Honduras : de permanente staatsgreep

Maurice Lemoine, deskundige Latijns-Amerika, geeft ons zijn analyse van wat er in Honduras aan de hand is.

Na meer dan een week vertraging en incidenten, het ene al verdachter dan het andere, deelde het Hondurese Verkiezingshooggerechtshof (TSE) op 4 december de “voorlopig definitieve” resultaten mee van de presidentsverkiezingen van afgelopen 26 november. Daarbij kwam Juan Orlando Hernández, de zittende president van rechts na de staatsgreep, die zich onwettig verkiesbaar stelde, met 42,98% als overwinnaar uit de bus. Salvador Nasralla, de kandidaat van een coalitie – het Oppositieverbond tegen de dictatuur, met het in 2009 omvergeworpen staatshoofd Manuel Zelaya als coördinator – kreeg 41,39% toegekend; hij spreekt van fraude en weigert, met goede argumenten daartoe, om het verdict van het TSE te erkennen. Terwijl de Staat de noodtoestand afkondigde en er meer en meer wordt betoogd begint er een gevaarlijke krachtmeting.6,2 miljoen burgers werden naar de stembus geroepen voor de verkiezing, in een ronde, van niet alleen hun president maar ook van 3 vicepresidenten, 128 volksvertegenwoordigers voor het Congres, 20 volksvertegenwoordigers voor het Centraal-Amerikaans Parlement en 298 burgemeesters. Van de negen kandidaten voor het hoogste ambt maakten maar twee een kans: Hernández, van de Nationale Partij (PN) en Nasralla voor het Oppositieverbond.

Op 26 november, als de nacht nog niet is gevallen, roept Juan Orlando Hernández (“

JOH”), in de zuiverste stijl van Hondurees ‘putschistisch’ rechts, zijn aanhang toe:”

De telling is overduidelijk en onbetwistbaar: wij hebben gewonnen!”. Op dat ogenblik heeft het TSE nog geen enkel officieel cijfer meegedeeld. Een exit-poll geeft hem 43,93% van de stemmen tegen 34,70% voor Salvador Nasralla, de kandidaat van het Oppositieverbond tegen de dictatuur, die op de tweede plaats komt. Geloofwaardige informatie? Het instituut Ingeniera Gerencial, dat de bevraging uitvoerde, is eigendom van Arturo Corrales, de ’tsaar van de peilingen’ en voormalig buitenlandminister (september 2011 – april 2013) van Porfirio Lobo (PN) en daarna van Hernández zelf (januari 2015 – april 2016), en ondertussen al achttien maanden binnenlandminister. Als je niet in media werkt die eigendom zijn van de Hondurese oligarchie heb je al duidelijkere waarborgen van neutraliteit gekend.

Omdat het verkiezingsproces zo niet helemaal als afgesloten kon worden beschouwd, riep Nasralla, de kandidaat van een coalitie van centrum- en linkse partijen, zichzelf ook uit tot overwinnaar, op basis van de misschien meer geloofwaardige voorlopige uitslagen die op maandag om 1.45 uur ’s morgens werden aangekondigd: na telling van 57% van de stembiljetten kende het TSE hem officieel 45,17% van de stemmen toe, tegen 40,21% voor Hernández. Vijf punten voorsprong (93 975 stemmen) “

Een onomkeerbare uitslag”, bevestigt zonder aarzelen Marco Ramiro Lobo, een van de vier rechters van het TSE. Een meer dan redelijke bewering aangezien in de vorige presidentsverkiezing (24 november 2013), David Matamoros, die toen al voorzitter van het TSE was, nadat 67% van de stemmen geteld waren,de (betwiste) overwinning van “

JOH” aankondigde: “

De uitslag kan niet worden betwist. De cijfers waarover we beschikken weerspiegelen een onomkeerbare tendens. We zijn dus zover wanneer, vreemd genoeg, de uitslagen van de stembureaus plots niet meer binnenkomen. In de loop van de maandag verwondert Manolo Pichardo, de voorzitter van de Permanente Conferentie van de politieke partijen van Latijns-Amerika en de Caraïben (COPPPAL) zich: “

Wat ons bijna allemaal verrast is dat (…) we nog altijd niet officieel weten welke kandidaat de verkiezingen gewonnen heeft”. Inderdaad, terwijl de leiders van de Nationale Partij hun sympathisanten vragen om zich klaar te houden om “onze overwinning op straat te vieren” waarschuwt Nasralla: “

We zullen vechten om wat we in de stembus hebben gewonnen te verdedigen”.

Op de derde plaats komt Luis Zelaya (geen enkele familieband met het oud-staatshoofd), de kandidaat van de Liberale Partij, die zijn nederlaag toegeeft en Nasralla met zijn overwinning gelukwenst. Laatstgenoemde spreekt al van fraude. Hernández en de leiders van de Nationale Partij vermenigvuldigen de provocaties. Onder druk van de vragen waarom het zo abnormaal lang duurt om de stemmen te tellen antwoordt de voorzitter van het TSE Matamoros dat 30% van de stemverrichtingen (2 miljoen stembiljetten) voornamelijk uit het platteland komt en dat ze niet elektronisch konden worden verzonden wegens een “overbelasting van de servers” en door het leger naar de hoofdstad Tegucigalpa gebracht worden. Bijgevolg, voegt hij daaraan toe, zal men de definitieve verkiezingsuitslag maar kennen… op 30 november, vier dagen na de sluiting van de stembureaus! Moesten dergelijke aankondigingen uit Venezuela komen, dan zou dat meteen een mediatieke storm en een internationaal schandaal veroorzaken.

