Onze media stellen het veelal voor alsof de nieuwe President van Cuba voorgedragen of geridderd werd door voormalig President Raoul Castro. Er wordt heel weinig moeite gedaan om het publiek wat wegwijs te maken in het Cubaanse verkiezingssysteem. Hoe werd de nieuwe President van Cuba, Miguel Mario Diaz-Canel eigenlijk verkozen?e hoeft niet ver te zoeken. We slaan er de Cubaanse kieswet van 1992 eens op na. “
De voorzitter van de Cubaanse Staatraad wordt gekozen bij verkiezingen van de tweede graad, d.w.z. door de afgevaardigden, gekozen door het volk en die het volk vertegenwoordigen. Het zijn dus de leden van de Nationale Vergadering, het Cubaanse parlement, die de kandidatuur goedkeuren en vervolgens rechtstreeks en geheim stemmen voor de leden van de Staatsraad: de president, de eerste vicepresident, de vicepresidenten, de secretaris en andere leden. De staatraad telt 31 leden in totaal. De vaak geformuleerde kritiek is dat de verkiezing van de president geen rechtstreekse uiting van de volkswil is. Wat echter vergeten wordt, is dat vooraleer iemand in Cuba die positie kan bereiken, die verschillende verkiezingen moet doormaken, waaraan het volk of zijn gekozen vertegenwoordigers rechtstreeks deelnemen.
Getrapt verkiezingssysteemIn een eerste fase worden de afgevaardigden van 169 gemeenteraden plaatselijk verkozen. Dit gebeurt om de 2,5 jaar. De kandidaten worden voorgedragen door volksvergaderingen op alle niveaus van de gemeente. Zo zijn er meer dan 50.000 vergaderingen geweest waaraan meer dan 8 miljoen mensen deelnamen. Op lokaal niveau stemmen ze dus niet alleen voor de kandidaten, maar dragen ze eerst ook zelf hun kandidaten voor. In Cuba zijn het diezelfde gemeenteraden die het laatste woord hebben over de samenstelling van de kandidatenlijsten voor de provincie en het nationaal parlement. Om de 5 jaar worden er verkiezingen gehouden voor de Provincieraad en de Nationale Vergadering. Hoewel de gemeenteraden cruciaal zijn, spelen de gemeentelijke, provinciale en nationale kandidatencommissies ook een sleutelrol bij de nationale verkiezingen. Deze kandidatencommissies zijn samengesteld uit leden van middenveldorganisaties, zoals de vrouwenfederatie, de studentenorganisatie etc…. De kandidatencommissies worden altijd voorgezeten door iemand van de vakbond. Uit meer dan 970 plenaire vergaderingen van die middenveldorganisaties op lokaal, regionaal en nationaal niveau kwamen meer dan 12 000 voorstellen voor kandidaten naar voren. Het zijn dan de kandidatencommissies die kandidatenlijsten opstellen die zo dicht mogelijk de bevolkingssamenstelling weerspiegelen. De commissies kiezen voor de helft uit een lijst van personen afkomstig uit en aangereikt door de al verkozen gemeenteraden; de andere helft bestaat uit personen die omwille van hun verdiensten worden verkozen. Dit deel van de kandidaten wordt verkozen via de middenveldorganisaties. Eens er een voorstel van lijst is , gaan de commissies in gesprek met de gemeenteraadsleden en toetsen ze met hen af of de kandidaten die zij voorstelden voldoende steun genieten. Het grote voordeel is dat lokale verkozenen op die manier hun zegje hebben op een hoger niveau. Anderzijds laat het toe dat personen die zich op het terrein hebben bewezen ook een plaats krijgen. De kandidatencommissies gaan ook bewust op zoek naar een evenwicht tussen continuïteit en verjonging, naar een evenwicht tussen mannen en vrouwen en naar een evenwicht tussen alle sectoren aanwezig in de samenleving. Eens de officiële kandidatenlijsten zijn gevormd, kunnen de kandidaten zich voorstellen op wijkvergaderingen, op de werkvloer enz. Van elke kandidaat wordt een foto gemaakt met een korte biografie en die wordt overal in de publieke gebouwen en in het straatbeeld opgehangen. De voorbije 11 maart hebben de Cubanen kunnen kiezen of deze kandidaten hun steun verdienden. Op 19 april werden 605 verkozen afgevaardigden van de Nationale Vergadering ingezworen. Een van hen was Miguel Diaz-Canel. De Nationale Vergadering van de Volksmacht De nieuwe verkozen Nationale Vergadering bevat dan ook veel nieuwe gezichten. 