voor zichzelf, hun familie en vrienden: een garantie op ongestoord rijker worden.
De 70% armen – waarvan een groot deel (zo goed als) analfabeet- worden 4-jaarlijks verondersteld het blauwe of het rode bolletje te kleuren en worden daartoe aangemoedigd via lokale eetfestijnen en passages van de partijen die aan de tourkaravaan doen denken. In de tussentijd moeten ze niet al te veel van de centrale regering verwachten en proberen zichzelf en de kinderen in leven te houden.
Bekeerde president?
Zelaya was zelf de zoveelste exponent van die politieke roadshows: een rijke cowboy met daarnaast flinke belangen in de bos(roof)bouw en internationale houthandel. Hij was een fervent supporter van de het vrijhandelsakkoord met de VS. Tijdens zijn ambtstermijn maakte hij echter een vreemd soort ommezwaai. Hij nam plots een aantal sociale maatregelen zoals het optrekken van het wettelijk minimumloon met 60%, gevoelige loonopslag voor het onderwijzend personeel, meer overheidsgeld voor armoedebestrijding, milieubescherming … Tegelijk zocht hij ook toenadering tot de ALBA: de Bolivariaanse Alliantie voor de Volkeren van Ons Amerika. Na Venezuela, Cuba (de initiatiefnemers), Bolivië en Nicaragua werd ook Honduras lid van dit samenwerkingsverband van volksregeringen. Vlak voor de staatgreep verwelkomde ALBA nog een nieuw lid, Ecuador.
De nieuwe internationale samenwerking bracht de gewone Hondurees enig soelaas: Zelaya kon door contracten met Petrocaribe – een samenwerking tussen 19 landen in de regio- de prijs aan de pomp gevoelig drukken. Hij kreeg via ALBA donaties van o.a. tractoren, (uitbreiding van) Cubaanse medische hulp en hulp bij een broodnodige alfabetiseringscampagne …
Hoewel vakbonden, boeren- en volksorganisaties deze stappen uiteraard toejuichten, was Zelaya niet echt organisch ondersteund door een brede volksbeweging. Zijn socialere koers was eerder een persoonlijk initiatief en de volksbeweging is – o.a. ten gevolge van de jarenlange repressie – erg verdeeld en verbrokkeld. Zelaya wekte echter wel de hoop op een voorzichtige verschuiving van representatieve (voor de elite) democratie op z’n Oudgrieks (met uitsluiting van de slaven = 80% van de bevolking), naar een representatieve op z’n Venezolaans. Een democratie die het hele volk, ook de meerderheid van arme mensen, consulteert en ervoor regeert.
Precies dat is de grote schrik van alle blauwe, rode en andere beroepspolitici en van hun broodheren en alle mensen die ze bedienen: dat de staatsinkomsten niet meer hun exclusieve vetpotten zullen zijn, maar een beetje meer aan de noden van de bevolking zouden besteed worden. Hun privileges dreigen in gevaar te komen en de prijs van de arbeid zou kunnen stijgen. Ook het juridisch establishment – rechtstreeks schatplichtig aan de partij die aan de beurt is – luidde de alarmbel, net als de protestantse én de katholieke kerk, die laatste bij monde van kardinaal Oscar Andrés Rodriguez. Hij riep Zelaya op geen bloedvergieten te veroorzaken en dus weg te blijven. De kerkvader krijgt al jaren 375 000 euro per maand van het parlement; een wederdienst was dus misschien wel op z’n plaats…Goeie ouwe staatsgreep!
De poging om de coup voor te stellen als een actie tegen een aanfluiting van de grondwet is wel schromelijk mislukt. Vermits de verkozen president plots niet meer bereid leek de status-quo te waarborgen werden de militairen weer uit hun kazernes gehaald. Die hadden zich er de voorbije decennia duchtig verveeld. Sinds de Sandinisten in buurland Nicaragua getemd waren, werden de reusachtige budgetten uit de VS aanzienlijk ingekrompen. Uit verveling hadden de officieren zich intussen een eigen handels- en industrie-imperium opgebouwd met het overgebleven geld en dus waren ze evenmin geplezierd door Zelaya’s sociale fratsen. De staatsgreep is een wanhoopsaanval van de burgerij tegen de nieuwe democratische golf die ook Honduras bereikt had.
Waar Zelaya niet kon voor zorgen, daar gaf putchleider Micheletti nu de aanzet toe: de eenmaking van de volksbeweging die nu al de 15° dag op rij de straten van de grote steden vult en de junta geen rust gunt. De putschisten trekken dan ook alle repressieve registers open. Ze hebben al honderden opposanten achter de tralies gezet, vaardigden een uitgangsverbod en een samenscholingsverbod tot in privéwoningen uit, sloten radio- en tv-stations, lieten journalisten arresteren, intimideerden Cubaanse hulpverleners, …. en namen Billy Fernando Joya, als ministerieel raadgever aan. Billy is een oude bekende voor de Hondurezen. Eind jaren ’70 leidde hij het doodseskader Bataljon 3-16, dat toen verantwoordelijk was voor tientallen politieke moorden.
And what about Uncle Sam and his nephew Obama?
Romeo Vasquez Vélasquez, de stafchef van het leger, militaire leider van de coup en zelfverklaarde redder van de democratie, is zoals alle hogere officieren in Honduras het product van the U.
S. Army School of the Americas. Dit instituut heeft honderden Zuid-Amerikaanse coupplegers en folteraars opgeleid, ook voor Honduras. De chef van de Generale Staf in Honduras, generaal Gustavo Álvarez Martínez, een andere oud- leerling ging zo brutaal te keer dat zijn eigen officieren hem in 1984 aan de deur zetten.