Op woensdag 29 november deelt het TSE druppelsgewijs nieuwe cijfers mee die moeten aantonen dat de kloof tussen de twee kandidaten verkleint. En dan valt de verzending van de uitslagen van het TSE uit. Om vijf tergend lange uren later te hervatten en “

JOH” op wonderbaarlijke wijze op kop ligt met 42,2% van de stemmen tegen 42,1% voor Nasralla (een verschil van 3000 stemmen). Die kondigt aan dat het pact dat hij heeft ondertekend in aanwezigheid van de waarnemers van de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS), en waarin hij er zich toe verbond om het verdict van de verkiezingsarbitrage te erkennen, geen enkele waarde meer heeft omdat men hem “in de val heeft gelokt”. Vanuit Washington bekritiseert de OAS die beslissing scherp, maar eist dat “de stemmen in alle rust en onpartijdigheid op transparante wijze zouden worden geteld”. Dan loopt de spanning gevaarlijk op. Voor zij die het hebben meegemaakt doet de situatie aan een betreurenswaardig precedent denken: de beschamende presidentsverkiezing van 24 november 2013. Toen heette de best geplaatste oppositiekandidate Xiomara Castro, vertegenwoordiger van de partij Vrijheid en herbronning (Libre). Zij is de echtgenote van het oud-staatshoofd Manuel Zelaya, die op 28 juni 2009 door een staatsgreep was omvergeworpen omdat hij een reeks hervormingen wilde doorvoeren die de vertegenwoordigers van de societykringen en Washington met lede ogen aanzagen. Na afloop van verkiezingen onder zware verdenkingen van fraude en grote onregelmatigheden werd zij tot verliezer (28,78% van de stemmen) en Hernández (36,89%) tot winnaar uitgeroepen. Ondanks hun gemotiveerde klachten, en die van Nasralla die toen, voor rekening van de Anticorruptiepartij (PAC), op de derde plaats (13,43%) eindigde, werd het resultaat onder zeer betwistbare omstandigheden door de waarnemingsmissies van de OAS en van de Europese Unie, onder leiding van de Oostenrijkse Ulrike Lunacek, bekrachtigd. Bijgevolg boezemt de aanwezigheid, vier jaar later, van diezelfde missies de progressieve of gewoonweg democratische krachten weinig vertrouwen in dat die ertoe zouden bijdragen dat het rechts van na de staatsgreep de spelregels zou respecteren. En nog minder wanneer de delegatieleider Jorge “

Tuto” Quiroga van de OAS, de conservatieve ex-president van Bolivia (die nooit als president verkozen werd maar als vicepresident dat mandaat kreeg toen het staatshoofd Hugo Banzer in mei 2002 overleed) actief deelneemt aan de virulente destabiliseringscampagne tegen de Venezolaanse president Nicolas Maduro, samen met zijn onfrisse ex-collega’s Andrés Pastrana en Álvaro Uribe (Colombia), Vicente Fox en Felipe Calderón (Mexico), José María Aznar en Felipe González (Spanje), Eduardo Duhalde (Argentinië), Sebastián Piñera (Chili), Óscar Arias (Costa Rica), Lucio Gutiérrez (Ecuador), Alfredo Cristiani (Salvador), Alejandro Toledo (Peru), enz. De OAS en de EU zullen, vanaf hun respectievelijke continent, nog nooit van zoveel cynisme blijk hebben gegeven. Luis Almagro, de secretaris-generaal van de panamerikaanse organisatie, leidt vanuit Washington een extreem gewelddadig offensief tegen Caracas en drijft de gekheid (en het belachelijke!) zo ver dat hij Maduro en zijn regering voor het Internationaal Strafhof (CPI) wil slepen. De ‘met glysofaat behandelde’ Europese Unie, die het verlanglijstje van Donald Trump slaafs volgt, keurde op 13 november sancties tegen Venezuela goed. Maar noch de ene noch de andere, en ook niet meer dan de beruchte ‘internationale gemeenschap’ waarop ze zich beroepen, hebben hoogstens een met de wenkbrouwen gefronst ten aanzien van het schandaal dat de kandidatuur van “

JOH” voor deze verkiezing vormt.

De vertegenwoordigers van de oligarchie – de Nationale Partij, een fractie van de Liberale Partij, het leger, de media, de Kerk en de gestelde lichamen verantwoordden de afzetting van Manuel Zelaya op 28 juni 2009 wegens een vermeende schending van de grondwet, die uitdrukkelijk de herverkiezing van de zittende president verbiedt. Dat was een grove leugen: de enige fout die het staatshoofd maakte was dat hij in alle wettelijkheid een vrije volksraadpleging wou organiseren over de mogelijke bijeenroeping van een nationale grondwetgevende vergadering (ANC) om een nieuwe grondwet uit te werken. Aangezien die volksraadpleging op dezelfde dag als de algemene verkiezingen ging plaatsvinden, was het voor hem onmogelijk om zich, zoals men hem ervan beschuldigde, kandidaat te stellen om onwettelijk aan de macht te blijven. Dankzij de wilde repressie die daarop volgde konden de regeringen van Porfirio Lobo (2010-2013), de “winnaar” na de “kaping” van verkiezingen die een groot deel van de bevolking als illegaal bestempelde en boycotte, en daarna van Hernández (van 2013 tot nu) het land weer in het neoliberale keurslijf dwingen. Een opdracht “van privébelang” die “

JOH” van plan is om voort te zetten. Daarom moet wat gisteren verboden was morgen plots mogelijk zijn. En dat op de meest beschamende wijze… Het ambtsmisbruik begint in augustus 2013 wanneer het parlement, dat wordt overheerst door de Nationale Partij en dan door Hernández wordt voorgezeten die al presidentskandidaat is voor de volgende maand november, zonder enige bevoegdheid daartoe vier van de vijf rechters van de Grondwettelijke Kamer van het Hooggerechtshof (CSJ) afzet. Die laatsten waren zo onverstandig geweest het “prestigeproject” van “