56,03% is voor het eerst verkozen. 53,22% van de Nationale Vergadering bestaat uit vrouwen en 87,6 % is na de Cubaanse Revolutie geboren. Cuba verandert, elke dag, maar Cuba staat ook voor continuïteit, de centrale boodschap die ze zelf de wereld instuurden naar aanleiding van de historische verkiezingen van 19 april is #SomosContinuidad: We zijn de continuïteit. Het verkiezingsproces staat in functie van een prioritair objectief: De Nationale Vergadering moet de sociale en territoriale vertegenwoordiging van heel het land zijn. Diezelfde 605 parlementsleden hebben elk 31 leden van het parlement voorgesteld als kandidaten voor de staatsraad. Op basis daarvan heeft de nationale kiescommissie een kandidatenlijst opgemaakt waarin de lijsttrekker voorgesteld wordt als voorzitter en de eerstvolgende vijf kandidaten als eerste en volgende ondervoorzitters. Die lijst werd eerst bij stemming goedgekeurd door het parlement. Daarna heeft elk parlementslid op 19 april een geheime stem uitgebracht voor de lijst of voor elk van de kandidaten. Elke kandidaat moet minstens 50% plus 1 van de stemmen halen om verkozen te zijn. Zo niet moet het hele proces worden overgedaan. Op die manier is Miguel Mario Diaz-Canel tot voorzitter van de staatsraad verkozen. Het is de voorzitter die de regering samenstelt. Zo wordt hij de president van de staatsraad én van de regering, met andere woorden: de president van het land. Staatsraad Miguel Mario Diaz-Canel is dus de nieuwe voorzitter van de Staatraad. De Staatsraad heeft als taak om het parlement te vertegenwoordigen tussen de zittingen door en de dagelijkse leiding op zich te nemen. De Cubaanse grondwet beschouwt de Staatsraad als de hoogste vertegenwoordiging van de Cubaanse staat. Het is belangrijk om te weten dat het parlement in Cuba niet bestaat uit beroepspolitici en slechts 2 keer per jaar bijeen komt in plenaire zittingen die een tiental dagen duren. Daarnaast worden de parlementsleden opgeroepen voor zittingen in commissies. De Staatraad moet wel verantwoording afleggen tegenover het parlement.
Democratisch?
Het Cubaanse verkiezingssysteem is niet makkelijk te begrijpen voor iemand die is opgegroeid in een westers parlementair systeem. Het is anders, maar daarom niet minder democratisch. Het lokale niveau is er op een unieke wijze verbonden met het nationale niveau. De bevolking gaat niet enkel stemmen in het stemhokje maar wordt ook betrokken in de wijkvergaderingen of de vergaderingen van de middenveldorganisaties waarvan ze lid zijn. Daarin kan ze zelf de mogelijke kandidaten voorstellen. Het gaat dus om veel meer dan je stem uitbrengen éénmaal om de zoveel jaar. Er gaat een uitgebreid proces aan vooraf, waarin dialoog en consensus vinden, centraal staan. Daarom is het Cubaanse parlement een afspiegeling van haar maatschappij. Dat kan van veel westerse parlementen niet gezegd worden. Dat de nieuwe Cubaanse President, Miguel Mario Diaz-Canel niet rechtstreeks is verkozen door het volk is dus een misleidend commentaar. Cuba heeft geen presidentieel systeem, maar de bevolking wordt op verschillende niveaus en gedurende verschillende maanden betrokken in de selectie van de kandidaten en in het kiesproces. De Cubaanse presidenten zijn dus wel degelijk de democratisch gelegitimeerde vertegenwoordigers van hun volk.