Op zondag 6 december 2020 gaan er parlementsverkiezingen door in Venezuela. Volgens de VS, daarin gevolgd door de EU, zijn eerlijke verkiezingen onder het huidige ‘regime’ niet mogelijk. Vijay Prashad heeft een heel andere lezing van de situatie ter plaatse. De oppositie tegen huidig president Maduro is verdeeld tussen zij die soeverein politieke oppositie willen voeren en zij die voluit de kaart kiezen van ‘regime change’ onder leiding van de VS.
Op 6 december zal het Venezolaanse volk stemmen voor een nieuwe Nationale Vergadering. Normaal gesproken is daar niets ongewoons aan, ook buiten Venezuela niet. Sinds de verkiezing van Hugo Chávez tot president in 1998 is het Venezolaanse volk echter gewend aan meer dan één nationale verkiezing per jaar (deze parlementsverkiezing is de 25e in 21 jaar).
Dat waren presidentsverkiezingen, parlementsverkiezingen en referenda ter versterking van de grondwet van 1999. De verkiezingen van 6 december zijn slechts één uit deze reeks verkiezingen die de betekenis van de democratie in Venezuela verdiept.
Tegenwoordig echter is zelfs het organiseren van een verkiezing een tweestrijd tussen het Venezolaanse volk en de regering van de VS. Sinds Chávez president werd, hebben de regering van de VS en haar bondgenoten geprobeerd de regering van Venezuela te destabiliseren, onder andere door directe inspanningen om het regime te veranderen.
Kort na zijn ‘eedaflegging’ klaagde Juan Guaidó de repressie van de vrije meningsuiting in zijn land aan,live op 17 Venezolaanse tv- en radiozenders… (twitter)Toen duidelijk werd dat Chávez en de Bolivariaanse Revolutie onder zijn leiding sterke steun van het volk hadden en niet verslagen konden worden via de stembus, drongen de Amerikaanse regering en haar bondgenoten erop aan om de politieke soevereiniteit van Venezuela te delegitimeren. De Venezolaanse politieke arena wordt geteisterd door diepe meningsverschillen, waar de oligarchie haar eigen politieke platforms handhaaft en blijft proberen de Bolivariaanse Revolutie te ondermijnen en te verslaan.
Deze krachten – die tegenwoordig ‘dé oppositie’ worden genoemd – hebben sinds 1998 aan al deze verkiezingen deelgenomen, zonder de minste twijfel dikwijls mét belangrijke successen, maar zonder volledig te kunnen zegevieren. Zo behaalde de oppositie in 2015 een meerderheid bij de verkiezingen voor de Nationale Assemblee en heeft zij die de afgelopen vijf jaar gecontroleerd. Alleen al het feit dat de oppositie in 2015 kon winnen, toont aan dat het land een robuust kiesstelsel heeft. Er kwamen toen geen klachten over fraude van de oppositie.
Oppositie ‘made in Washington’In plaats van volgens hun grondwettelijke plicht met Nicolás Maduro als president te regeren1 hebben delen van de oppositie vanaf 2015 besloten om als een afdeling van de VS-ambassade in Caracas te opereren. Een van die parlementsleden is Juan Guaidó, verkozen in de deelstaat Vargas. Hij liet zich na de presidentsverkiezingen van 2018 gebruiken als instrument van een door de VS gepleegde politieke staatsgreep.
De oppositie tegen de Bolivariaanse revolutie is echter altijd intern verdeeld geweest en is er nooit in geslaagd om een eenheid van doelstellingen te vinden. Een van de belangrijkste breuklijnen binnen de oppositie ligt precies langs de as van de keuze tussen zich al dan niet ondergeschikt te maken aan de regering van de VS.
Venezuela omvat 23 deelstaten, de hoofdstad en de federaal bestuurde eilanden. Map: Wilfredor/ CC BY-SA 3:0Personen als Guaidó zijn maar al te blij een instrument te zijn van Donald Trump en Mike Pompeo, terwijl anderen net duidelijk maakten dat zij dit een onpatriottische, zelfs verraderlijke, aanpak vinden. Sinds 2015 wordt de oppositie daarom geconfronteerd met een existentiële crisis over de kwestie van het karakter van de Amerikaanse steun voor hun politieke proces. Guaidó’s impact hing volledig af van steun uit Washington, niet van zijn eigen kiezers of van de oppositie als geheel.
De Venezolaanse grondwet gebiedt dat vóór 5 januari 2021 nieuwe verkiezingen moeten worden gehouden voor de Nationale Vergadering. Op die dag moeten ten laatste de nieuw verkozen wetgevers de eed afleggen. Daarom gaan de verkiezingen op 6 december door. Die delen van de oppositie die hun macht ontlenen aan Washington – zoals het kamp rond Guaidó – hadden al eerder besloten de komende verkiezingen te boycotten door te beweren dat ze frauduleus zouden zijn2. Zij hebben geen enkel bewijs geleverd voor deze beweringen.
De media in de VS hadden geen bewijs nodig om hun beweringen te herhalen en hebben zich ook niet gebogen over de simpele vaststelling dat de verkiezingen voor de Nationale Vergadering van 2015 wél door de oppositie werden gewonnen. In plaats van de president en zijn regering te bestrijden door middel van democratische verkiezingen of met eigen wetsvoorstellen, poogde de oppositie rond Guaidó de macht te grijpen met ondemocratische middelen. Het winnen van de verkiezingen lijkt voor hen minder belangrijk dan het delegitimeren van het electorale en democratische proces.
