Donald Trump dreigde begin augustus om in Venezuela militair tussen te komen. Zou hij zich werkelijk zorgen maken over het tekort aan basisproducten? Wil hij een eind maken aan de gewelddadige betogingen die het leven van de bevolking verzuren? Of zijn het de oliereserves in dit Latijns-Amerikaanse land – de grootste ter wereld – die zijn hebzucht en agressie aanwakkeren?
Bemoeienissen van een Amerikaanse president in Venezuela zijn niet nieuw. Zowel onder Clinton, Bush, Obama als onder Trump zien we een constante inmenging in de binnenlandse aangelegenheden van Venezuela. Julian Assange, stichter van Wikileaks, publiceerde in 2015 een verhelderend werk op basis van de “verbindingen” tussen Washington en de verschillende diplomatieke posten. Hierin geeft hij een overzicht van alle initiatieven die de VS genomen hebben om een einde te maken aan het progressieve experiment in Venezuela: van steun aan de staatsgreep tegen Chavez in april 2002 tot de financiering van oppositiegroepen.
Zo wordt Leopoldo Lopez, leider van de extreemrechtse partij Voluntad Popular en een van de voornaamste aanstokers van de gewelddadige betogingen in 2014 en 2017, vanaf 2008 gefinancierd en ondersteund door de VS. Zij beschouwen als de man die de oppositie zou kunnen verenigen. Een zeer diverse oppositie trouwens, waarin we de bezittende en rijke klassen van Venezuela verzameld zien, doorkruist door diverse politieke stromingen gaande van centrumlinks tot rechts en extreemrechts. De militaire dreiging van Donald Trump hoeft niet te verbazen. Ze geeft uitdrukking aan de niet aflatende betrachting om het land en zijn bodemrijkdommen opnieuw onder controle te krijgen. Om de belangstelling en inmenging van de VS te begrijpen en inzicht te verwerven in hoe Venezuela is weggezakt in de huidige crisis, is het goed om even achterom te kijken. 1998: de eerste stappen van een ambitieus progressief projectBijna 20 jaar, sinds het aantreden van Hugo Chavez als president van Venezuela, staat het land regelmatig vooraan in het wereldnieuws. Chavez won met zijn progressief project 15 van 17 verkiezingen, wat aangeeft dat hij kon rekenen op de ruime steun van de bevolking voor hervormingen die het dagelijks leven van de Venezolanen verbeterden.
Chavez kwam als politiek leider op de voorgrond aan het eind van de 20ste eeuw. De twee traditionele partijen die decennialang het land regeerden, implodeerden. Zij hadden tot dan de macht en alle privileges onder elkaar verdeeld. Ze stonden ten dienste van de rijkste klassen en pasten in de jaren 1990 zonder scrupules de door het IMF opgelegde besparingsprogramma’s toe. Brede lagen van de bevolking kwamen daardoor in de diepste armoede terecht.
Chavez en de Venezolaanse bevolking brachten met twee strategische beslissingen radicaal verandering. Ze beslisten dat het geld dat verdiend werd met petroleum rechtstreeks zou aangewend worden om gratis gezondheidszorg en onderwijs te voorzien, zelfs aan de universiteit. Daardoor kon Venezuela, luidens UNESCO, tegen 2005 het analfabetisme uitroeien.
De petroleuminkomsten werden ook gebruikt om meer dan 1.700.000 woningen te bouwen. Er werden ook een aantal basislevensmiddelen gesubsidieerd, zodat ook de armste bevolking toegang kreeg tot een gezonde basisvoeding.
Venezuela besliste ook om zich, zij aan zij met Cuba en zo goed als mogelijk, te onttrekken aan de greep van de VS. Door het afsluiten van regionale politieke en economische allianties, werden grote handelsakkoorden waar de Noord-Amerikaanse multinationals op uit waren, een flop. Hierdoor kon de basis gelegd worden voor nieuwe relaties tussen landen in de regio. Het beste voorbeeld hiervan is ALBA.
De Venezolaanse oppositieBij de dood van Chavez in 2013 had de oppositie het gevoel vleugeltjes te krijgen. Ze kon niet snel genoeg het “chavisme” samen met Chavez begraven en zo vlug mogelijk terugkeren naar het oude regime. Met de verkiezing van Chavez’ opvolger, Nicolas Maduro, werd het duidelijk dat ze niet voor zo’n gemakkelijke taak stonden.