JOH” en zijn kompanen te verwerpen: de wet op de “modeldorpen”, enclaves die aan de sociale wetten en de nationale rechtsgebieden ontsnappen en de arbeidskracht met handen en voeten aan de internationale investeerders binden. De in januari 2014 benoemde nieuwe rechters komen braafjes op die beslissing terug. Oscar Chinchilla, die aan de afzetting ontsnapte omdat hij zich voor de ‘modeldorpen’ uitsprak, wordt procureur-generaal van de republiek. Wanneer Hernández, nu staatshoofd, zijn voornemen bekendmaakt om naar een tweede mandaat te dingen, waarvan iedereen weet dat dat verboden is, springt dat mooie wereld netjes in de houding. “

JOH” heeft ook het opperbevel van leger en politie vernieuwd en er zijn mannetjes geplaatst, en niemand valt er dan ook over wanneer het Hooggerechtshof het grondwetsartikel over het verbod op herverkiezing “niet toepasbaar” verklaart en wanneer het Congres het verzoek verwerpt van Libre, van de Liberale Partij en de Anticorruptiepartij die vragen om een referendum in te richten om ‘het volk’ over deze oekaze te raadplegen. Waarvoor is dat goed? Hernández heeft toch de uitslag van peilingen in handen die zeggen dat 70% van de Hondurezen met de herverkiezing akkoord gaat? “

We moeten naar de rest van de wereld kijken”, zegt hij met een uitgestreken gezicht, “waar een herverkiezing een tweede mandaat mogelijk maakt, en ons afvragen waarom men er meer op vooruitgaat dan bij ons, en ook waarom wij ons aan onze uitzondering zouden moeten houden, in een situatie waarin we erop vooruitgaan en dan, om de vier jaar, iemand aan de macht komt die alles kapotmaakt”. Voor de anekdote: een van de hevigste tegenstanders van die goocheltruc heet Romeo Vasquez. In 2009 staat hij aan het hoofd van het leger en hij zal, wat de niet-herverkiezing betreft en om de oligarchie te gehoorzamen, het vuile werk opknappen door met zijn troepen Zelaya omver te werpen. Eenmaal op pensioen, en gebrandmerkt als couppleger, lijkt hij weinig waardering te hebben voor de dubbelhartigheid van de ‘politiekers’ die, nadat ze hem hebben gebruikt en onteerd, rustig de koek in hun eigen voordeel hebben verdeeld. Terwijl de protestbetogingen aanzwellen klopt de politie er lustig op los, het leger verklaart dat ze de beslissingen van het TSJ en van de CNE “respecteert”, het openbaar ministerie zwijgt als vermoord en de Kerk, die in 2009 moord en brand schreeuwde en Zelaya aan het kruis wilde nagelen, gebiedt de gelovigen om zich rustig te laten temmen: “

Als christenen kunnen wij niet onverantwoord handelen, we moeten aan de verkiezingen deelnemen”(Bischoppenconferentie van 27 februari 2017). En de Ondersteuningsmissie tegen de corruptie en straffeloosheid in Honduras (MACCIH), die sinds 19 april 2016 door de zeer rechtschapen OAS in dat gefaalde land gemandateerd is, wast haar handen in onschuld: “

Wij bemoeien ons niet met de politiek”, klinkt het op 19 augustus 2016 bijzonder respectvol uit de mond van haar woordvoerder Juan Jiménez Mayor, en waarbij men voor een keer Caracas vergeet. Gelieve niet te lachen. Het is een gekkenverhaal, maar helaas waar. Sinds de staatsgreep van 2009 leeft Honduras onder de dictatuur van de CIA: corruption (corruptie), insécurité (onveiligheid), autoritarisme. Deze ex-(?) bananenrepubliek van 9,1 miljoen inwoners, waarvan volgens de Wereldbank 65% onder de armoedegrens leeft en daarvan 42% in extreme armoede, overleeft dankzij de geldtransferts (18,5% van het bbp) van zijn miljoen emigranten, die vooral in de Verenigde Staten leven. Om maar een voorbeeld te nemen: zij die nog in het land wonen hebben de privatisering van het Nationale bedrijf voor elektrische energie (ENEE) moeten ondergaan. Men heeft daarbij zorgvuldig het credo van het Internationaal Muntfonds gevolgd, waardoor die transfer zeer klassiek een tariefverhoging van 100 tot 200% veroorzaakte en de Hondurese elektriciteit zo tot de duurste van Centraal-Amerika maakte. Gelukkig voor hen verlichten sommigen, op het platteland, nog met kaarsen. Het land is, zoals zijn buren El Salvador en Guatemala, aangevreten door de “maras” – drug- en maffiabendes – en kent een van de hoogste moordcijfers ter wereld (63,8 per 100 000 inwoners in 2015; 93,2 in 2011). Onder het mom van die plaag te bevechten heeft Hernández een Militaire Politie voor Openbare Orde (PMOP) opgericht, een door een nieuwe belasting gefinancierde Pretoriaanse wacht. En nog een Dit initiatief luidt het einde in van twintig jaar geleidelijke demilitarisering, na de overgang die op de militaire dictatuur van de jaren tachtig volgde, en het heeft niet alleen de criminaliteit op het oog, verre van. Als je de puzzelstukjes goed samenlegt, besef je dat de sociale controle en repressie de eerste doelen van de operatie zijn. De, ook door “

