Donald Trump stelt dat Juan Guaidó de rechtmatige president van Venezuela is. De heer Guaidó, een man van onberispelijke illegitimiteit, werd door Dan Cohen en Max Blumenthal ontmaskerd als “een product van een tien jaar durend project onder toezicht van de elite ‘regime change trainers’ van Washington”.
De Argentijnse socioloog Marco Teruggi beschreef Guaidó in hetzelfde artikel als “een personage dat is gecreëerd voor deze job” van regimeverandering. Zijn grondwettelijke geloofsbrieven om interim-president van Venezuela zijn waardeloos.
Opgeleid aan de George Washington University in Washington DC, was Guaidó vrijwel onbekend in zijn geboorteland Venezuela voordat hij recent op het wereldtoneel werd opgevoerd in een snelle reeks van gebeurtenissen. Uit een opiniepeiling, iets meer dan een week voordat Guaidó zichzelf tot president van het land uitriep, bleek dat 81% van de Venezolanen nog nooit van de 35-jarige gehoord.
Om een kort verhaal nog korter te maken: VS vice-president Pence belde op 22 januari ’s avonds met Guaidó en vroeg hem of hij graag president van Venezuela zou willen worden. De volgende dag kondigde Guaidó aan dat hij zichzelf als president van Venezuela beschouwde, onmiddellijk gesteund door Trump die binnen enkele minuten de zelfbenoeming bevestigde.
Enkele weken eerder, op 5 januari, werd Guaidó gekozen tot voorzitter van de Nationale Vergadering van Venezuela. Hij was in de vergadering gekozen in een kustdistrict met slechts 26 procent van de stemmen. Het was toevallig de beurt aan zijn partij voor die functie, en daarom werd hij gekozen. Guaidó behoorde, zelfs binnen zijn eigen partij, zeker niet tot de toppolitici.
Guaidó’s partij, Voluntad Popular, is een extreemrechtse marginale groep waarvan John Bolton, Elliott Abrams en Mike Pompeo de meest enthousiaste aanjagers zijn. Ze heeft een strategie van regimeverandering met extraparlementaire middelen en had daarom niet deelgenomen aan de recente Venezolaanse presidentsverkiezingen.
Hoewel gezalfd door Trump en consoorten, is Guaidó’s Voluntad Popular Party helemaal niet representatief voor de “
Venezolaanse oppositie,” Die bestaat uit allerlei conflicterende fracties wiens haat tegen Maduro alleen wordt geëvenaard door hun afschuw van elkaar. Toonaangevende oppositiekandidaat Henri Falcón, die in 2018 een neoliberaal bezuinigingsprogramma verdedigde tegen Maduro, werd fel tegengewerkt door Voluntad Popular, die eiste dat hij zich aansloot bij hun -door de VS gesteunde – boycot van de verkiezingen.
De Venezolaanse nieuwssite, Ultimas Noticias, meldt dat prominente oppositiepoliticus Henrique Capriles, die campagne voerde tegen Maduro in 2013, ” tijdens een interview bevestigde dat de meerderheid van de oppositiepartijen niet eens zijn de autoproclamatie van Juan Guaidó als interim president van het land”. Claudio Fermin, voorzitter van de partij Soluciones para Venezuela, schreef: “wij geloven in verkiezingen, in dialoog, wij geloven in de mogelijkheid van een akkoord, wij geloven dat Venezolanen zich moeten distantiëren van de extremistische sectoren die alleen haat, wraak, lynching bieden”. De belangrijkste oppositieleider van de staat Táchira, Laidy Gómez, heeft Guaidó’s steun aan een interventie door de VS afgewezen en gewaarschuwd dat het “de dood van de Venezolanen zou veroorzaken”.
Het Guaidó/Trump complot weerspiegelt niet de democratische consensus in Venezuela. Uit opiniepeilingen blijkt dat een grote meerderheid zich consequent verzet tegen interventie van buitenaf. De publieke opinie in Venezuela steunt de onderhandelingen tussen de regering en de oppositie zoals voorgesteld door Mexico, Uruguay en het Vaticaan. De regering-Maduro heeft de onderhandelingen omarmd als een vreedzame oplossing voor de crisis in Venezuela.
De Amerikaanse regering verwerpt een onderhandelde oplossing, in de woorden van vicepresident Pence: “
Dit is geen tijd voor een dialoog, dit is tijd voor actie.” Deze onbuigzame houding wordt door Guaidó trouw herhaald. Terwijl de meeste Venezolanen vrede willen, schreef de zelfbenoemde president, gesteund door de VS militaire macht, in een New York Times opinie dat het mogelijk is “het Maduro-regime te beëindigen met een minimum aan bloedvergieten”.
Het vijgenblad van het Guaidó/Trump complot is het artikel 233 van de Venezolaanse grondwet die de Nationale Assemblee de bevoegdheid geeft vast te stellen dat de president zijn ambt “heeft opgegeven”. In dat geval kan de voorzitter van de Nationale Assemblee dienen als interim-president, totdat er presidentsverkiezingen worden gehouden. De ongemakkelijke waarheid is dat Maduro geen enkele neiging heeft getoond om zijn functie op te geven.
