Op de plek waar Che vermoord werd is vandaag een ploeg Cubaanse dokters aan het werk. Afgelopen zomer bezocht een groep Belgen deze regio in Bolvia. Een kort verslag.
Bezoek aan een Cubaanse medische brigade.
Woensdag 14 juliOm de lavanderia te bezoeken waar het lichaam van Che werd getoond in 1967, moeten we het terrein op van het Hospitaal Senor del Malta. Onze gids vertelt dat er Cubaanse dokters werken. Meer informatie hadden we niet nodig om contact te zoeken met de coördinator van de Cubaanse brigade en ’s avonds mochten we bij hen op bezoek.
De brigade, die ons hartelijk ontvangt, bestaat uit 31 medewerkers: dokters, verpleegsters, apothekers en technisch ondersteunend personeel. Zij werken zowel in het ziekenhuis Senor del Malta in Vallegrande als buiten de stad. Verder werken zij ook aan het mausoleum van Che: zij zorgden voor de bouw van het mausoleum en doen nu het onderhoud en de verfraaiingswerken.
Momenteel werken twee dokters in La Higuera aan een missie “Mottomendis”. Deze missie werd opgezet in heel het land met Santa Cruz als eindpunt. De missie brengt invaliden in kaart en onderzoekt welke programma’s men in de toekomst kan opzetten om de situatie voor hen te verbeteren. De twee dokters in La Higuera doen ook nog gratis consultaties en kinderanimatie.
Alle diensten van het medisch team zijn gratis voor de patiënten, volgens het principe van solidariteit onder de volkeren. Cuba schenkt Bolivia ook medicijnen en medisch materiaal zoals monitors en echografietoestellen. Cuba betaalt ook de lonen, het onderdak, de kosten en het transport van de brigade. Het geheel van de kosten loopt in de miljoenen per jaar. Door het embargo heeft Cuba zelf geen overvloed aan medicijnen, maar Cuba deelt wat het heeft, niet wat het over heeft!
In 2006 startte Cuba zijn missie in Bolivia. Intussen zijn ze er al vier jaar. Af en toe verplaatst een deel van de groep zich om in naburige gebieden te gaan helpen. Over het algemeen werden ze goed ontvangen door de bevolking. Slechts een minderheid van de Boliviaanse dokters voelt hun aanwezigheid als oneerlijke concurrentie.
Elk lid van de delegatie heeft vrijwillig en uit eigen overtuiging gekozen om aan deze missie deel te nemen, ook al moet men vaderland, familie en warmte achterlaten. Zoals alle Cubanen, hebben zij ook recht op een maand vakantie per jaar.
In totaal werken er meer dan 1000 Cubaanse vrijwilligers in Bolivia. De resultaten lieten niet op zich wachten. Er is reeds een daling van de kindersterfte en de voedselzekerheid is al gestegen. De aanwezigheid van Cubaanse vrijwilligers in Bolivia werd tot stand gebracht via een wederzijds regeringsakkoord, waardoor het Boliviaans ministerie van bij het begin bij de acties betrokken is. In bijna 100% van de gevallen wordt er samengewerkt met Bolivianen. Men zorgt ook voor de opleiding van extra Boliviaanse artsen. De eerste jaren van die opleiding verlopen in Havana, de laatste jaren gebeuren ter plaatse in Bolivia. Er zijn meer dan 4000 Bolivianen die op deze manier studeren in Cuba. Er zijn ook arme Amerikaanse studenten die op kosten van Cuba in Havana kunnen studeren en die later in Zuid-Amerika gaan werken. De Cubaanse medische ploeg ging ook helpen in Haïti. Deze Cubaanse medische brigades werken in meer dan 76 landen. In totaal zijn dat meer dan 75 000 Cubaanse gezondheidswerkers, waarvan 30 000 dokters.
Omdat in Cuba iedereen de kans krijgt om hogere studies te doen, moet men wel oppassen dat de voedselzekerheid niet in het gedrang komt. Als de boer dokter kan worden, blijft hij misschien geen boer. Om dit op te lossen, zijn er nu technische landbouwuniversiteiten en krijgen de studenten die er studeren ook extra premies en bonussen als stimulans.
De delegatie roept op om in Europa actie te blijven voeren en zeker ook druk uit te oefenen vanuit Europa om “de vijf” vrij te krijgen. Cuba heeft alles gedaan wat het kon om “de vijf” vrij te krijgen; vanaf nu moet er nog meer internationale druk worden uitgeoefend.
Ons solidariteitsbezoek was voor de Cubaanse brigade zeker een verrassing. Voor hen is het een bewijs dat ze gesteund worden door heel wat mensen en dat is hartverwarmend!
