Cuba ontwikkelt zich met de steun van de Sovjet-Unie, maar de relaties lopen niet altijd even gesmeerd. In 1965 onderneemt Che Guevara een eerste militaire missie in Congo. Een jaar later trekt hij naar Bolivia voor de start van een nieuwe revolutie daar. Op 8 oktober 1967 wordt hij op bevel van de CIA geëxecuteerd.* De relaties met de Sovjet-Unie Gezien de economische blokkade, de militaire dreiging en de terughoudendheid van de Westerse landen (onder druk van Washington), is Cuba heel snel aangewezen op de SU voor de buitenlandse handel en de aankoop van wapens. Dat laatste is een kwestie van overleven. Maar de toenadering is niet van harte en ook niet zo vanzelfsprekend. Het anticommunisme in Cuba is groot en de omstreden rol van de communistische partij – een loyale partner van Moskou – in het verleden bevorderen de toenadering niet. Omgekeerd bekijken de Sovjetleiders de Cubaanse revolutie met het nodige voorbehoud. Ze hebben het zo al niet begrepen op gewapende revoluties in de Derde Wereld en bovendien profileert Fidel zich (aanvankelijk) niet als marxist. Met de verkiezing van J. F. Kennedy als nieuwe president (8 november 1960) hoopt de SU de relaties met de VS gevoelig te verbeteren. Ze willen niet dat Cuba roet in het eten strooit. Wanner Che begin januari 1961 op bezoek is in Moskou, krijgt hij de boodschap niets te ondernemen dat de relaties tussen beide grootmachten kan verstoren. De invasie van de varkensbaai schiet de hoop die men op Kennedy had gesteld echter aan flarden. Kroestjov verandert het geweer van schouder, installeert raketten op Cuba, maar haalt ze even snel terug. Fidel Castro is na afloop van de rakettencrisis woest over de zwakke opstelling van Moskou en vooral over het feit dat Cuba tijdens de onderhandelingen niet werd geconsulteerd. Om een en ander goed te maken nodigt Kroestjov Fidel uit voor een bezoek, dat vijf weken duurt (lente 1963). Hij wordt met uitzonderlijk veel eer ontvangen. Toch zijn de plooien niet helemaal gladgestreken. Op 14 oktober 1964 wordt Kroestjov afgezet en vervangen door Brezjnev. Fidel vertikt het om Brezjnev te gaan feliciteren. De relaties blijven gespannen. Geschillen zijn er genoeg. De SU verwerpt de Cubaanse steun aan gewapende revoluties. Cuba geeft de SU er dan weer van langs omdat ze Vietnam te weinig steunen. Havanna weigert het Nucleair Non-Proliferaat Verdrag – mee opgesteld door de SU – te ondertekenen, omdat het als een samenzwering gezien wordt van de grootmachten tegen de Derde Wereld. Ook de economische samenwerking zorgt voor fricties. Moskou weigert de petroleumaanvoer te verhogen en verwerpt Cuba’s voorstel om jaarlijkse handelsakkoorden om te zetten in een driejaarlijks pact. In februari 1968 weigert Fidel een Cubaanse delegatie te zenden naar de conferentie van communistische partijen in Boekarest, georganiseerd door Brezjev. Deze kaakslag beantwoordt Moskou door een minder gunstig handelsakkoord af te sluiten. En dan is er ook nog de zaak van de Microfractie van oud-communisten, en hun liaisons met Moskou (zie hierboven). Toch is er ook in die periode een belangrijk punt van overeenkomst, met name i.v.m. het neerslaan van de Praagse lente in augustus 1968. Fidel erkent weliswaar dat de soevereiniteit van Tsjecho-Slowakije geschonden is, maar hij beschouwt het gebeuren niet als een ‘lente’ maar als een contrarevolutie. Het sturen van het Sovjetleger is volgens hem noodzakelijk om te vermijden dat het land in het kamp van het kapitalisme en imperialisme zou terechtkomen. Che Guevara Fidel en Che ontmoeten elkaar voor het eerst in Mexico in juli 1955. Che is onmiddellijk bereid om mee te vechten voor de Cubaanse revolutie op één voorwaarde: dat hij na de overwinning de handen vrij zal hebben om de revolutie in zijn thuisland aan te vatten. In de eerste jaren bekleedt Che topfuncties: hij is voorzitter van de Nationale Bank, wordt minister van industrie en trekt de wereld rond als ambassadeur van de revolutie. Maar vrij snel smeedt hij met plannen voor een nieuwe guerrillastrijd. Begin 1962 start hij met de voorbereidingen voor de guerrilla in het Noorden van Argentinië, met de bedoeling die strijd van daaruit te laten uitdijen over heel het continent. Het plan wordt echter ontdekt en afgeblazen. Vervolgens ligt de focus op Venezuela, maar na de presidentsverkiezingen in 1963 wijzigt de communistische partij van dat land zijn koers en steunt ze niet langer de gewapende strijd. Tenslotte wordt geopteerd voor Bolivië. Daar is de communistische partij wel bereid om de gewapende strijd te ondersteunen. De voorbereidingen worden getroffen. In afwachting vertrekt Che in april 1965 clandestien met een omvangrijke missie naar Congo, op vraag van de rebellen in het Oosten van het land. Het is de eerste buitenlandse militaire missie van de Cubaanse revolutie. Na zeven maand wordt de operatie afgeblazen omdat de voorwaarden voor een succesvolle guerrilla niet voorhanden zijn. Ondertussen is onze Argentijse dokter de meest gezochte man voor de cia. Hij blijft ondergedoken en keert in het geheim terug naar Cuba. Daar bereidt hij zich voor op de guerrilla in Bolivia en in november 1966 is hij ter plaatse. Maar het loopt fout van in het begin. Er is een enorme inzet van Noord-Amerikaanse troepen. De voorman van de communistische partij laat zijn steun aan de guerrilla vallen en door een vroegtijdig verraad krijgen de rebellen niet de kans om zich in te planten. Ze worden maandenlang opgejaagd. Op 8 oktober volgt een finaal gevecht waarbij Che wordt gevangen genomen. ’s Anderendaags wordt hij op bevel van de CIA geëxecuteerd. Diegenen die Che elimineerden en lieten verdwijnen zullen nooit begrijpen dat zijn spoor in de geschiedenis toen al onuitwisbaar was. Zijn profetenblik werd een symbool voor de miljarden armen in deze wereld. … Samen zullen we verder blijven vechten voor een betere wereld. Hasta la victoria siempre! (Tot aan de overwinning voor altijd!)(1) Deel 1: De koloniale periode en de onafhankelijkheidsstrijd Deel 2: De Republiek (1902-1953) Deel 3: De gewapende strijd (1953-1959) Deel 4: De revolutie krijgt vorm (1959-1960) Deel 5: Ontstaan en uitbouw van het socialisme (1961-75) (1) Deel 7: Verdere uitbouw van het socialisme (1975-1986) Deel 8: De Rectificatie (1986-1990) Deel 9: De Speciale Periode (1990-) Deel 10: Hervormingen en diplomatiek isolement (1994-1998) Deel 11: Diplomatieke successen en Batalla de ideas (1998-) Deel 12 (slot): Bush, ALBA, Fidel en Raúl (2003-) Tijdslijn Noten: * Dit artikel verscheen in gewijzigde vorm in Demuynck K. & Vandepitte M., De Factor Fidel, Antwerpen 2008, hoofdstuk 1. (1) Discurso pronunciado por Fidel Castro Ruz, 17 oktober 1997, bij de bijzetting van de stoffelijke resten van Che en zijn kameraden uit de Boliviaanse guerrilla.