Cubanismo.be begeleidde van 16 juli tot 2 augustus 25 leden op hun reis in het socialistische Cuba. Lees hier het tweede deel van hun reisverslag.
Zonder cultuur ga je doodWe gaan op de koffie bij de UNEAC, de Unie van Cubaanse kunstenaars en schrijvers. Een bezoek dat een diepe indruk op ons maakt, en daar is het verrassingsconcertje op het einde niet vreemd aan. Ze vertellen ons over het belang van het culturele werk in de gemeenschappen. Orlando Garcia, de provinciale directeur, vindt dat niet zozeer de schaarste maar het ‘uitvergroten van de individuele problemen’ de grootste uitdaging vormt. Kunstenaars leven onder het volk en genieten veel aanzien. De UNEAC vormt de schakel met de overheid. Ze vormt een klankbord voor de problemen in de gemeenschappen en heeft een stem in het debat over creatieve vrijheid en bouwen aan het socialisme (en niet het kapitalisme). Maar UNEAC vraagt ook dat de overheid meer geld geeft aan de kunstenaars, want zij zagen hun inkomsten uit het toerisme drastisch dalen. Ze krijgen wel een basistoelage, maar dat is ruim onvoldoende. O ja, op de vooravond van ons programma konden we in Havana gaan genieten van een balletvoorstelling Don Quijote. Dat verliep zoals we het graag hebben: een bomvolle zaal met ‘gewone’ mensen, een prachtige voorstelling en niet duur. ‘Zonder cultuur ga je dood’, zei men ons bij de UNEAC. Banken en kredieten Nog zo’n bezoek dat de meeste onder ons niet meteen in België afleggen: we zitten samen met verantwoordelijken uit de financiële sector. Zij ondervinden iedere dag de gevolgen van de blokkade: “Vroeger hadden we 3 bladzijden met buitenlandse banken waarmee we konden samenwerken. Het lijstje is intussen geslonken tot nog een 10-tal financiële instellingen”. Cuba kent spaarbanken en handelsbanken. Ze zijn in handen van de overheid. De spaarbank (bv. Banco popular de ahorro, volksspaarbank) is er voor iedereen, terwijl de handelsbanken zich tot coöperatieven en andere bedrijven richten. Particulieren kunnen renovatieleningen krijgen en ook consumentenkrediet zal mogelijk worden. Bijna iedereen kan zijn lening mooi afbetalen. De banken zullen ongetwijfeld een belangrijke rol spelen in de opstart van kleine (privé)bedrijven. Democratie: veel discussiëren en het volk organiserenHet is al gezegd: in Cuba wordt veel (en lang) gediscussieerd, op alle niveaus. Via kiesomschrijvingen in de gemeenten worden de lokale besturen (gemeenteraden) verkozen, op basis van vrij en geheime verkiezingen. Er worden geen dure (belofte)campagnes georganiseerd, maar iedereen kan zich (in een eerste fase) kandidaat stellen, waarna je kieskring je kandidatuur al of niet aanvaardt, op basis van je betoonde inzet. Verkozenen worden niet betaald, tenzij ze permanent in speciale commissies zetelen. Dan houden ze gewoon hun normale loon, en na afloop van hun ambtstermijn kunnen ze hun vroegere job weer opnemen.