JOH” aangemoedige, hervorming van de strafwet heeft het leger overduidelijk de opdracht gegeven om “opstand, terreurdaden en het via vandalisme beroeren van de openbare orde en de sociale stabiliteit” te onderdrukken. Voor wie tussen de regels kan lezen: de uitdrukkingen van oppositie. De moord, op 2 maart 2016, op Berta Cáceres, Lenca-Indiaanse en coördinatrice van de Burgerraad van de volks- en autochtone organisaties van Honduras (Copinh) heeft een tipje van de sluier opgelicht over de strafexpedities die zich op plaatsen afspelen die de media een beetje te veel vergeten maar zich integendeel met overgave op buurland Nicaragua storten om (in naam van enkele terechte kritieken, maar ook en vooral om de verkeerde redenen) de Sandinistische macht zwart te maken. Het klopt dat die macht, en daarmee maakt het de zaak alleen maar erger, sociale programma’s heeft ontwikkeld die het steun van het volk oplevert. Acht mannen worden beschuldigd van de moord op Cáceres, een militante die zich verzette tegen de bouw van de hydro-elektrische dam Agua Zarca op de Gualcarquerivier: twee staan in rechtstreeks verband met Desarrollos Energéticos (DESA), het bedrijf dat de eigenaar is, en drie anderen zijn verbonden aan de militaire inlichtingendiensten. Op 19 november jl. werden twee politieagenten op hun beurt gearresteerd – Juan Carlos Cruz en Miguel Arcángel Rosales – wegens het vervalsen van tijdens het onderzoek verzamelde bewijzen om de beklaagden te beschermen en de zaak voor te stellen als het gevolg van een diefstal of een passionele misdaad. Hoewel, volgens een rapport van de Internationale Groep Assesoren van deskundigen (Gaipe), de moord op Cáceres beraamd werd door leidinggevenden van DESA en overheidsambtenaren, werd geen enkele van die intellectuele daders tot op vandaag verontrust. Het spreekt voor zich dat dit drama, dat de gemeenschap van de milieuverdedigers heeft verontwaardigd, de boom kan worden die het bos verbergt. Sinds 2010 werden 123 militanten – politieke militanten verbonden aan Libre, vakbondsmensen of boeren – in alle straffeloosheid afgemaakt, in het bijzonder in de streek van Bajo Aguán, waar de Afrikaanse palm producerende grootgrondbezitters de ‘landlozen’ vervolgen. Hoe erover berichten? Terwijl de overheersende media – El Heraldo, La Prensa, Tiempo, La Tribuna, de televisiezenders Canal 5, Canal 13 en Canal 17, HRN voor de radio, enz. – het systeem vergrendelen, werden sinds 2008 tweeënzestig journalisten, fotografen, cameralui en eigenaars van alternatieve media, die over het algmeen de machthebbers bekritiseerden, vermoord. Zonder te praten over de ondergane bedreigingen en aanvallen. Als het over corruptie gaat, zit de worm in het fruit tot op het hoogste niveau. In januari 2014 sloeg Mario Zelaya (evenmin familie van de oud-president), directeur van het Hondurese Instituut voor Sociale Zekerheid (IHSS) onder het mandaat van Porfirio Lobo, overhaast op de vlucht. Men heeft ontdekt dat 120 miljoen dollar (die er binnenkort 200 miljoen zullen worden) bedoeld voor de aankoop van geneesmiddelen, leveringen voor het gezondheidssysteem en om de ouderdomspensioenen te betalen ‘verdampt’ zijn en daarbij het instituut hebben geruïneerd. Maar niet iedereen, dat spreekt voor zich. De thans op de vlucht zijnde Zelaya verkoopt haastig zijn weelderige residentie in Louisiana, dichtbij het Pontchartrainmeer, voor 300 000 dollar.

Negen maanden later wordt hij bij de Nicaraguaanse grens gearresteerd en moet hij voor de rechter verschijnen. “

Deze aanhouding toont overtuigend aan dat de veiligheids- en defensie-instellingen van de staat snel en doeltreffend werken” klopt president Hernández zich op de borst. Hij zal minder breedvoerig zijn wanneer, in mei 2015, Gabriela Castrellanos, de coördinatrice van de Nationale Anticorruptieraad (CNA) een reeks onthullingen doet waarbij men zal ontdekken dat 136 000 van die aan de meest behoeftige bevolking gestolen buit in de kassen van de Nationale Partij zijn beland… om er zijn verkiezingscampagne mee te betalen.

In het kader van die zaak zullen in Honduras zeven ambtenaren achter de tralies vliegen, drie anderen in de Verenigde Staten, in Panama en in Chili; er worden bankrekeningen aangeslagen, en ook zestig eigendommen, de helft op Amerikaanse grondgebied, de helft in Honduras. Een ongeluk komt nooit alleen: Lena Gutiérrez (Nationale Partij) komt op haar beurt ten val in juni 2015: het bedrijf Astropharma, eigendom van haar familie en waarvoor ze heeft gewerkt, heeft de geneesmiddelen die zij aan de openbare ziekenhuizen verkoopt tot 5000% te veel aangerekend. En dan houden de onthullingen op. (En met reden… Op 1 juni neemt Roberto Ramírez Aldana, de procureur die de megafraude van het IHSS heeft ontdekt, het vliegtuig richting Frankrijk waar hij Honduras in de Unesco zal vertegenwoordigen. Bij zijn vertrek zegt hij duidelijk dat hij geen ontslag neemt als procureur, maar dat hij enkel “een bijzonder toestemming” heeft gevraagd om zijn werk te verlaten “wegens veiligheidsredenen”. Tienduizenden Hondurezen komen op straat om het ontslag van Hernández te eisen; de crisis wordt groter en om haar te ontmijnen wordt met de OAS onderhandeld om in januari 2016 de Ondersteuningscommissie tegen de corruptie en straffeloosheid (MACCIH) te laten toekomen. Haar internationaal team van rechters en advocaten beschikt over geen enkele macht en moet alleen de lokale onderzoekers en procureurs een ’technische steun’ bieden. “

Een gebarenspel” meent Alexander Main, onderzoeker van het Center for Economic and Policy Research (CEPR).