Binnen de oppositie zien we vanaf dan een strategisch debat tussen twee groepen. Aan de ene kant zijn er diegenen die zich van Maduro willen ontdoen met respect voor de Grondwet. Aan de andere kant diegenen die Maduro tegen elke prijs willen omverwerpen. Toen in 2014 bij gewelddadige confrontaties 43 doden vielen, is de tegenstelling uitgedraaid in het voordeel van deze laatste groep.
In 2015 kon rechts de parlementsverkiezingen winnen. Julio Borges, voorzitter van de Nationale Assemblee, kondigde in een eerste officiële verklaring vol trots aan dat het parlement zichzelf een termijn van maximum zes maanden gaf om Maduro omver te werpen. Na deze verklaring maakte rechts van haar meerderheid in het parlement gebruik om heel Venezuela lam te leggen. Rechts probeerde ook een hele reeks progressieve wetten, goedgekeurd door de voorgaande parlementen, onderuit te halen. Onder meer de symbolische nieuwe arbeidswet van 2012. Die verleende werknemers een aantal voordelen: een wekelijkse arbeidsduurvermindering met 4 uur, verhoging van de ontslagvergoeding, verhoging van het bevallingsverlof met 6 maanden, …
De zeldzame programmavoorstellen die er kwamen gingen dan weer in de richting van een stijging van de olierente, economische liberalisering en“steun” aan het IMF. Om dit op zijn minst gezegd vijandige parlement te omzeilen heeft president Maduro een aantal beslissingen uitgevaardigd bij verordening. Een beetje zoals president Macron in Frankrijk aankondigde te gaan doen om een aantal van zijn hervormingen erdoor te krijgen.
Om de regering Maduro omver te werpen, heeft de meest radicale minderheidsgroep van de oppositie getracht de bevolking mee te slepen in betogingen met het karakter van een volksopstand. Ze konden dat doen door in te spelen op een aantal legitieme frustraties zoals de schaarste van basisbestaansmiddelen.
Het is in het kader van deze extreme spanningen dat we de protesten waarbij ondertussen meer dan 125 doden vielen, moeten beoordelen. Bij deze doden zijn zowel betogers, relschoppers van de radicale oppositie als mensen van de ordediensten. Negentien functionarissen van politie en leger werden gearresteerd omdat ze op onverantwoorde wijze gebruik maakten van hun dienstwapen. Zij zullen hiervoor verantwoording moeten afleggen voor de rechter. Er vielen slachtoffers aan beide zijden. Elf politieagenten en militairen vonden de dood bij confrontaties, wegversperringen of hinderlagen, opgetrokken door relschoppers in het bezit van vuurwapens. Verschillende sympathisanten van Maduro werden gelyncht, vier van hen werden levend verbrand.
Om uit de impasse te geraken, werd eind juli een grondwetgevende vergadering gekozen, van bij de start geboycot door de oppositie, met de bedoeling een nieuwe Grondwet uit te werken die als basis kan dienen om het land uit de crisis te halen. Deze nieuwe Grondwet zal enkel van kracht worden indien zij 50% of meer stemmen haalt bij het referendum dat de grondwet moet ratificeren na het afsluiten van de grondwetgevende werkzaamheden.
Zoals elke grondwetgevende vergadering zal deze Constituante over alle bevoegdheden beschikken. Meerdere landen in het Westen hebben deze verkiezing niet erkend en wilden laten uitschijnen dat Venezuela zeer geïsoleerd staat binnen de internationale gemeenschap. De werkelijkheid is wel iets genuanceerder. Sommige landen van de OAS (de Organisatie van Amerikaanse Staten) hebben willen verhinderen dat Venezuela de verkiezing van afgevaardigden voor de grondwetgevende vergadering zou houden. Zonder veel succes. Slechts 13 van de 35 landen die de organisatie telt, hebben de verklaring ondertekend waarin president Maduro gevraagd werd om de verkiezing te annuleren. PerspectievenMidden augustus, wanneer dit artikel wordt geschreven, zijn de gewelddadige betogingen zo goed als afgelopen. Het lijkt er sterk op dat Maduro voorlopig het pleit heeft gewonnen. Er is een Grondwetgevende vergadering verkozen om uit de crisis te geraken. Ook al bestaan er twijfels over het exacte aantal kiezers, de deelname aan de verkiezing was massaal. Daaruit mag geconcludeerd worden dat de bevolking, ook al is die verre van tevreden over alle maatregelen van Maduro en zijn regering, duidelijk nee zegt tegen de strategie van geweld, opgedrongen door de oppositie. De bevolking is zich er trouwens van bewust dat, net zoals in Brazilië met de coup tegen Dilma Roussef of in Argentinië met de nederlaag van Cristina Kirchner, de val van Maduro het aantreden zou betekenen van een openlijk rechts “zonder complexen” dat schaamteloos alle voor het volk ongunstige neoliberale maatregelen zou toepassen. Verder hebben ook heel wat oppositiepartijen zich ingeschreven voor de regionale verkiezingen, gepland voor oktober 2017, in een poging hiermee aan te tonen dat ze terugkeren naar een “klassieke” electorale strategie om hun doel te bereiken.