Op een avond zijn we te gast bij een buurtcomité, een CDR*. Het staat in voor de samenhang en veiligheid in de buurt. Het zet activiteiten op en bemiddelt met de gemeentelijke besturen als er problemen zijn. We worden hartelijk ontvangen met vers fruit en een drankje. Ook de plaatselijke voorzitter van de UJC** tekent presente. We praten over de organisatie van de jongeren in Cuba en België. Biolandbouw, omdat het moest en moetNa de boeiende ontmoetingen in Cienfuegos reizen we verder naar Camaguey, een pareltje in het hart van het land. De organipónico of stadslandbouwtuin is nog zo’n minder bekend stukje Cuba. Na de crisis in de jaren 90 schoten de stadslandbouwtuintjes als paddenstoelen uit de grond. Ze hadden deze organische landbouw nodig om te overleven. Van een nood werd een deugd gemaakt. Vandaag zijn er in Camaguey alleen al 600 voetbalvelden aan stadslandbouwtuintjes waar vele soorten groenten zoals tomaten, snijbiet en fruit worden geteeld. Ook in Cuba voelen ze de gevolgen van de klimaatverandering. De temperatuur is fors gestegen en er passeren veel vaker orkanen, die de oogst verwoesten. De Cubanen zijn inventief. Ze hebben netten gehangen om de temperatuur te drukken en de zware stortregens (die ook steeds frequenter voorkomen) te breken. We zijn onder de indruk van de schaal en het volledig biologische karakter van deze initiatieven. Tijdloze FidelOp 26 juli, nationale feestdag in Cuba, trekken we in Santiago de Cuba naar de Commandancia de la Plata, het hoofdkwartier van waaruit Fidel Castro en zijn rebellen de strijd aangingen met Batista, de dictator die Cuba had herschapen tot een casino voor de Verenigde staten. We volgen het pad naar het kamp van de rebellen. Door de regenval in de vorige dagen wordt het voor deze stadsmensen een zware tocht. ‘s anderendaags staat ons nog een verrassing te wachten. We zijn te gast bij het Quinteto rebelde, het kwintet van vijf boerenzonen dat voor Fidel het muzikale luik van de revolutie verzorgde. De vijf senioren (twee mensen van de originele bezetting zijn overleden en werden vervangen) zingen en spelen vol overgave. We rijden verder naar Santiago de Cuba, de tweede stad van Cuba. Hier bezoeken we het indrukwekkende kerkhof Santa Ifigenia, de laatste rustplaats van Fidel Castro. Hij wordt er omringd door martelaren en helden van de revolutie en in het goede gezelschap van José Martí, de nationale held van Cuba. De doos met de as van Fidel – die destijds per jeep vanuit Havana werd vervoerd – bevindt zich in een granieten blok. Het naamplaatje vermeldt gewoon “Fidel”, zonder geboorte- of sterftedatum, want hij is tijdloos geworden. Nieuwe economische actorenNa een welverdiende nachtrust en een stevig ontbijt bezoeken we Colores, een kmo-verfbedrijfje . De manager staat ons te woord. In Cuba is het sinds 2019 mogelijk om een eigen bedrijfje oftewel MIPYME (kmo) op te starten. Colores telt 38 werknemers en ging van start in volle covidpandemie. Het produceert ecologische verf voor scholen, ziekenhuizen en de renovatie van gebouwen. 80% van de productie gaat naar overheidsopdrachten. Er is een vakbond, die over de toepassing van de arbeidswetgeving moet waken. Helaas zijn de vakbondsmensen er tijdens ons bezoek niet. De lonen in dergelijke bedrijfjes liggen een stuk hoger dan in de staatsbedrijven. De kmo’s betalen sociale bijdragen en belasting op hun omzet en winsten. Zoals hier klaagt de manager over de belastingen en de bureaucratie… Het bezoek lokt veel discussie uit in onze groep. Hoe laat je een privésector ontwikkelen zonder het socialisme (met zijn planning en volkseigendom) te bedreigen? De Cubaanse overheid heeft ongetwijfeld de ervaringen in de andere (ex-)socialistische landen bestudeerd. Ze wil enerzijds het privé-initiatief aanmoedigen, maar anderzijds wil ze het socialistische kader bewaken. * CDR: comité de defensa de la revolución. Opgericht in de beginjaren na de revolutie om wijken te beschermen tegen aanvallen en sabotageacties van tegenstanders.** UJC: Unión de Jóvenes comunistas, de Unie van Communistische Jongeren