“
De crisis bestaat juist in het feit dat het oude sterft en het nieuwe niet geboren kan worden; in dit vacuüm ontstaat een grote verscheidenheid aan morbide symptomen.” Een analyse van Latijns-Amerika vandaag.
Met deze uitspraak, neergeschreven in zijn ‘Gevangenisnotities’, definieerde de marxistische theoreticus Antonio Gramsci momenten van crisis als momenten waarop het oude niet dood is en tegelijk het nieuwe nog niet geboren kan worden; momenten van monsters. Dat is precies het historische moment waarin we leven, waarin Trump in de Verenigde Staten en Bolsonaro in Brazilië monsterlijke uitingen zijn van een historisch moment van verwarring dat meer vragen dan antwoorden bevat.
Trump noch Bolsonaro waren de kandidaten van de politieke en economische elites in hun eigen land. Wall Street en het militair industrieel complex in de Verenigde Staten hadden Hillary Clinton, terwijl de Braziliaanse bourgeoisie Gerardo Alckmin, voormalig gouverneur in Sao Paulo, had. Maar geen van beiden regeren in de twee grootste – qua omvang, bevolking en BIP- landen van het continent. In plaats daarvan zijn er morbide figuren verschenen.
De progressieve golf die in 1998 begon met de overwinning van commandant Hugo Chavez ondergaat vandaag een terugslag, die wellicht begon toen Chavez in 2013 stierf en die werd versneld door gewelddadige protesten in 2014 en 2017 en nu verder gaat met de poging tot staatsgreep die door de VS in 2019 werd geregisseerd. We hebben het over Juan Guaido’s zelfproclamatie als president op 23 januari, een “humanitaire belegering” op 23 februari en sabotage op het elektriciteitsnet in maart.
Toch konden rechtse partijen op het continent geen alternatief project consolideren dat afwijkt van het postneoliberalisme dat in tien Latijns-Amerikaanse en Caribische landen tegelijk regeerde. In deze tijd van monsters heeft geen enkele rechtse regering zich als alternatief geconsolideerd. Ondertussen gaat het neoliberale project wel door met het verspreiden van chaos en sociale verwoesting.
Er zijn voorbeelden te over. Het minst bekende is Haïti, het eerste land in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied dat zijn eigen onafhankelijkheid uitriep (1804). In het land van Toussaint-Louverture heeft het neokolonialisme, na 215 jaar geleden ‘bevrijd’ te zijn van het koloniale juk, in samenwerking met de “internationale gemeenschap” een land gemaakt waar de neoliberale shockdotrine resulteert in een criminele begroting ten dienste van een absoluut corrupte nieuwe bourgeoisie. Het resultaat is meer armoede en dood voor een bevolking waaraan Latijns-Amerika en het Caribisch gebied zo veel te danken heeft.
Zeer dicht bij Haïti ligt Honduras, waar eerst een militaire staatsgreep plaatsvond en daarna een verkiezingsfraude die een neoliberaal regime consolideerde waarvan het hoofddoel is de grote militaire basis (en landingsbaan) van de Verenigde Staten in Centraal-Amerika te behouden.
Als we zuidelijker kijken zien we de rechtse regeringen – verzameld in de Lima-groep – die de zelfverklaarde interim-president Juan Guaido in Venezuela steunen o.a. Colombia. Daar worden sinds de ondertekening van de vredesakkoorden dagelijks verdedigers van de mensenrechten, inheemse gemeenschappen of Afro-Colombiaanse burgers vermoord. Alleen al in 2018 werden 110 sociale leiders vermoord, dit jaar zijn het er al 30, terwijl de populariteit van de Colombiaanse president Ivan Duque daalde van 53 naar 27 procent.
Ondertussen zijn in het Brazilië van Bolsonaro, een jaar na de moord op de Afro-activiste en feministe Marielle Franco, lid van de gemeenteraad van Rio de Janeiro, vermoedens ontstaan over de banden tussen de zonen van Bolsonaro en het paramilitaire commando dat haar heeft vermoord. In dat Brazilië, waar ze een staatsgreep hebben gepleegd binnen de staatsgreep, zodat Lula da Silva niet meer kan regeren, ging Jean Wyllys, twee keer parlementslid en strijder voor LGTB-rechten in ballingschap in Europa omdat de politieke vervolging hem dwong constant onder politiebegeleiding te leven.
Onze reis door het Latijns Amerika van donker en licht gaat verder naar Mauricio Macri’s Argentinië, met de hoogste armoedecijfers in tien jaar tijd en tegelijkertijd meer dan 50 miljard dollar schuld aan het Internationaal Monetair Fonds. Hetzelfde pad wordt bewandeld door Moreno in Ecuador, die een schuld van 10 miljard dollar opbouwde bij het IMF en de Wereldbank. We weten al wat de compensaties daarvoor zullen zijn: bezuinigingen op de overheidsuitgaven voor de armsten.
Intussen bereiden extreemrechtse partijen zich voor om het Europees Parlement op 26 mei binnen te dringen. In de VS – wiens hegemonie in een multipolaire wereld aan het wankelen is – zullen anderhalf jaar lang een politiek, militair en cultureel offensief ondergaan om de overwinning van de Democratische Partij – die voordelig zou zijn voor de Mexicaanse regering- te voorkomen en de herverkiezing van Trump te bewerkstelligen.
We beleven dit Gramsciaanse moment, wanneer het oude sterft en het nieuwe niet geboren kan worden, het is dit moment van monsters, waarin we goede antwoorden op nieuwe en oude vragen moeten brengen. Nu moet links laten zien dat het politiek en sociaal kan winnen van rechts zonder project of sterke leiders, maar met een welomschreven economisch model: het neoliberalisme en de sociale verwoesting die dat aanricht onder de bevolking van Ons Amerika.
Cubadebate