Bruno Bové, was er dinsdag 9 mei bij in Cinéma Aventure in Brussel voor de voorstelling van “Añoranza” en was uiterst verwonderd over deze recensie – de titel: “
Stokoude Habaneros zien met lede ogen aan hoe Cubaanse revolutie een stille dood sterft” alleen al.
Heeft de Redactie een andere film gezien?! Er was spijtig genoeg geen nabespreking met het publiek in de zaal maar in de wandelgangen hoorde ik hoe bij menig kijker de film vragen doet rijzen over die “zonderlinge” maar koppige, in Cuba blijkbaar stevig verankerde wil om de revolutie voort te zetten.
Natuurlijk zijn de personages in de film bij de toevloed van toeristen naar het parkje met het stand- (of liever ‘zit’) beeld van John Lennon enigszins uit hun lood geslagen maar in feite laat de film even goed zien dat de komst van de toeristen (en van Obama) ook de wil aanwakkert om Cuba niet uit te verkopen: «Obama, coño, denk maar niet dat je het land kan overnemen !», «De USA zijn helemaal geen vijand van de armoede, zij houden ons arm om ons land te kunnen stelen» , …
Dat is inderdaad waartegen Cuba al meer dan 50 jaar moet opboksen en het kader waarin men Cuba moet zien, anders begrijpt men er niets van. Een kader dat Flo Flamme wel eens vergeet. In de recensie op de Redactie: “
De grootste verandering is de vloedgolf van toerisme”, zegt Flo Flamme. “
Het was een van de eerste dingen die Fidel Castro verbood, om de slechte buitenlandse invloeden, de kapitalistische kwalen, te weren van het eiland. (…)”
Dit klopt eenvoudigweg niet. Zowat de allereerste grote culturele beleidsdaad, kort na de revolutie, was de wet van 24 maart 1959 waarmee het ICAIC (Cubaans filminstituut) werd gesticht. De aanhef van deze wet, “De film is een kunst” , is nu al lang niet meer maar was toen wél wereldwijd opzienbarend.
Cubanen zijn echter geen ijle dromers en in Cuba wist men ook wel dat film een industrie is en die wet had dan ook economische doeleinden. Letterlijk: “
Films leveren inkomsten op. Niet alleen door de vertoning en verkoop ervan, maar ook door ons land beter te laten kennen en bij te dragen tot het toerisme”. Er werd dus toen al aan promotie van het toerisme gedacht! Het zijn de VS die met hun blokkade het toerisme op Cuba hebben verboden, het huidige toerisme is geen terugkeer naar vóór de revolutie.
Voor de context bij de huidige situatie raad ik de volgende 2 korte documentaires van de Colombiaanse (en nu wegens de repressie in zijn land in Frankrijk gevestigde) journalist Hernando Calvo Ospina aan (Spaans gesproken, Engels ondertiteld):BLOCKADE AGAINST CUBA . The longest genocide in history – YouTube (2015 – 22:29)Zowat gelijktijdig gemaakt als de docu van Flo Flamme. Deze gaat over Obama in Cuba en de reacties, zowel van leidende Cubaanse politieke figuren als van de man/vrouw in de straat.
ALL GUANTANAMO IS OURS – YouTube (2016- 36:21)Over de geschiedenis van Guantanamo, ditmaal louter gezien door locals van alle leeftijden, zowel mensen die er de periode vóór de revolutie hebben gekend als jongeren, de filmmaker moest er niet eens nationale politieke figuren of verantwoordelijken bijhalen.
Als je dit ziet en al die mensen hoort, begrijp je dat het erg voorbarig is te stellen dat Flo Flamme “iets heeft gefilmd dat op het punt staat te verdwijnen”. Toch is dat deuntje al van voor in 1989 de Muur viel en de Sovjet-Unie even later implodeerde, te horen. In 1994 was het de crisis van de balseros (bootvluchtelingen), daarna waren het de perikelen met de diverse munten, het toerisme, het herstel van de diplomatieke relaties, enz., die ervoor zouden zorgen. Bovenal dacht menige buitenlandse Cubawaarnemer dat éénmaal Fidel Castro verdween van de macht (2008) of zou sterven (2016) ook het lot van het Cubaanse socialistische systeem bezegeld zou zijn, …. geen van al die ‘wishfull thinking profetieën’ bleek stand te houden.