Niemand, zelfs niet de meest naïeve persoon, ontkent dat er in Honduras criminelen rondlopen en ook niet dat heel wat politici niet veel beter zijn. De Verenigde Staten schatten in 2011 dat 60% van de uit Colombia afkomstige cocaïne die op hun grondgebied toekomt via Centraal-Amerika passeert, met betrokkenheid van de Mexicaanse kartels van de Sinaloa en van de Zetas. Het strategisch gelegen Honduras heeft zich gespecialiseerd in vluchten op lage hoogte, om de radars te vermijden, van vliegtuigen die, geladen met het goed in plastiek verpakte sneeuw, overal landen, ongeacht het uur en de omstandigheden. En dan spreken we nog niet over de speedboats of andere vaartuigen die langs de zeer afgelegen kusten van Moskitia varen. Na een lange speurtocht arresteren Amerikaanse agenten van de Drug Enforcement Administration (DEA) en mannen van een speciaal Hondurees bataljon begin oktober 2014 vlakbij de grens met Guatemala de beruchte kopstukken van het Vallekartel: de broers Miguel Arnulfo (clanhoofd) en Luis Alonso Valle Valle. De derde broer, José Inocent Valle (wiens vrouw Friselda Amaya Arguera al werd gevat) zal hen vervoegen, en samen zullen ze op 18 december aan boord gaan van een Beechcraft B300 Superking van het ministerie van Justititie van de VS die hen naar de gevangenissen van de VS zal brengen. Volgens de rapporten die voor hun gevangenneming waren opgesteld leidden ze een criminele organisatie “waarbij ze een combinatie van brutaal geweld en openlijke corruptie hanteerden” en daarbij voor miljoenen zwart geld witwasten via Hondurese exploitaties van koffie, vee en melk. In het kader van die oorlog zonder einde heeft de ontbonden Valleclan de overheersing van Honduras aan andere heren en meesters overgelaten, de Cachiros. Die op hun beurt en zoals veel van hun voorgangers de relevantie van het eerste postulaat van de business zullen kunnen verifiëren: weinig drugdealers sterven in hun bed; hun natuurlijk einde is het kerkhof of de gevangenis. In januari 2015 zullen de in het nauw gedreven Cachiros zichzelf aan de Amerikaanse jusititie overgeven. Met een grote randschade als gevolgAl in 2004 onthulde een Wikileaksdocument dat de brokstukken van een vliegtuig dat minstens een ton cocaïne had vervoerd begraven lagen op het eigendom van Miguel Facussé Barnum waar het was geland. Miguel Facussé, grootgrondbezitter en kweker van Afrikaanse palm in Bajo Aguán, beul van kleine boeren, voortreffelijke industrieel, een van de rijkste mannen van de natie (zijn familie bezit het dagblad La Tribuna), zal vijf jaar later actief deelnemen aan de samenzwering tegen Manuel Zelaya. In vrijheid deden de broers Devis Leonel en Javier Rivera Maradiaga, de luitenanten van de Cachiros, al hun rivalen beven (Lenonel bekende aan de Amerikaanse onderzoekers dat hij aan 78 moorden had deelgenomen). Maar sinds ze ‘verklikken’ slapen sommige leden van de oligarchie, van volksvertegenwoordigers, rechters, bankiers, ambtenaren en van leger- en politieofficieren ’s nachts zeer slecht. De notabelen van de superrijke familie Rosenthal, een van de invloedrijkste van het land (eigenaar van het dagblad Tiempo en van Canal 11 van de televisie, pronkstuk van de staatsgreep van 2009) zijn de eerste die door de bekentenissen van de gevangenen ten val worden gebracht. In oktober 2015 verschijnt de in Miami opgepakte Yankel Rosenthal voor een rechter. In de vorige maand juni was hij nog minister voor investeringen van “

JOH”. Zonder omwegen pleit hij schuldig aan witwaspraktijken en drughandel, samen met verschillende kartels, waaronder de Cachiros. Volgens het bureau van de procureur van het district Zuid-Miami probeerde Rosenthal, via zijn Continental Group, geld wit te wassen door in de VS onroerend goed te kopen en door politieke bijdragen te leveren in Honduras.” De ene onthulling volgt op de andere, en de hele familie wordt meegesleurd:Jaime Rosenthal Oliva, de patriarch (79 jaar), ex-vicepresident van Honduras (1986-1989) en zijn neef Yani Rosenthal Hidalgo; beiden waren zonder succes kandidaat voor het hoogste ambt namens de Liberale Partij. Bundels van hun dollars kwamen terecht in de offshore vennootschappen – Shalimar, Ltd., Desland Overseas, Ltd., Investissements Preyden, Ltd. – gevestigd op de Britse Maagdeneilanden, maar ook in de Amerikaanse instellingen van Florida – Inverciones Continental U.

S.

A., Corp., Shalimar Real Estate Holdings II, Inc., and Shalimar Real Estate Holdings III, Inc. Op 20 juni 2015 valt, altijd dankzij de medewerking van Rivera Maradiaga, Fabio Lobo Lobo, de zoon van de ex-president Porfirio Lobo, in handen van de DEA in Haïti. Hij wordt manu militari naar de VS gezonden, waar hij schuldig pleit voor “vereniging van misdadigers om cocaïne te smokkelen”. Men zal hier opmerken dat een individu, zelfs een staatshoofd, per definitie niet verantwoordelijk is voor de daden van zijn kinderen of familie. Maar, wanneer Rivera Maradiaga ook beweert dat hij Porfirio Lobo persoonlijk duizenden dollars heeft betaald, in het kader van een mistige handel, dan moet iedereen de oren spitsen. Zoals de wenkbrouwen gaan fronsen wanneer de naam van Tony Hernández opduikt, de broer van “

