Op vrijdag 28 oktober gaf Mariela Castro een lezing aan de Amsterdamse Universiteit. We spraken af met een groep van vier ICS-ers om een oversteekje te doen naar onze Noorderburen, om de directrice van Cenesex, het Cubaanse Nationale Centrum voor Seksuele Opvoeding, en dochter van president Raul Castro aan het woord te horen.
We waren niet de enigen. Meer dan 200 mensen waren naar de Zuiderkerk gekomen voor de lezing van Mariela. Een paar jaar geleden interviewde ik haar in Havana, in het kader van het boek ‘Ontmoetingen met Fidel Castro’. De scherpe, kritische geest van Mariela had me toen al aangenaam verrast. Op Cuba is ze een begrip in de strijd voor gelijke rechten van homo, bi- en transseksuele mensen. Ommekeer in de maatschappelijke structurenIk ben een dissidente van de hegemonische machten, van de barbarij, van onrecht en van leugens, zo stak Mariela van wal. Ze startte haar verhaal in 1959. De Cubaanse revolutie maakte van Cuba voor het eerst sinds 1492 een soeverein land. Dat had gevolgen op politiek en economisch vlak. Maar zou ook een ommekeer brengen in de toenmalige sterk patriarchale maatschappij met gevolgen voor de relaties tussen de mensen, voor de gezinnen en op vlak van gender.
De oprichting van de Federación de Mujeres Cubanas, de Federatie van Cubaanse Vrouwen of FMC, in 1960 zou een enorme boost geven aan Cuba’s sociale ontwikkeling. De revolutie bracht een sterke mobilisatie van de hele bevolking teweeg. Ook vrouwen kwamen in beweging. De vrouw, die in haar militie-uniform thuis kwam, was een beeld van elke dag. De nieuwe sociale status die de vrouw verwierf vertaalde zich ondermeer in een terugval van 6 kinderen per vrouw in ‘59 naar minder dan 1 vandaag. Vanaf ’59 werd het privé en katholiek onderwijs vervangen door gratis, niet-religieus gebonden staatsonderwijs voor iedereen, zonder onderscheid van klasse, ras of geslacht. In 1965 werd abortus gratis beschikbaar voor de vrouw die er beroep op wilde doen.
Het eerste congres van de Cubaanse communistische Partij in 1975 keurde een resolutie goed i.v.m. het uitsluiten van discriminatie tegen de vrouw en het organiseren van seksuele opvoeding in het onderwijs. In 1975 werd de familiewet goedgekeurd. Hoewel deze wetgeving uitsluitend gericht was op hetero-relaties was ze de meest progressieve van haar tijd op het continent. Onder druk van de vrouwen moesten de mannen zich steeds verder aanpassen aan de nieuwe verhoudingen. De filosofie van het FMC was om niet tegen, maar samen met de mannen aan verandering te werken.
Homofobe traditieCuba heeft te kampen met een sterk homofobe traditie, versterkt door de erfenis uit het Spaanse wetboek, het katholicisme en de toenmalige wetenschap. Een zwarte bladzijde uit de geschiedenis van de Cubaanse revolutie waren dan ook de UMAP, Unidades Militares de Apoyo a la Producción of Militaire Eenheden ter Ondersteuning van de Productie. Ze werden georganiseerd van 1965 tot 1968. Het was een vorm van militaire dienst die georganiseerd werd in de context van de agressie van de VS tegen het kleine eiland. Ondermeer homoseksuelen en religieuzen kwamen in de UMAP terecht i.p.v. in de reguliere legerdienst. Het versterkte de homofobe gevoelens die bestonden in de Cubaanse maatschappij. Hoewel ze helemaal niet de concentratiekampen waren zoals men ze soms kwaadwillig voorstelt, aldus Mariela, waren de UMAP vernederend en dus absoluut niet te accepteren noch passend in het bevrijdend project van de revolutie. Drie jaar na hun oprichting werden ze terug afgeschaft op initiatief van de hoogste leiding van het leger.
De UMAP werden dan wel afgeschaft, maar de homofobie bleef bestaan en zou andere uitdrukkingsvormen krijgen. Zo sprak het eerste Congres van Werkers uit Onderwijs en Cultuur in 1972 zich uit tegen homoseksuelen in het onderwijs. Het feit dat de wetenschap op dat ogenblik van oordeel was dat homoseksualiteit een afwijking was, rechtvaardigt dat standpunt volgens Mariela op geen enkel moment. In ’75 werd de maatregel om homoseksuelen te verwijderen uit het onderwijsambt door het hoogste gerechtshof afgevoerd als ongrondwettelijk. In 1976 zou de oprichting van het Ministerie van Cultuur o.l.v. Armando Hart definitief voor een ommekeer zorgen.
Hoewel ze haar kritiek op de fouten niet spaart, wijst Mariela erop dat het probleem vaak om politieke redenen uitvergroot wordt. De wetgeving rond homoseksuelen in de VS was op dat moment bijvoorbeeld harder dan die in Cuba, Rusland of Oost-Duitsland.
