Op 11 juli 2021 braken er in Cuba op een aantal plaatsen zware rellen uit waarbij geweld, plundering en vandalisme niet werden geschuwd. Honderden relschoppers werden opgepakt en veroordeeld. Er werden zware straffen uitgesproken, wat meteen tot buitenlands protest leidde. In de pers verschenen artikels over de “draconische straffen” en het “politiek en juridisch geweld. De gebeurtenissen van 11 juli werden in de Cubaanse media uitvoerig belicht, inclusief de daaropvolgende rechtszaken en de vonnissen.
Het recht op vrije meningsuiting en vreedzaam protest zijn belangrijk. Wat gebeurde er precies op 11 juli en wat was de reactie van de Cubaanse overheid? We proberen antwoorden te geven op enkele veelgestelde vragen.
Ging het over spontane protesten?
De rellen en verstoringen van de openbare orde van 11 juli 2021 vonden plaats in de context van een bijzonder complexe economische crisis, verergerd door de pandemie en de verscherping van de economische, commerciële en financiële blokkade van de VS-regering. Het dagelijks leven van de Cubanen werd daardoor extreem bemoeilijkt, met tekorten aan geneesmiddelen en een aantal andere producten en frequente elektriciteitspannes.
Dat vormde de voedingsbodem waarbinnen de VS een met miljoenen dollars bekostigd communicatieoffensief opzette, gericht op het organiseren van oproer tegen de Cubaanse overheid. Zo probeerden ze de onvrede van de Cubanen om te kneden tot een opstand tegen de overheid die een buitenlandse interventie – door de VS dus – zou rechtvaardigen.
Hoewel honderden mensen gewoon uit onvrede op straat kwam, waren bepaalde elementen betaald door de VS om zwaar rel te schoppen en de politie gericht aan te vallen met als doel een algemene opstand op gang te trekken. Hoewel dat niet gelukt is waren de rellen van een in Cuba ongeziene omvang. In totaal werden enkele honderden mensen opgepakt, verdacht van het veroorzaken van schade (o.a. plunderingen) en verwondingen.
Is het een misdaad om anders te denken in Cuba?
Zoals in elke andere democratische rechtsstaat staat het de Cubanen vrij om anders te denken, de politiek in vraag te stellen of te demonstreren. Wel strafbaar is het aanzetten tot ordeverstoring, agressie tegen personen, beschadiging van eigendom, of geen gehoor geven aan instructies van de ordediensten.
In totaal werden 172 verdachten schuldig bevonden. Dat gebeurde in 84 processen gevoerd voor 44 rechtbanken. Alle aangeklaagden beschikten over een advocaat, ofwel zelf gekozen ofwel toegewezen op kosten van de overheid. Zowel de openbare aanklager als de raadsman hebben uitgebreid bewijsmateriaal gepresenteerd en besproken. Heel wat beklaagden hadden zelf video’s en foto’s op sociale netwerken geplaatst waaruit hun rechtstreekse deelname aan de feiten bleek. Alle veroordeelden hebben het recht om in beroep of cassatie te gaan.
Werden minderjarigen tot lange straffen veroordeeld?
Volgens het Cubaans strafrecht is de leeftijd voor strafrechtelijke verantwoordelijkheid 16 jaar, op het tijdstip van het plegen van de feiten. Jongeren onder de 16 jaar worden bijgevolg niet voor de rechtbank gebracht, omdat de wet dat gewoon niet toestaat. Ter vergelijking, in Frankrijk is een jongere strafrechtelijk aansprakelijk vanaf de leeftijd van 13 jaar; in België vanaf 18 jaar, in Duitsland vanaf 14 jaar; in het VK vanaf 10 jaar; in Ierland vanaf 12 jaar; in Spanje en Italië vanaf 14 jaar; in Argentinië vanaf 16 jaar; in Brazilië vanaf 18 jaar; en in de VS vanaf 14 jaar.
