De financiële blokkade tegen Cuba reikt tot in Europa en België. Op 5 oktober ’22 antwoordde minister Van Peteghem op de parlementaire vragen van Vicky Reynaert (Vooruit) en Marco Van Hees (PVDA-PTB). Maar weer bleef hij op de vlakte.
Nieuwe voorvallen bewijzen dat ING en BNP Paribas Fortis blijven weigeren geld naar Cuba over te schrijven. Dat is een inbreuk op het vrij verkeer van kapitaal. Het Europees Bankagentschap (EBA) concludeerde in januari 2022 al dat veel banken onzorgvuldig omspringen met de algemene richtlijnen ter voorkoming van witwaspraktijken en steun aan terrorisme. Met andere woorden: de banken misbruiken al te gemakkelijk hun ‘de-risking’-beleid als verantwoording voor het niet-uitvoeren van betalingen naar Cuba. Daarom ook dat de Belgische Nationale Bank (NBB) op 1 februari 2022 een nieuwe de-risking circulaire verstuurde. Vicky Reynaert wou van de minister weten of de Nationale Bank een procedure ingesteld heeft die een strikte controle van de banken mogelijk maakt op de naleving van de de-risking circulaire? Marco Van Hees wees op het feit dat de Belgische wet van 2 mei 2019 de mogelijkheid voorziet om rechtspersonen, zoals banken die deze wetgeving overtreden, boetes van 10.000 euro tot 10 % van de jaarlijkse netto-omzet op te leggen. Tegelijk gaf M. Van Hees een concreet voorbeeld van hoe BNP-Paribas-Fortis zonder verantwoording de rekening heeft opgezegd van een organisatie solidair met Cuba. Waarom past de minister deze strafmaatregel niet toe op de Belgische banken die de wetgeving overtreden?
Minister Van Peteghem antwoordde: “De toezichthoudende Nationale Bank van België (NBB) vond het inderdaad nodig om haar verwachtingen aan de financiële instellingen ten aanzien van het fenomeen van de-risking te preciseren. (…) Ik verwelkom het initiatief van de bank, dat aan een behoefte beantwoordt. (…) Als minister heb ik geen vinger in de pap wat de uitvoering van de omzendbrief betreft. Het is aan de NBB om toe te zien op de naleving ervan. Het toezicht op de naleving van deze circulaire is een prioriteit voor de NBB. Zij moet maatregelen treffen indien inbreuken worden vastgesteld (…) De wet van 2 mei 2019 bepaalt dat de bevoegde minister, indien (…) bedoelde toezichtautoriteiten een inbreuk vaststellen op de verplichtingen (…) een administratieve geldboete kan opleggen”.
Marco Van Hees besloot door de minister erop te wijzen dat hij initiatieven moet nemen zodat dergelijke inbreuken wel vastgesteld worden. Het is duidelijk dat minister Van Peteghem zich op de vlakte houdt. Hij verschuilt zich achter de Nationale Bank die inbreuken moet vaststellen. Maar hij gaat niet in op de aangebrachte en concrete inbreuken van de banken. Daarom blijven we oproepen om de minister onder druk te zetten door een protestmail te sturen.
Bron: Verslag Commissie Financiën 05 10 22 – pag 16-18.