JOH”. Die laatste is volksvertegenwoordiger van de Nationale Partij en verdedigde als advocaat drughandelaars (wat helemaal niet laakbaar is want het recht op verdediging moet hevig beschermd worden), maar hij zou er ook hebben helpen ontsnappen, wat minder deontologisch is. De Amerikaanse antidrugoverheden koppelen hem niet openlijk aan de drughandel, maar ze beschouwen hem toch als “een te volgen man”. Zonder afbreuk te doen aan het vermoeden van onschuld, zouden we het lijstje kunnen aflopen en aantonen dat we met een gefaalde staat te maken hebben en dat de koortsachtigheid waarmee de oligarchie gisteren Zelaya omverwierp en vandaag aan de macht wil blijven meer dan ‘nobele motieven’ heeft. Het geeft hen een zekere straffeloosheid. Op een minder drassig domein komt daarbij de voortzetting van het economisch model dat (voor het volk) zeer schamele resultaten heeft opgeleverd. Dezelfde recepten en projecten Met de belofte om zeshonderdduizend jobs te creëren schudt “

JOH” zijn beruchte ‘modeldorpen’ uit de mouw, die ‘Hongkong’s van Honduras’ die hij al in 2011 promootte toen hij voorzitter van het Congres was. De bevolking moet er niets van weten, en om dat te omzeilen werden ze gewoon hernoemd tot Speciale ontwikkelings- en tewerkstellingszones (ZEDE). De Zwaaneilanden, langs de Caraïbische kust, waren vroeger schuiloorden voor piraten, en daarmee beantwoorden ze perfect aan het project. Ze zouden de eerste gebieden worden waar dat “eilandje van opportuniteiten” zou worden ingericht, in zelfbeheer, dat wil zeggen geleid door investeerders die er over hun eigen politie, justitie, wetten en fiscaliteit zouden beschikken. Na het trauma van de staatsgreep gevolgd door de wellicht gestolen verkiezingen van 2013 moest de oppositie zich hergroeperen om het autoritaire en maffieuze systeem het hoofd te bieden. Onder leiding van de nog altijd populaire Manuel ‘Mel’ Zelaya heeft Libre, de tweede politieke kracht van het land, zo goed en zo kwaad als mogelijk in het Congres weerstand geboden. Maar het is vooral op straat dat het zijn spierballen heeft getoond. Het partijleven werd klassiek beroerd door interne conflicten, vooral, zoals bijna overal ter wereld, rond de te grote greep van de leiders ten koste van de militanten. Het thema van de herverkiezing heeft ook voor de nodige tegenstellingen en kritieken gezorgd. Nadat hij zich eerst nog danig verweerde, milderde Zelaya zijn toon en legde zich bij de feiten neer. Bovendien had hij de kans om zich opnieuw kandidaat te stellen (zoals alle rechtse ex-presidenten die nog niet te oud waren om dat te doen: Carlos Flores, Ricardo Maduro, Roberto Suazo, Rafael Callejas, Porfirio Lobo en de couppleger Roberto Micheletti).

De ex-televisiepresentator en voetbaldeskundige Salvador Nasralla was de openbaring van de verkiezingen van 2013 waarbij hij, als outsider, op de derde plaats belandde en daarmee een uitstekend persoonlijk resultaat haalde. Maar zijn Anticorruptiepartij, die voor de gelegenheid als een lappendeken was samengesteld en geen echte ideologie had, ging roemloos ten onder. In de jaren 1930 had Sam Zemurray, voorzitter van de Amerikaanse bananenoctupus United Fruit al gegniffeld: “

In Honduras koop je goedkoper een volksvertegenwoordiger dan een ezel!”. Er is niets echt veranderd. Verscheidene van de dertien volksvertegenwoordigers van de PAC, meer gedreven door belangen dan door ideaal, hebben zich door de vijand laten verleiden. Libre kende dezelfde tegenslag: van zijn zevenendertig volksvertegenwoordigers blijven er nog tweeëndertig over.

In de loop van de maanden dringt de vaststelling zich op: alleen een coalitie kan komaf maken met de Nationale Partij en zijn vervloekte ziel “

JOH”, meesters in de kunst van het manipuleren van alle slag. Op haar Conventie in mei 2017 vraagt de presidentskanidaat voor de Liberale Partij, Luis Zelaya, vergiffenis aan de basismilitanten en -sympathisanten voor de staatsgreep van 2009, die een van de hunnen, “

Mel Zelaya”, heeft omvergeworpen en, door de partij te breken, wat er van haar overblijft (de dissidenten zijn naar Libre en “

Mel” overgelopen) naar de bunkers van het politieke leven heeft verbannen. Maar de oude vetes blijven bij de leiders sluimeren. Ze dwingen af dat als de partij het Oppositieverbond in wording vervoegt, Luis Zelaya het moet leiden, en in geen geval Salvador Nasralla, Manuel Zelaya of Xiomara Castro.

Een dergelijke oekaze valt zeer slecht, zeker als het van een formatie met zo’n slechte attitude komt, en dus zal het Oppositieverbond tegen de dicatatuur het zonder haar doen. En zonder de PAC, waarvan een deel van de notabelen Nasralla niet meer steunt. Om dat noodzakelijke akkoord te vergemakkelijken gaf Manuel Zelaya, die weet dat hij “polariseert”, blijk van een grote politieke rijpheid, want hij kondigde immers aan dat hij bereid is om elke persoonlijke ambitie aan de kant te schuiven, hiering gevolgd door zijn echtgenote Xiomara Castro. Wanneer er beslist wordt om Nasralla, die helemaal niet als links wordt beschouwd, als kandidaat te nemen, schudt dat de basis van Libre een beetje dooreen maar, vooral, en voor een omgekeerde reden, verschillende personaliteiten van de PAC: zij aanvaarden niet dat hun leider zich ten dienste stelt van zo een brede en… naar links neigende coalitie. Nasralla lanceert zich dus zonder de partij die hij in 2011 oprichtte, maar gesterkt door zijn charisma en populariteit, in de campagne aan de zijde van Libre en de kleine centrum-linkse Partij voor Vernieuwing en Eenheid (PINU), met Xiomara Castro (Libre) en Guillermo Valle (PINU) als kandidaat-vicepresidenten. De bondgenoten en medewerkers van Nasralla, zij die hem gevolgd hebben, krijgen, voor de wetgevende verkiezingen, een plaats op de lijsten van de PINU. Olivia Marcela Zúniga Cáceres, dochter van de vermoorde militante, stelt zich kandidaat-volksvertegenwoordiger met Libre. “