In feite zijn de redenen voor de mogelijke vervanging van een president zeer duidelijk uiteengezet in de eerste alinea van artikel 233 van de Venezolaanse grondwet en die gaan niet over ’frauduleuze of onwettige verkiezingen’, zoals de complotteurs beweren. In de ingewikkelde logica van de VS-regering en haar pionnen is de verkiezing per definitie frauduleus, wanneer het volk iemand kiest die hen niet bevalt, en is de democratisch gekozen winnaar ipso facto een dictator.
Betwisting van de geldigheid van een verkiezing moet, zoals in elk land, worden behandeld voor de rechtbank, niet door zich tot Donald Trump te wenden en zeker niet door het zalven van een individu van een partij die in 2018 had kunnen worden gekozen, maar besloot tot een boycot.
De Nationale Kiesraad (CNE) heeft de herverkiezing van Maduro gecertificeerd, samen met onafhankelijke internationale waarnemers. In elk stemlokaal werd een transparante auditprocedure van de verkiezing uitgevoerd en alle partijvertegenwoordigers – ook die van de oppositie – hebben de geldigheid van het proces bij de sluiting van de verkiezingen afgetekend. Verder is er door geen van de boycotpartijen beroep aangetekend, hoewel Falcón – die wel mee deed – nadien onregelmatigheden in het proces voor de hoge rechtbank heeft aangevoerd.
Maduro werd op grond van artikel 231 van de Venezolaanse grondwet beëdigd voor het Hooggerechtshof TSJ. Die had eerder vastgesteld dat de Nationale Assemblee op grond van artikel 336:7 in strijd met de grondwet handelde door drie leden onrechtmatig te beëdigen vermits de stemming in hun district moest overgedaan worden wegens onregelmatigheden bij de stemming.
De extreemrechtse oppositie heeft zowel het hoge hof als het verkiezingsproces geboycot. Zij betwisten de legitimiteit van de TSJ omdat sommige leden van de TSJ werden benoemd door het vorige parlement, dat gunstig stond tegenover Maduro, nadat in december 2015 een nieuwe Nationale Vergadering met een meerderheid van de oppositie werd verkozen, maar nog niet geïnstalleerd was.
Zelfs als president Maduro op de een of andere manier zou geacht worden in ‘falta absoluta’ te verkeren, d.w.z. een soort van onmogelijkheid het presidentschap uit te voeren door vermissing, krankzinnigheid, langdurige afwezigheid, overlijden, edm., is de voorzitter van de Nationale Assemblee alleen bevoegd om de macht over te nemen als de ‘falta absoluta’ plaatsvindt voordat de wettige president “bezit neemt” van zijn post. Maduro was echter al “in positie” voor de inauguratie van 10 januari 2019 en zelfs voor de presidentsverkiezingen van 10 mei 2018. Maduro was president sinds de verkiezingen van 2013 en werd afgelopen mei herverkozen. Als de’ falta absoluta’ plaatsvindt tijdens de eerste vier jaar van het presidentschap, neemt de vicepresident het over. Vervolgens bepaalt de grondwet dat er binnen 30 dagen een verkiezing van een nieuwe president moet plaatsvinden. Dit is wat er gebeurde toen president Hugo Chávez stierf tijdens zijn ambtstermijn in 2013. Vicepresident Nicolás Maduro volgde hem op, riep op tot nieuwe verkiezingen en werd gekozen door het Venezolaanse volk.
Als de ’falta absoluta’ voorvalt tijdens de laatste twee jaar van het zesjarige Presidentschap, dan is de vicepresident volgens de Venezolaanse grondwet tot het einde van de ambtstermijn aangesteld. Als het tijdstip van de vermeende falta absoluta onduidelijk is – toen Maduro in 2018 de “onwettige” verkiezingen won, zoals de extreemrechtse oppositie beweert – is het aan de TSJ om te beslissen, niet aan de Parlementsvoorzitter of zelfs zo’n verheven autoriteit als de VS-senator Marco Rubio. Of de serviele VS- pers (te talrijk om te citeren), die zonder de moeite te nemen om de duidelijke tekst van de Bolivariaanse grondwet te lezen, herhaaldelijk verwijst naar Guaidó als de “grondwettelijk geautoriseerde” of “legitieme” president.
Alfred de Zayas, onafhankelijk expert van de Verenigde Naties op het gebied van de bevordering van een democratische en rechtvaardige internationale orde: “
Artikel 233 van de Venezolaanse grondwet is niet van toepassing en kan niet worden gebruikt om Guaidó’s zelfuitroeping als interim-president te legitimeren. Een staatsgreep is een staatsgreep”. Roger Harris en de Task Force on the Americas en de Campaign to End US/Canada Sanctions Against Venezuela.