Op 17 december 2017 stonden de conservatieve zakenman Sebastian Piñera en de centrumlinkse journalist Alejandro Guillier tegenover elkaar in de tweede ronde van de presidentsverkiezingen in Chili. De inzet: het behoud van de eerste voorzichtige sociale en democratische verworvenheden van het sociaal verzet sinds de val van het regime van generaal Pinochet.
Uiteindelijk trok Piñera en de coalitie van rechtse partijen die hem steunde aan het langste eind. Hij won de verkiezingen met 54,57% van de stemmen. De overwinning van rechts in Chili is slecht nieuws voor de Latijns-Amerikaanse regio, waar het blok landen met conservatieve regeringen (Peru, Mexico, Colombia en sinds kort ook Argentinië en Brazilië,) er versterkt uit komt. Het verdere gevecht voor meer sociale rechtvaardigheid en tegen de geplande liberaliseringen van Piñera zal buiten parlement en regering moeten gebeuren.
Wat voorafgingDe huidige politieke situatie in Chili wordt nog altijd gekenmerkt door de militaire dictatuur van Augusto Pinochet, die in 1973 met de hulp van de grote zakengroepen van Chili en de CIA de regering van de socialistische president Salvador Allende omverwierp. Zijn regime was niet enkel zeer autoritair, maar was ook het proefproject voor wat later bekend zou worden als het neoliberalisme. Pinochet zou pas aftreden nadat hij een referendum rond zijn herverkiezing verloor in 1990. Sinds 1990 bestaat het partijpolitieke klimaat in Chili uit twee grote coalities: Vamos Chile, die de partijen bundelt die het neoliberalisme van Pinochet blijven steunen, en de Nueva Mayoria, de vroegere oppositie tegen Pinochet die bestaat uit o.a. socialisten en communisten. De Nueva Mayoria had sinds 1990 altijd de president geleverd, behalve de periode tussen 2010 en 2014. Toen was de president een zekere … Sebastian Piñera.
De economische elite van de periode-Pinochet heeft in grote mate nog altijd de macht in Chili. Families die toen het grootkapitaal van Chili uitmaakten en het verzet tegen Allende steunden, zijn opnieuw actief bij de grootste zakengroepen van het land. Piñera zelf, bijvoorbeeld, heeft een broer die minister van Werk was onder Pinochet. De grondwet van 1990 is op maat geschreven van de Chileense multinationals en houdt het stakingsrecht, dat onder Pinochet afgeschaft was, nog altijd in een houdgreep.
Nieuw kiesstelsel schudt Chileens parlement door elkaarDe parlementsverkiezingen, die midden november samenvielen met de eerste ronde van de presidentsverkiezingen, waren de eerste die met een proportioneel stelsel werkten. Daarvoor werden verkiezingen uitgevochten met een kiesstelsel dat in het voordeel was van de grote coalities. Die verandering zorgde meteen voor een kleine aardverschuiving in de Chileense politiek. Voor het eerst sinds de vrije verkiezingen in 1990 is er een derde coalitie vertegenwoordigd in het Chileens parlement: het Frente Amplio is een brede beweging van allerlei linkse en groene partijen die in het oude kiesstelsel nauwelijks aan bod kwamen.
Zij hebben hun oorsprong in de studentenprotesten die Piñera in zijn vorige ambtstermijn het leven zuur maakten, en die gezorgd hebben voor het afschaffen van het inschrijvingsgeld bij openbare universiteiten. Het scheelde niet veel of Beatriz Sanchez, de presidentskandidaat van het Frente Amplio, zou naar de tweede ronde gegaan zijn in plaats van Guillier, die ze ondertussen wel steunt. Het succes van het Frente toont aan dat veel Chilenen de politiek van de twee grote coalities beu zijn. Zij gingen naar de stembus met het gevoel dat ze niet voor de beste, maar voor de minst slechte kandidaat kozen als president.
De krachtsverhoudingen in de Chileense maatschappij zijn sinds kort opnieuw in het voordeel van de antidemocratische partijen bij rechts. Een schandaal rond belangenvermenging tussen de huidige president Bachelet (Socialistische Partij) en de zakengroep Luksic, de op een na grootste van het land en een grote donor aan links, zorgde ervoor dat de linkse traditionele partijen heel wat aanzien verloren bij de werkende bevolking. Daarnaast zijn er minder remmingen bij bedrijfsleiders om openlijk Vamos Chile te steunen. Zo kan Vamos Chile in het parlement uitpakken met net geen absolute meerderheid.
Ondanks het feit dat rechts zowel in de regering als in het parlement sterk staat, is er echter nog hoop voor het sociaal verzet. In 2009 had rechts al voor het eerst sinds de val van Pinochet de verkiezingen kunnen winnen, maar een opeenvolging van betogingen en stakingen van studenten, de Mapuche, de originele bewoners van Chili, en andere sociale bewegingen konden ervoor zorgen dat de meest liberale programmapunten van de regering van Piñera, zoals de privatisering van de kopermaatschappijen, gekelderd werden. Met de ervaring die is opgebouwd door deze protesten en die nog altijd aanwezig is bij het Frente Amplio en de Communistische Partij van Chili, die binnen de regering kritisch was voor de traditionele partijen en sinds kort qua ledenaantal de grootste partij van het land is, kan het sociaal verzet niet alleen nieuwe aanvallen van rechts afketsen, maar kan het ook nieuwe eisen naar voor brengen. Met de verkiezing van Piñera is het duidelijker dan ooit dat het grote gevecht voor meer democratie en sociale rechtvaardigheid zich buiten parlement en regering zal moeten afspelen.