Mel Zelaya” blijft achter de schermen de architect van de coalitie, en men vindt in zijn programma een groot deel van de politieke en sociale voorstellen van de sectoren die uit de weerstand tegen de staatsgreep zijn ontstaan. Het viel te verwachten… In de dagen voor de verkiezingen veroorzaakt de Amerikaan Otto Reich, een onguur personage, ex-CIA-agent, hoge ambtenaar van het ministerie van Buitenlandse Zaken onder de regeringen Ronald Reagan en (vader) George Bush, een van de spelers in de vuile oorlog tegen het Sandinistische Nicaragua in de jaren 1980, ex-ambassadeur in Venezuela, nu zonder officiële functie maar alomtegenwoordig achter de schermen van de Amerikaanse macht, sensatie door te waarschuwen dat honderdvijfenveertig ‘chavisten’, vermomd als toeristen, de grens met Honduras zijn overgestoken om zich bij de ‘perverse campagne’ aan te sluiten die de vrienden van “

Mel” Zelaya bevoordeelt.

Het viel ook te verwachten: Enkele dagen later, wanneer overal de ongerustheid over de disfuncties van de Hondurese verkiezingen toeneemt, krijgt Luis Almagro, de secretaris-generaal van de OAS, in Washington een homerische woedeaanval. Hij verwijst naar de fractie van Venezolaans rechts die, in de Dominicaanse republiek, aan tafel gaat zitten om in dialoog te treden met vertegenwoordigers van president Maduro, en laat droogweg zijn afkeuring blijken: “

Ik denk dat de oppositie eens en voor altijd het kaf van het koren zal moeten scheiden”. Sinds het geweld is gestopt en men geen lijken meer moet opruimen is Almagro zeer ongelukkig.

Ondanks de verbintenissen van het TSE zijn er op donderdag 30 november in Tegucigalpa nog altijd geen uitslagen. Door de verdenkingen van fraude breken er in de hoofdstad en in veertien van de achttien departementen betogingen uit en worden er wegversperringen opgericht. De repressie maakt een eerste dodelijk slachtoffer. ’s Anderendaags, op basis van 94,31% van de 18 128 definitief aanvaarde notulen, behoudt “

JOH” met 45 000 stemmen (1,5%) officieel zijn voorsprong. 1031 akten (de overige 5,69%) worden als ‘betwist’ beschouwd en zullen een “speciale hertelling” moeten ondergaan en werden niet meegeteld. Het Oppositieverbond is verontwaardigd dat een absoluut abnormaal aantal notulen waar Nasralla als eerste staat in afwachting in die categorie is geplaatst. Rekening houdend met het zeer kleine verschil tussen de twee kandidaten zouden de 300 000 stemmen die ze betreffen de tendens kunnen omkeren. Manoeuvre? Manipulatie? De tijd die voorbijgaat en zich uitstrekt zonder dat die ultieme fase wordt aangevat zorgt ervoor dat de opinie met cijfers wordt bestookt die doen verstaan dat Hernández gewonnen heeft. Wanneer op zaterdag 2 december, zes lange dagen van incoherenties na de stembusgang, Matamoros eindelijk aankondigt dat de verkiezingsoverheid zal beginnen met de ‘speciale’ fase van de hertelling van die notulen in aanwezigheid van vertegenwoordigers van de partijen is de spanning gevaarlijk gestegen. Criminelen vervoegen de gewettigde (maar vreedzame) woede van de opposanten bij wie de herinnering aan de staatsgreep en de twee volgende onwettelijke verkiezingen (2009 en 2013) een kookpunt bereikt. Ongecontroleerde groepen profiteren van de situatie, plunderen winkels en zaaien verwarring. Een godsgeschenk voor de macht: zij gebruikt die chaos om de grondwettelijke rechten op te schorten en kondigt voor tien dagen een avondklok af van 18 uur tot 6 uur ’s morgens. Ze laat het ook aan het TSE (en de politie) over om de beslissen welke journalisten het recht hebben om zich ’s nachts te verplaatsen om zijn activiteiten te verslaan.

De oppositie legt het TSE elf precieze eisen voor, geen vage en ongemotiveerde beschuldigingen van fraude. Daaronder de verificatie van 5 174 processen-verbaal die na de vele en mysterieuze informaticadefecten zijn verzonden en ook die van 1006 akten die incoherenties vertonen over het aantal stemmen, de afwezigheid van handtekeningen of andere onregelmatigheden. Andere eis: de verificatie van de stembussen uit drie departementen uit het westen van het land – Lempira, La Paz en Intibucá – waar een ongewone deelname van 70 tot 75% werd genoteerd daar waar het nationale gemiddelde op 50 tot 55% ligt. Het TSE aanvaardt maar zes van de elf eisen, en zorgt daarmee voor een nieuwe impasse. Het zal zonder vertegenwoordigers van het Oppositieverbond de 1006 processen-verbaal verifiëren. Jorge Quiroga, die tot dan zeer stil is geweest, verwijt in naam van de OAS de oppositie dat ze de verrichtingen vertraagt.

