Op maandag 28 april werd het zesde plenum van het Centraal Comité van de Cubaanse Communistische Partij (CCP) afgesloten. Raul Castro, president van Cuba en tweede secretaris van de CCP, kondigde er het zesde congres van de partij aan voor eind 2009. Het laatste congres dateert van oktober 1997.
Tijdens de bijeenkomst had Raul Castro het over de partijwerking, de toestand van het land en de internationale context. Hij riep in het bijzonder op om het partijwerk te verbeteren en de staatsinstellingen te versterken:“De Partij kan rekenen op haar kracht en ervaring die ze heeft opgebouwd tijdens de moeilijke jaren van de Speciale Periode. Wij, leiders, kaders en militanten moeten het werk en het gezag onder de massa’s voortdurend versterken. (…) de rol van de Partij als georganiseerde voorhoede van de Cubaanse natie verstevigen om de uitdagingen van de toekomst aan te kunnen en om de continuïteit van de Revolutie, wanneer de historische leiders zullen verdwenen zijn, te verzekeren.”
“Hoe groter de moeilijkheden zijn” , zei hij nog, “hoe meer orde en discipline we nodig hebben, en daarom is het van vitaal belang om de instellingen en de eerbied voor de wet en de normen die wij zelf hebben ingesteld te versterken.”
Hij verwees ook naar de stijgende voedsel- en brandstofprijzen, waarbij hij de voedselproductie een hoofdtaak voor de partijleiders noemde en hen opriep om niet met paperassen en vergaderingen maar op het terrein rechtstreeks met de betrokkenen te gaan praten en de maatregelen toe te passen die van kracht zijn voor de landbouw.
Raul liet weten dat José Ramon Fernández, vice-president van de Ministerraad, de opdracht kreeg om de activiteiten van het Ministerie van Onderwijs, van het hoger onderwijs en van het Ministerie van Sport en het Nationaal Instituut van Sport, Lichamelijke opvoeding en Ontspanning te oriënteren, controleren en coördineren. Het plenum verkoos ook een aantal nieuwe leden van het Politiek Bureau, waaronder Salvador Valdés Mesa, de secretaris-generaal van de vakbondskoepel CTC.
Er werd ook beslist om zeven commissies op te richten (Ideologie en cultuur, Economie, Voedselvoorziening, Vervanging van invoer en verhoging van de uitvoer, Onderwijs, wetenschap en sport, Gezondheid en Internationale betrekkingen), die als taak hebben hun domein te analyseren en aanbevelingen, voorstellen en suggesties te doen.
Omzetting van doodstraffen in levenslang. Verder heeft de Staatsraad, op voorstel van het Politiek Bureau, de doodstraf van een aantal gedetineerden omgezet en de straffen van een aantal andere gevangenen verminderd. Cuba voerde sinds 2000 de doodstraf niet meer uit, met uitzondering van 3 terechtstellingen in 2003. Dat gebeurde toen in een klimaat van meer dan dertig pogingen tot gewelddadige vliegtuig- en scheepskapingen, op aanstoken van de VS.“Deze beslissing is niet onder druk genomen,” aldus Raul, “het is een soevereine beslissing in overeenstemming met de humanitaire en ethische gedragscode die de Cubaanse revolutie van bij de start heeft gekenmerkt. We lieten ons steeds inspireren door gerechtigheid, niet door wraak. Het is trouwens bekend dat kameraad Fidel voor de afschaffing van de doodstraf is, voor gelijk welk type van misdaad, vanaf het moment dat de omstandigheden dit toelaten.”Raul Castro wees erop dat de doodstraf zelf voorlopig niet uit het strafwetboek gehaald kan worden gezien de uitputtingsoorlog die de VS al bijna 50 jaar tegen Cuba voert. Terrorisme tegen Cuba blijft in de VS totaal ongestraft. De aanvallen vanuit de VS nemen de vorm aan van staatsterrorisme. Cuba is van oordeel dat het zich daartegenover niet kan ontwapenen.