De tweede meeting van de ‘Internet Task Force for Cuba’ van het VS-ministerie van Buitenlandse Zaken, opgericht in februari, is in onmin geëindigd. De harde lijn, die meer geld eist van de belastingbetaler om de revolutionaire regering af te maken, vile in ruzie met de cynici, die hetzelfde willen, maar alle principes afwijzen en er tegelijk ook winst willen uitslaan.
Sinds de bijeenkomst van 5 dec. in Washington is het hoofd van het regeringsbureau, Tomás Regalado, boos: Hij vertelde de pers dat hij volledig tegen commerciële uitwisselingen van telecommunicatiebedrijven met de Cubaanse overheid is. Hij noemde het “onaanvaardbaar” dat “bepaalde elementen” in de Task Force vroegen “om sommige delen van het embargo te verlichten zodat Cuba toegang zou hebben tot internetinfrastructuur”. Andere hardliners haastten zich om min of meer hetzelfde te verklaren.
Deze strijd tussen de hardliners en de cynici voor de “democratisering” van Cuba via internet is niet nieuw. Beide groepen lossen elkaar met hun subversieve projecten af. Nu eens komt men met principiële strikte blokkade argumenten, maar eens de strategen denken de revolutie ten val te kunnen brengen, duikt het verhaal terug op dat het internet een kans is om het Cubaanse revolutionaire proces om te keren. De cynici komen dan in het spel en de VS- regering breekt enkele van de barrières op die de harde jongens eerder hebben vast gespijkerd.
Een beetje geschiedenisTerwijl Europa en de meeste Latijns-Amerikaanse landen halverwege de jaren tachtig verbonden werden met het internet, werd Cuba meer dan een decennium onderworpen aan) “route filtratie” door de National Science Foundation (NCF) waardoor de verbindingen van en naar het eiland op VS grondgebied blokkeerde, op het moment dat de sociale en economische indicatoren van de Caribische natie de beste waren in de regio.
Sinds de Speciale Periode – de crisis die volgde op val van de muur – is de situatie drastisch veranderd. De VS dachten dat het socialisme in Cuba zijn dagen had gehad. Het was dus de beurt aan de cynici.
In oktober 1996 werd een vergunning afgegeven om Cuba te verbinden met het internationale netwerk onder de ‘Cubaanse democratie’-wet (Torricelli), die vier jaar eerder werd aangenomen. Hoewel die carte blanche gaf aan de informatieuitwisseling, handhaafde het draconische maatregelen tegen elektronische handel, toerisme of elk andere economische uitwisseling met de Cubanen, incl. de levering van technologie. ‘Torricelli’ verbiedt uitdrukkelijk investeringen in “binnenlandse communicatienetwerken”, in het bijzonder ” bijdragen (inclusief de donatie van fondsen of iets van waarde […..] en het verstrekken van leningen voor dat doel”.
Ondanks de beperkingen die tot op de dag van vandaag gelden voor het gebruik van commerciële diensten om het netwerk uit te bouwen, waren de cynici erin geslaagd om een scheur in de afscherming van de door de hardliners opgelegde blokkade te maken. Met deze veranderingen zouden de economische mogelijkheden eerder vroeger dan later opengaan, werd er in die tijd gespeculeerd.
Wat weinigen weten is dat AT&T een belangrijke rol heeft gespeeld bij het opnemen van de internettoegangsclausule van Cuba in de Torricelli-wet. Het telecommunicatiebedrijf combineerde commerciële belangen met enthousiasme om de revolutie te vernietigen. De belangen van het bedrijf in het eiland zijn oud. In 1921 huldigde AT&T de eerste onderzeese kabel tussen Havana en Key West in. Na de triomf van 1 januari 1959 werd het telefoonverkeer tussen de twee landen een doel van de blokkade. Toch mocht de techno-reus door middel van bestaande verbindingen met de Cubaanse overheid blijven werken. De Amerikaanse regering verbood echter elke modernisering ervan. De wet bepaalt dat alle inkomsten uit Cubaanse deelname aan het bilaterale telefoonverkeer niet aan de regering van het eiland kunnen worden betaald, maar op een rekening in de Verenigde Staten worden gestort.
Na verloop van tijd raakten de kabelverbindingen van 1921 hopeloos verouderd. De U.
S. Federal Communications Commission schatte dat van de 60 miljoen pogingen per jaar om te bellen, minder dan 1 procent slaagde. Deze situatie veranderde na de Torricelli Act. Ze betekende een grote verschuiving in het VS communicatiebeleid t.a.v. het eiland.
De hardliners zouden nog een klap uitdelen in februari 2001, zeven maanden voor de aanval op de Twin Towers, toen de directeur van de Defense Intelligence Agency (DIA), admiraal Thomas R. Wilson, de Cubaanse regering ‘identificeerde’ als een mogelijke “cyberattacker”, waardoor Cuba de twijfelachtige eer krijgt het eerste land in de geschiedenis te zijn dat dit etiket werd opgekleefd. Ronduit belachelijk op het moment dat de hele Caribische natie minder verbindingscapaciteit had dan een enkel hotel in Miami.