In de jaren ’70 en ‘80 werd het land niet voor niets ‘het vliegdekschip van de VS’ genoemd. De CIA trainde en bevoorraadde er de contra’s die de Nicaraguanen en hun Sandinistische regering terroriseerden en het VS-leger hadden er een van de grootste bases ooit – Palmerola – van waaruit antirevolutionaire acties werden ondersteund in El Salvador, Guatemala en Nicaragua. Tot op vandaag heeft de VS nog 600 militairen liggen op de basis van Soto Cano en worden er jaarlijks meer dan 50 gezamenlijke oefeningen gehouden met het Hondurese leger dat serieuze subsidies van het Pentagon blijft ontvangen.
Toch werd de coup ook in Washington veroordeeld, zij het pas nadat de rest van de wereld dat had gedaan. Obama negeerde de vraag om Zelaya persoonlijk te ontvangen maar tenslotte mocht die toch bij Hillary op de koffie. Die verwees de afgezette president door naar ‘onderhandelingen’ o.l.v. de president van Costa-Rica: Oscar Arias. Zoals te verwachten was, is daar nog niets uit gekomen.
Gisteren bekritiseerden de republikeinen in het VS-congres de aanpak van Obama. Ze stelden dat hij zich lieert aan de Venezolaanse president Chavez en de Nicaraguaanse president Ortega. Voor hen zijn dat te mijden communisten. De democraten verdedigden de afkeuring van de staatsgreep door Obama. Wellicht toont dit alles aan dat rechtse krachten o.a. in de CIA, gefrustreerd door de tanende invloed van de VS in de regio, niet volledig onder controle zijn. Misschien zagen zij Honduras als een testcase voor een rechtse reactie in andere landen van de ALBA? De toetreding van Ecuador tot de ALBA daags voor de coup zou in dit verband dan wel betekenisvol zijn. Als dat zo zou zijn is de repetitie wel erg zwak uitgevallen: komen aandraven met een vervalste ontslagbrief, de gewelddaden in het huis van de president te kijk stellen voor de internationale pers, een wereldberuchte folteraar aanstellen als ministerieel raadgever, … De reacties waren blijkbaar ook niet goed ingeschat want zelfs de trouwste bondgenoten van de VS in hun (voormalige) achtertuin: Guatemala en Colombia veroordeelden de staatsgreep onmiddellijk en categoriek en eisten eveneens de terugkeer van Zelaya.
Hugo Llorens, de VS-ambassadeur in Honduras gaf toe dat hij met de coupplegers heeft samen gezeten in de weken voor de staatsgreep. Hij beweert dat hij hen wou tegenhouden. Maar waarom heeft hij hun plannen dan niet bekend en daarmee onmogelijk gemaakt toen hem duidelijk werd dat ze niet te stoppen waren?
USAID, de officiële VS ontwikkelingssamenwerking, financiert groepen van de zogeheten civiele maatschappij in Honduras voor meer dan 50 miljoen $ per jaar.
Het NED (Fonds voor Democratie), een Republikeins instituut voegt daar nog verschillende miljoenen dollars aan toe die o.a. aankomen bij groepen als ‘ Vrede en Democratie’ die de voorbije week de grote promotors waren van de pro- Micheletti optochten: Nette dames en heren in merkkledij. Het was ook niemand minder dan ex republikeins presidentskandidaat Mac Cain die de tour van een delegatie van de junta in de VS organiseerde.
Het is zelfs niet onmogelijk dat het gaat om een staatsgreep tegen Obama zelf vanwege de haviken in het Pentagon. Het zou dan een poging zijn om hem in een conflict te duwen met de linkse regeringen van de regio en zijn voorzichtige toenadering met de nieuwe progressieve regimes die op de top van de Organisatie van Amerikaanse Staten van april ingezet was, teniet te doen.
Waarheen na de onderhandelingen?
De onderhandelingen in Costa-Rica zijn wellicht een doodgeboren kind. Als ze ooit tot een resultaat leiden zal het steeds ten koste zijn van de rechten van de Hondurezen. Voor de junta betekent het tijdswinst en een PR-campagne van ‘goede wil’. Het Bloque Popular, dat is het geheel van de Hondurese volksbewegingen, stelt terecht dat er niet kan onderhandeld worden over de terugkeer van de verkozen president. Een oplossing kan er pas komen als Micheletti en zijn burgerlijke en militaire junta onvoorwaardelijk opstappen.
Vermits Zelaya geen steun lijkt te hebben binnen het leger is een contra-coup weinig waarschijnlijk. Eigenlijk is er maar één kracht die bij machte is de troepen van Romeo Vasquez terug in de kazerne te krijgen: de VS. Tot nog toe werd de toestand in Honduras door het Witte Huis nog steeds niet officieel omschreven als een staatsgreep. Een dergelijke stellingname zou betekenen dat alle lijnen naar de Micheletti-junta: kredieten, financiële faciliteiten, oliebevoorrading, militaire leveranties, import van alles, … onmiddellijk moeten stilvallen en dat de junta dus beter zijn koffers kan pakken. Er kan dan enkel nog onderhandeld worden over waar ze die terug mogen uitpakken. De actie van het Bloque Popular en van allen die met hen solidair willen zijn kan zich m.i. het beste daarop richten: druk uitoefenen op het Witte Huis – rechtstreeks of via Europa – om zo snel mogelijk een complete boycot tegen de junta Micheletti in te stellen.