Amerikaanse inmenging in de verkiezingenDe regering van de VS heeft – met de steun van zowel Republikeinen als Democraten – actief ingegrepen in de voorbereiding van de verkiezingen voor de Nationale Vergadering van Venezuela in 2020.
In september heeft het Amerikaanse ministerie van Financiën vier ambtenaren van de Venezolaanse regering sancties opgelegd: procureur-generaal Reinaldo Enrique Muñoz Pedroza, voormalig gouverneur van de deelstaat Anzoátegui, David Eugenio De Lima Salas en twee ambtenaren van de Nationale Kiesraad (Consejo Nacional Electoral – CNE) Indira Maira Alfonzo Izaguirre en José Luis Gutiérrez Parra.
Indira Alfonzo is de voorzitter van de CNE is een gerespecteerde voormalige rechter met langdurige banden met de oppositie. De Amerikaanse regering beweerde – weeral zonder bewijzen te leveren – dat deze ambtenaren deel uitmaakten van een “regeling voor bemoeiing in de verkiezing om te voorkomen dat in december 2020 vrije en eerlijke parlementsverkiezingen zouden kunnen plaatsvinden”.
De inmenging in de verkiezingen door de Amerikaanse regering ging later in september verder met het sanctioneren van vijf oppositieleiders die besloten hadden wél deel te nemen aan de verkiezingen. Het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken sanctioneerde hen voor “medeplichtigheid” aan deze verkiezingen.
Carlos Ron (links).
Politici van de oppositie die door Washington onder druk worden gezet, zien zich ook geconfronteerd met een ontevreden basis in Venezuela, die zich tegen dit beleid van boycot van de verkiezing verzet. Veel van de partijleden van deze oppositiegroeperingen hebben hun leiders aangeklaagd en geëist dat zij aan de verkiezingen zouden deelnemen. Ze zijn de uitputtingsstrategie van Guaidó en zijn onderwerping aan het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken beu.
Daarom zijn meer dan 14.000 Venezolanen kandidaat voor 107 politieke organisaties, waarvan er 98 zich identificeren als oppositiepartijen. Zij zullen de 277 zetels van het federale parlement betwisten (het aantal werd verhoogd van 165 om de bevolkingsgroei en het proportioneel vermogen tot democratische inbreng beter weer te geven).
De Nationale Assemblee van Venezuela is stilgevallen sinds ze door Washington tot een instrument voor regimewisseling werd gemaakt. Met deze verkiezingen is er terug hoop dat het wetgevend proces kan worden hervat. Een nieuwe Nationale Assemblee zal terug belangrijke ambtenaren kunnen aanstellen en wetgeving bespreken om de pandemie aan te pakken. Ze zal terug de plaats worden voor gezonde dialoog tussen regering en oppositie, die nu door Washington en Guaidó wordt gekaapt.
Bovendien zal de nieuwe Nationale Vergadering een juridische uitdaging vormen voor regeringen en banken in Europa en de VS die op dit ogenblik minstens 6 miljard dollar aan Venezolaanse middelen hebben bevroren en activa zoals die van Citgo (de buitenlandse afdeling van het Venezolaanse nationale oliebedrijf) in beslag hebben genomen. Zij zullen de zelfverklaarde (en door hen erkende) interim-regering van Guaidó niet langer als excuus voor hun acties kunnen gebruiken.
Alleen al door het houden van verkiezingen wint Venezuela! De rest is bijzaak.
DWMVijay Prashad. Foto: GlobetrotterHet artikel Venezuela Wins Simply by Holding an Election van Globetrotter werd vertaald door Lode Vanoost.
Vijay Prashad is een Indiase historicus, redacteur en journalist. Hij is een auteur en hoofdcorrespondent bij Globetrotter, hoofdredacteur van LeftWord Books en directeur van het Tricontinental Institute for Social Research. Hij is bezoekend lesgever aan het Chongyang Institute for Financial Studies, Renmin University of China en heeft meer dan 20 boeken geschreven, waaronder The Darker Nations en The Poorer Nations. Zijn recentste boek is Washington Bullets, met een introductie van Evo Morales Ayma, voormalig president van Bolivia.
Carlos Ron is de vice-minister van Buitenlandse Zaken van Venezuela voor Noord-Amerika en voorzitter van het Instituto Simón Bolívar para la Paz y la Solidaridad entre los Pueblos (Simón Bolívar Instituut voor Vrede en Solidariteit onder de Volkeren).
Notes:1 In pakweg Frankrijk is het al meermaals gebeurd dat een president moest verder regeren terwijl zijn eigen partij (of coalitie van partijen) in de oppositie belandde. Nooit werd daarom vanuit binnen- en buitenland de afzetting van de zetelende president geëist. Ook in de VS moet de president het dikwijls doen met een meerderheid van de andere partij in het Congres (nvdr).2 Voormalig president Jimmy Carter (1977-1981) leidt het naar hem genaamde Carter Center, dat verkiezingen monitort. Over de verkiezingen in Venezuela had hij het volgende te zeggen: “Hier hebben ze een van de meest faire en transparante verkiezingssystemen ter wereld. Het is onbetamelijk om verkiezingen frauduleus te verklaren, enkel en alleen omdat het politiek programma van de winnaars je niet bevalt” (nvdr).