Begin augustus is de constituante aan zijn werkzaamheden begonnen, in een zeer gespannen klimaat. De uitdagingen zijn gigantisch. Het land moet een uitweg vinden voor zeer grote problemen die het dagelijks leven van de Venezolanen vergiftigen: de schaarste van voedsel en medicijnen, de hoogste inflatie ter wereld (720% in 2016), corruptie die een deel van het staatsapparaat verrot en stedelijk geweld, verantwoordelijk voor het derde hoogste aantal moorden ter wereld. Verder gaat het natuurlijk ook om het diversifiëren van de economie in het land dat momenteel bijna uitsluitend afhankelijk is van de olie-export. Voor elk van deze immense uitdagingen zullen snel tastbare oplossingen moeten worden aangereikt. Anders bestaat de kans dat het progrèssieve experiment van Venezuela bij de volgende verkiezingen tot een einde komt.
ALBAAlianza Bolivariana para los Pueblos de Nuestra América (Bolivariaanse Alliantie voor de volkeren van Latijns-Amerika) is een regionaal samenwerkingsverband tussen 11 staten van Latijns-Amerika en de Caraïben (onder meer Cuba, Venezuela, Bolivia, Nicaragua, Ecuador) opgericht door Fidel Castro en Hugo Chávez. Beide waren groot voorstander van de integratie van Latijns-Amerika, zonder de bemoeienis van de VS.
ALBA is ontstaan als alternatief voor de vrijhandelszone (de ALCA) die de VS wilden oprichten in de regio, en werkt op basis van solidariteit en complementariteit van handel. Een bekend voorbeeld is de uitwisseling van olie (Venezuela) en medisch personeel (Cuba). Waarom is er schaarste in Venezuela?
Maurice Lemoine, journalist en vroegere directeur van de krant Le Monde Diplomatique, verbleef in juni drie weken in Venezuela. Volgens hem maakt de schaarste, die wel degelijk reëel is, deel uit van een strategie van sabotage door privé-operatoren die de distributiecircuits in handen hebben. Lemoine analyseerde de cijfers van de invoer van basisproducten in Venezuela en hij toont aan dat het niveau van de invoer in de jaren 2013-2014 ruim boven de cijfers van 10 jaar eerder liggen. Hij legt uit dat de schaarste van goederen niet te wijten is aan het bankroet van het land. De schaarste is er niet omdat het land er niet meer in zou slagen om producten in te voeren als gevolg van de val van de koers van de olieprijzen. Volgens Lemoine heeft het alles te maken met het feit dat de goederen uit de officiële distributiecircuits verdwijnen en terechtkomen in de circuits van de zwarte markt, waar de Venezolanen dan wel beroep op moeten doen om aan te schaffen wat ze nodig hebben, dikwijls tegen een prijs die 10 keer hoger ligt dan in het officiële circuit.
SolidairQue pasa en Venezuela? Afspraak op ManiFiestaAlle media berichten vandaag over de crisis in het Latijns-Amerikaanse land. Maar wat is er echt aan de hand in Venezuela? Maurice Lemoine, Frans onderzoeksjournalist van Le Monde Diplomatique en Venezuela-expert, komt langs. Hij is net terug van Venezuela’s hoofdstad.
Niet te missen!
Afspraak:* Conferentie: Trump vs. Cuba, Venezuela en Latijns-Amerika (zaterdag 13u, debattent A)* Ontmoeting met Maurice Lemoine (zaterdag 14u45, Che Presente tent)