Zeven doden, een twintigtal gewonden en vijfhonderd aanhoudingen later, op 4 december in de ochtend, roept David Matamoros, zonder er een ‘officiële mededeling’ van te maken, “

JOH” uit tot overwinnaar met 42,8% van de stemmen tegen 41,39% voor Nasralla (een verschil van 52 347 stemmen). Waarop hij eraan toevoegt dat “de betwistingen die zeker zullen volgen” nog zullen moeten worden onderzocht. Ere wie ere toekomt, op dat punt vergist hij zich niet. De missie van de EU, deze keer onder leiding van de Portugese Maria Matias (in haar land lid van het Links Blok), is moediger en eerbiedwaardiger dan in 2013 en verklaart dat “de eisen van de oppositie moeten worden gehoord”. Want de straat mort, de koorts stijgt, de volksopstand begint vorm te krijgen.

Op zondag vindt er een massabetoging plaats. Op maandag volhardt het Oppositieverbond. Als “president van Honduras” vraagt Nasralla dat de Permanente Raad van de OAS in Washington bijeenkomt om het de bewijzen van fraude voor te leggen. Zelaya vraagt “het volk” om de noodtoestand naast zich neer te leggen (wat het dezelfde avond doet). En dan gebeurt er een soort wonder: de missie van de OAS onderstreept “de systemische problemen en onregelmatigheiden die de verkiezingen hebben gekenmerkt” en bevestigt dat ze “geen enkele zekerheid heeft over de uitslag”. Men zal het niet hebben over “onthulling”. Het standpunt van de EU zou alle dubbelzinnigheid aantonen. De zaken nemen voor de ‘gevestigde wanorde’ vooral een zeer slechte wending wanneer men verneemt dat de ‘Cobras’ en de ‘Tijgers’, bijzonder beruchte elite-eenheden, en verschillende politieafdelingen hebben beslist om hun hogere officieren niet te gehoorzamen, de armen te kruisen en niet meer te onderdrukken. Misschien heeft de verklaring van de ex-generaal en couppleger Romeo Vásquez, die in die middens populair is gebleven en het bedrog heeft aan de kaak gesteld, dat hij klaar staat om “het vaderland te verdedigen” er iets mee te maken? Hier en daar ziet men betogers en politieagenten verbroederen. Alleen de tot dan zwijgende opperste scheidsrechter blijft over: Washington. Het welzijn van Centraal-Amerika is daar helemaal geen prioriteit. Eind november kondigde de republikeinse regering van Donald Trump onder andere de maatregel aan dat ze het statuut van tijdelijke bescherming (TPS in het Engels) gaat intrekken dat de Haïtianen en Centraal-Amerikanen die in de VS waren aangekomen na de verschillende natuurrampen (waaronder de orkaan Mitch in 1998) hadden gekregen, en dat ze twaalf maanden de tijd krijgen om naar hun landen terug te keren. Als die uitdrijving werkelijkheid wordt is dat een nieuwe ramp: het gaat om 59 000 Haïtianen, 5 300 Nicaraguanen, 200 000 Salvadorianen en 56 790 Hondurezen.

Heeft “

JOH” de rechtstaat in Honduras niet gerespecteerd? Aangezien het om een op ideologisch vlak zeer nauwe bondgenoot gaat kan Trump daar perfect mee leven. Maar een grote crisis riskeren terwijl Nasralla, hoewel partner van Zelaya en van Libre maar verre van een revolutionair, om een dermate corrupte kaste te verdedigen (de strijd tegen de drughandel blijft een centraal element van het debat)? Niets is minder zeker, en de volgende dagen zullen beslissend zijn. De Hondurese oligarchie bevindt zich in een moeilijke situatie: door te hard aan het koord te trekken zou ze het wel eens kunnen breken.

Burgemeesters en volksvertegenwoordigersDe presidentsverkiezingen hebben door hun symbolisch gewicht alle aandacht naar zich toegetrokken en de verkiezing van 128 volksvertegenwoordigers en 298 burgemeesters naar de achtergrond verdrongen. Op 4 december, om 10 uur ’s morgens, gaf het Verkiezingshooggerechtshof, op basis van 97,38% van de stemuitslagen, de volgende cijfers:Volksvertegenwoordigers: Nationale Partij (PN): 61, Libre: 30, Liberale Partij (PL): 26, Partij Democratische Eenmaking (PINU): 4, Patriottische Alliantie (van ex-generaal Romeo Vásquez): 4, Sociaal-Democratische Eenheid (PSD): 4, Anticorruptiepartij (PAC): 1, Christen-democratische Partij (PDC): 1In het kader van verkiezingen die vooral gekenmerkt worden door het gewicht van de notabelen, de plaatselijke feodale machtsposities en van de historisch ingeplante traditionele partijen (PN en PL) geeft dat resultaat de PN een relatieve meerderheid in de Nationale Assemblee. Libre bevestigt haar positie als tweede politieke kracht van het land. De Anticorruptiepartij, die zich van haar natuurlijke leider Nasralla afkeerde, is ingestort. Absoluut gesproken zouden de oppositiekrachten lichtjes in de meerderheid zijn indien ze in staat waren allianties te sluiten, wat zeer onwaarschijnlijk is gezien de onzekerheden en vluchtigheid van het Hondurese politieke leven. Maar de weg ligt in ieder geval niet meer wijd open voor de Nationale Partij om haar wil op te leggen. Die uitslagen gelden, uiteraard, voor zover er geen beroepen komen wegens fraude of eventuele onregelmatigheden, die niet ontbreken!

Burgemeesters (92,46% van de stemuitslagen): PN 171, PL: 91, Libre: 31; de laatste vijf gemeenten worden onder vijf kleine partijen verdeeld, waaronder de PAC (1), de Patriottische Alliantie (1) en de PDC (1). Die uitslagen gelden, uiteraard, voor zover er geen beroepen komen wegens fraude of eventuele onregelmatigheden, die niet ontbreken!

Bron (van de cijfers): La Prensa, Tegucigalpa, 4 december 2017Vertaling: E. Carpentier

Blijf op de hoogte. Schrijf je in op onze nieuwsbrief.

Restez informé. Abonnez-vous à notre newsletter.