Karolien – Santa CruzLa Ruta del CheSanta Cruz de la Sierra is de tweede belangrijkste stad van Bolivia. Geen krotten in het centrum, geen bedelaars, vele Japanse, Koreaanse en Amerikaanse wagens. Het openbaar vervoer is een vloot minibusjes, oud maar niet gevaarlijk, versleten of volgestouwd met mensen die buitenhangen en teveel bagage op het dak. ‘s Avonds eten we in een modern fastfoodrestaurant dat stampvol zit: Bolivianen houden er een verjaardagsfeestje, gezinnen met kinderen eten grote ijsjes, jongeren drinken samen een glas of trakteren hun lief. De gemiddelde prijs is het dubbele (of meer) van wat je in gewone volksrestaurants betaalt: voor een soep en sla met 1 “copa” – een beker bier betaal ik 48 bolivianos (1 € = 8,7 bolivianos). Kan een gewone Boliviaan dat betalen, vroegen we ons af. Hoeveel een doorsnee Boliviaan verdient willen we te weten komen.
Vanuit Santa Cruz trekken we naar Vallegrande, de plaats waar Che opgebaard werd. Om 06u ’s morgens, om de files voor te zijn, verlaten we Santa Cruz in een minibus. Vanuit het vliegtuig Lima-La Paz-Santa Cruz aanschouwden we de besneeuwde bergtoppen en de dorre, bruingekleurde Andeshoogvlakte. Maar de omgeving van Santa Cruz is groen met uitbundige vegetatie op de bergflanken. De weg volgt breed uitgeslepen rivieren naar boven. Plots zien we daar een brug “zweven” in de vallei. Hier worden grootse infrastructuurwerken uitgevoerd. Een fotostop dringt zich op en daarbij hoort een babbel. Yurdin is bestuurder van een Caterpillar graafmachine, samen met zijn maat wisselen ze het werk af. Hij houdt van zijn job. Zij zijn in onderaanneming bij een consortium van Boliviaanse bedrijven dat, volgens hem, dit project moet realiseren. Met 250 werknemers bouwen ze 1 à 2 jaar lang; ze verblijven in een campamento enkele kilometers verderop. Ingenieurs en arbeiders verblijven er samen. Regelmatig mogen ze hun familie bezoeken in Santa Cruz. Is er voor hem iets veranderd met Evo Morales, vraagt Tijs. Alles gaat zijn normale gang antwoordt hij. Of toch: nu worden de werkuren meer gerespecteerd, ze durven niet meer profiteren. Onze lonen worden nu op tijd uitbetaald en dat komt door de vakbonden die nu sterker staan.
Vallegrande is het heerlijk rustige plattelandsstadje dat misschien verloren was gegaan in de geschiedenis, was het niet dat hier, op 9 oktober 1967, de lichamen getoond werden van Che en 2 guerrilleros die, na een hele dag strijd tegen een overmacht van Boliviaanse soldaten, werden gevangen genomen. Che werd neergelegd op de wasbakken van de lavanderia, in Bolivia de publieke plaats bij uitstek waar de vrouwen hun was en hun klap kwamen doen.
In Vallegrande zijn na de ontdekking en de opgravingen van de lichamen van Che en zijn makkers in 1997, inspanningen gedaan om de aanwezigheid van Che levendig te houden. Daarvoor mocht er niet luidop over Che gesproken worden, verduidelijkt onze gids Gonzalo. We bezoeken het museum, de lavanderia, het graf van Tania, la guerillera en andere guerilleros uit Cuba, Peru en Bolivia. De resten van Che en de mannen die met hem sneuvelden rusten nu in een mausoleum in Santa Clara, Cuba. Vallegrande heeft recht gedaan aan de jaren dat de resten verstopt waren “tussen de landingsbaan van het vliegveld en het kerkhof” en bouwde ook een mausoleum in Vallegrande. Vele foto’s van Che getuigen van de belangrijkste momenten in zijn leven als consequent revolutionair. Enkele van ons willen eer betuigen en samen zingen we het lied Hasta siempre comandante.
Ik vraag Juanita, de hostaluitbaatster in Vallegrande hoeveel men nodig heeft om te leven in Bolivia: 2000 bolivianos per persoon en dan kun je goed leven. Juanita was vroeg weduwe en dus enige kostwinner. Zij heeft 40 jaar gediend bij een rijke familie, is extra gaan bijverdienen om haar kinderen te laten studeren. Ze verdienen nu hun boterham als agronoom-ingenieur, bedrijfsmanager en chemisch laborant. Het hostal was van een rijke dame. Haar kinderen in Santa Cruz ontvangen de reservaties en de betalingen. Juanita ziet zelf geen geld zegt ze. Zij en één helpster mogen inwonen in het hostal en zijn dan ook 24/24uur ter plaatse. Ze verdient genoeg om rond te komen, zei ze nog. Kun je raden hoe oud ik ben? Ze is al 70 jaar en dank zij haar goede gezondheid kan ze nog werken. In haar familie leven ze lang. Haar overgrootmoeder is 116 jaar geworden. Trouwens, in Vallegrande leven de mensen opvallend lang; het moet het klimaat zijn, de versheid van de voeding, de zuivere lucht. Leen – Vallegrande, 14 juli 2010bron: blog van Leen Swinnen