In mei van dat zelfde jaar publiceerde Geoff Demarest van het Ministerie van Defensie’s Foreign Military Studies Office een analyse over de “overgang in Cuba”, waarbij hij toegaf dat “computervaardigheid wijdverbreid is op het eiland,” dat “
Cubanen konden profiteren” van het internet, en “als [de regering van de VS] dacht dat het de overgang van Cuba naar vrijheid zou versnellen [dankzij de toegang die onder de Torricelli Act], dit niet werkte. De Pentagonhaviken waren tot de conclusie gekomen dat Cuba op korte termijn in staat zou zijn om een sprong te maken in zijn technologische, wetenschappelijke en economische ontwikkeling. De VS-regering was weer in de verdediging.
In 2003 kwam er een escalatie van de spanningen tussen Cuba en de Verenigde Staten in de context van de oorlog in Irak en de provocaties en bedreigingen van de regering van George W. Bush. De leiding van de revolutie was verplicht zich op een mogelijk oorlogsscenario te concentreren. Dit woog ook sterk op de investeringen in de uitbreiding van het netwerk. Er kwamen ook ministeriële regelingen die de toegang tot het internet beperkten. Er waren slechts schaarse verbinding buiten de instellingen en hoge prijzen voor verbindingen in toeristische centra en een zekere overdrijving in de perceptie van het internetrisico m.b.t. antirevolutionaire acties.
De cynici heersten weer, nu met de Republikeinen aan de macht. In het verslag van de Commissie voor bijstand aan een vrij Cuba van 6 mei 2004 werd overwogen “de regeringen van derde landen aan te moedigen om Cubanen vanuit hun diplomatieke missies op het eiland toegang te geven tot het internet.
Sinds 2008, wordt het grootste deel van het VS-budget voor “regime change” door de regering van Barack Obama duurzaam gericht op Cubaanse cyberspace. In september 2009 heeft het Office of Industry and Security een uitzondering gemaakt op de exportvergunning naar Cuba voor “gedoneerde communicatieapparatuur” – mobiele telefoons, Simkaarten, tablets, laptops en desktopcomputers, flashgeheugen, Bluetooth-apparatuur en draadloze internetapparatuur. Plotseling ontstond de floue perceptie dat er geen blokkade bestaat op dit gebied.
Obama breidde het plan van Bush uit en ontwikkelde een “kansenbeleid” voor de telecommunicatiesector in Cuba. Op 17 december 2014 ging het Witte Huis zo ver dat het een bulletin publiceerde met de titel “
Charting a New Course on Cuba”, waarin staat dat “telecommunicatieaanbieders in staat zullen zijn om in Cuba de nodige mechanismen op te zetten, inclusief infrastructuur, om commerciële telecommunicatie en internetdiensten aan te bieden die de telecommunicatie tussen de twee landen zullen verbeteren”.
Op 21 maart 2016, in een interview met ABC News in Havana, verzekerde Obama dat om het eiland “te laten bloeien, we nieuwe technologieën naar Cuba moeten brengen”. Hij verhulde nauwelijks dat het begrip welvaart geassocieerd werd met vrij ondernemerschap en het einde van het socialisme in het Caribisch gebied, een doel dat om de hoek leek te liggen. De cynici genoten van een moment van glorie.
Komen de hardliners terug?
De eerste bijeenkomst van de Task Force vond plaats op 7 februari 2018 op het ministerie van Buitenlandse Zaken, met als doel ” onderzoek van de technologische uitdagingen en mogelijkheden om de toegang tot het internet in Cuba uit te breiden”. Er werd gewerkt in twee subcommissies: een die de rol van de media en de vrijheid van informatie op Cuba onderzoekt, en de andere die zich richt op het uitbreiden van de toegang van het eiland tot het netwerk van netwerken. Vertegenwoordigers van de hardliners en cynici, waaronder sommigen met investeringen in digitale private media in Cuba die in een juridisch vacuüm overleven, zaten samen in het publiek op uitnodiging van de Cuba Internet Task Force (CITF) vergadering.
Tien maanden later -5/12- en voor dezelfde aanwezigen presenteerden beide subcommissies een voorlopig rapport met aanbevelingen die, volgens Regalado, “een volledige ommezwaai” betekenen ten opzichte van de vorige lijn – die van de cynici. Het definitieve document met de aanbevelingen om via internet te “democratiseren” zou in mei 2019 op tafel moeten liggen bij staatssecretaris Mike Pompeo.
Regalado verzet zich tegen de factie die de wens om Cuba te veranderen verenigt met economische baten van subversie op het internet.
Deze vergadering viel samen met de opening van de mobiele datadienst op het eiland (3G), die zeer goed is ontvangen door de Cubanen. De prestaties zijn goed genoeg om te voorspellen dat mobiele toegang handiger en handiger zal zijn dan de huidige WiFi toegangspunten, zodat het de manier zal worden waarop de meeste Cubanen online geraken. Jorge Luis Perdomo, Cubaans minister van Communicatie, verzekerde dat de volgende stap zal zijn om de technologie naar 4G uit te breiden, waardoor een grotere en betere toegang mogelijk wordt.
Goed nieuws voor Cubanen op het net, slecht nieuws voor telecomcynici in de VS: Republikeinen en Democraten. Zoals we hebben gezien, hangt de politiek van het internet als een subversief wapen, dat al meer dan 30 jaar door de Verenigde Staten wordt gebruikt tegen Cuba, niet zozeer af van welke partij in het Witte Huis zit, maar veeleer van de perceptie die is geïnstalleerd over het lot van de revolutie.
De cyclus gaat door. De hardliners zijn al aan het vechten om te voorkomen dat Cuba zich onder zijn eigen voorwaarden met de wereld verbindt. De Trump Administration is momenteel in de verdediging. Medium