Van de 27 minderjarige Cubanen die bij zware feiten betrokken waren, werden er tien geïnterneerd in instellingen voor jongeren met gedragsstoornissen. Zeventien jongeren blijven gewoon school lopen, maar worden wel individueel begeleid.
Hoe werden de jongste meerderjarige geweldplegers behandeld?
Er werden 31 verdachten tussen 16 en 20 jaar oud schuldig bevonden aan strafbare feiten. Voor die leeftijd geldt een wettelijk bepaalde stafvermindering van de helft voor 16 tot 18 jarigen, en van een derde voor 18 tot 20 jarigen.
Rel schoppen versus opruiing? Sommige verdachten werden beschuldigd van rel schoppen, ander van oproer. Het belangrijkste verschil ligt in het doel. Bij verstoring van de openbare orde is het doel gewoon de rust en orde te verstoren, de boel op stelten te zetten zonder meer. Bij ‘opruiing’ is de voornaamste bedoeling de staat te destabiliseren en de wettelijk vastgelegde orde te ondermijnen.
In het geval van de rellen van 11 juli 2021 in Cuba is er een duidelijk aantoonbare inmenging van buiten uit met het oog op de destabilisering van het land. Sommige beklaagden riepen tijdens de rellen ook letterlijk op tot buitenlandse interventie.
De hoogste straf, 30 jaar voor het misdrijf van opruiing, werd uitgesproken voor twee personen. Zij leidden een aanval op het politiebureau van Capri met als doel het over te nemen en zo te trachten de gevestigde constitutionele orde en de veiligheid van de staat te ondermijnen.
Beiden hebben een strafrechtelijk verleden. Een van hen is een recidivist en de andere een veelvuldig recidivist. De eerste was met penitentiair verlof. De tweede werd eerder veroordeeld tot 12 jaar gevangenisstraf voor inbraak en drie maanden gevangenisstraf voor diefstal.
Werden de verdachten door speciale rechtbanken veroordeeld? Er zijn geen speciale wetten en er werden geen speciale rechtbanken opgericht om deze misdrijven te beoordelen. De personen die bij deze gebeurtenissen betrokken waren, werden berecht in de bestaande rechtbanken, op basis van de bestaande strafwet. Twee maten en twee gewichtenOp 31 maart mengde EU Verantwoordelijke Buitenlandse Zaken Josep Borrell zich in de kwestie. Hij sprak zich uit tegen de straffen. Volgens hem ging het om vreedzame en spontane protesten en dus zijn de straffen ‘disproportioneel’. De EU topman verzweeg daarbij bewust de bewezen inmenging van de VS en de ernst van de gewelddadige feiten. Zo klinkt zijn aanklacht tegen de straffen aanvaardbaar.
Dat ontlokte een scherpe reactie van Cubaans buitenlandminister Bruno Rodríguez. Die wees erop dat enkel de Cubaanse en niet een of andere Europese autoriteit bevoegd is om straffen uit te spreken tegen geweldplegers in hun land. Dat de EU zich beter bezighoudt met gevallen van repressie die zich voordoen in haar eigen lidstaten.
De EU meet inderdaad met twee maten en twee gewichten. Om een voorbeeld te geven, in het thuisland van Borrell zelf is er heel wat protest over een strenge wetgeving die dissidente stemmen zwaar aanpakt. Het artikel 578 van het Spaanse Strafwetboek stelt dat al wie zich schuldig maakt aan de ‘verheerlijking van terrorisme’ en het ‘vernederen van slachtoffers van terrorisme’ vervolging riskeert. En die wet wordt wel zeer breed geïnterpreteerd. Zo zitten rappers vast voor hun songteksten tegen het voormalige Franco regime. Cineasten zijn opgesloten omwille van enkele tweets, enz. Vandaar ook de scherpe reactie van Rodríguez naar de EU-autoriteit. Een belangrijk basisprincipe van het politieke akkoord tussen de EU en Cuba , gaat er net over dat de EU geen moreel gezag heeft om zich te pas en te onpas te mengen in aangelegenheden die uitsluitend onder de verantwoordelijkheid van de Cubaanse staat vallen.