Momenteel werkt het FMC op een aanpassing van de Familiewet rond het huwelijk en rond het respect voor elke seksuele gerichtheid. De problematiek staat ook geagendeerd op de komende partijconferentie in januari 2012, die georganiseerd wordt in opvolging van het 6e congres van de Cubaanse Communistische Partij van april dit jaar.
Revolutie en seksuele emancipatieDe revolutionaire overheid nam de verantwoordelijk op voor seksuele opvoeding. Dat leidde in ’72 tot de oprichting van een werkgroep rond het thema, gedragen door het FMC. In 1976 kreeg de werkgroep een eerste formele vorm. In 1989 zou dit uitmonden in de oprichting van Cenesex, het Nationaal Centrum voor Seksuele Opvoeding. In 1979 werd onder druk van het FMC voor het eerst een boek uitgegeven waarin homoseksualiteit als een vorm van seksuele gerichtheid en niet als een ziekte werd voorgesteld. Het boek werd een best-seller. Nochtans bleef het Ministerie van Onderwijs zich in de schoolboeken beperken tot reproductieve seksuele opvoeding. Pas in 1996 zou daar verandering in komen.
Vanaf 1979 konden Cubaanse transseksuelen zich laten behandelen. In 1988 zou dit leiden tot een eerste operatieve transformatie, gratis net zoals alle andere medische zorgen in Cuba. Dat bracht echter zoveel commotie teweeg onder de bevolking dat men afzag van een verderzetting van het programma. Pas in 2008, onder druk van Cenesex, ging men terug over tot transgenderoperaties, uiteraard ook gratis.
In Cuba worden ook heteroseksuelen betrokken in de emancipatiebeweging van homo’s, lesbiennes, bi- en transseksuelen. De beweging is er LGBT&H. Sinds 2007 wordt 17 mei, internationale dag tegen de homofobie er gevierd.
Mariela besluit: de jaren ’60 brachten enorme structurele veranderingen binnen de Cubaanse samenleving. Ook de patriarchale schema’s werden doorbroken alsook de traditionele relatiepatronen. Het emancipatorisch proces van de revolutie bracht diepgaande sociale veranderingen mee en de noodzaak om een einde te maken aan elke vorm van discriminatie.
Seksualiteit, kerk en partijEr was nog ruimschoots tijd voor vragen van het talrijk aanwezige publiek. Zo vroeg iemand naar het verschil tussen de Cubaanse homo-emancipatiebeweging en die bij ons. Iemand anders vroeg naar de rol van de Kerk en naar de rol van de Communistische Partij. En: kan je lid zijn van de partij als homo, bi- of transseksueel?
Het grote verschil van de homo-rechtenbeweging hier vergeleken met die in Cuba is volgens Mariela de context. In Cuba gebeurt dat binnen een emancipatorisch model, dat tegelijk ook onder druk staat van de agressie van de VS. We hebben ons van onze meesters bevrijd, aldus Mariela, en tegelijk ook van hun modellen. Homofobie is niet coherent met het revolutionair proces. De Cubaanse mensen beginnen dat ook meer en meer te begrijpen.
De Kerk op zich was vervlochten met de dominante klasse. Het gewone volk hield en houdt het bij de santería, een wijd verbeide religiositeit met Afrikaanse roots. Vandaar dat de relaties overheid-kerk hun ups en downs gekend hebben sinds de revolutie. Momenteel zijn ze op hun best. De Cubaanse Communistische Partij heeft trouwens meermaals als tussenpersoon opgetreden tussen de LGBT-beweging en de kerken.
Uiteraard kan je als homoseksueel lid zijn van de partij, zegt Mariela, mijn vriend Camilo hier is daar een voorbeeld van. Camilo is een van de medewerkers van Cenesex die Mariela vergezelt. De PCC stimuleert Cenesex om de bevolking te sensibiliseren, want enkel als de bevolking erachter staat zal ze de maatregelen om genderemancipatie te realiseren ook effectief dragen. Een wet alleen is niet genoeg, je moet de publieke opinie mee hebben, aldus Mariela.
Kom gewoon kijken!
Spijtig genoeg zijn er altijd wel mensen te vinden die om het even welk onderwerp betreffend Cuba politiseren. Van een minimum aan respect voor organisatoren of genodigde sprekers hebben ze geen last. De organisatoren stonden tot onze verwondering al toe dat ene Kees Van Kortenhof vrijelijk binnen in de zaal een duur in kleur gekopieerd pamflet kon uitdelen, met bevende handjes weliswaar. Het artikel in kwestie, dat bol staat van leugens en halve waarheden, was diezelfde dag ook al in de Volkskrant verschenen. Later volgde nog een provocatieve vraag die door Mariela vlotjes gepareerd werd. De aanwezigen kregen overigens in de lezing meer dan genoeg elementen om hun eigen mening te kunnen vormen. Weet je, besloot Mariela, als je niet goed weet wat er van te denken, kom dan gewoon naar Cuba en bekijk het met je eigen ogen. Wil je er meer over weten? Dan kan je op maandag 14 november in het Geuzenhuis te Gent terecht voor de infoavond over (Homo)seksualiteit op Cuba.