In 1994 is de economie over zijn dieptepunt heen. Maar ondertussen neemt de agressie vanuit de VS tegen Cuba toe en voert de Europese Unie de diplomatieke druk op. In de tweede helft van de jaren negentig wordt het ontluikende toerisme getroffen door verschillende bomaanslagen * Vanaf het einde van 1994 herstelt de Cubaanse economie zich geleidelijk. De economische hervormingen beginnen hun vruchten af te werpen. Maar zoals het voorgaande doet vermoeden, komt de Cubaanse revolutie allesbehalve ongeschonden uit deze periode. Een aantal pijnlijke maatregelen en de sociale ongemakken die de economische crisis met zich meebrengen, tasten het maatschappelijke weefsel aan. Voor heel wat Cubanen zijn de leefomstandigheden in vergelijking met de jaren ’80 gevoelig verslechterd: te krap rantsoen, gebrek aan hygiëneproducten en schoeisel, sterk verminderd openbaar vervoer, energieschaarste. De versnelde uitbouw van het toerisme leidt zeker in de beginjaren tot een soort ‘consumptie-apartheid’. Op het ogenblik dat de doorsnee Cubaan zijn consumptieniveau spectaculair ziet dalen, wordt voor zijn ogen een luxe-infrastructuur uitgebouwd waarvan hij zelf niet kan genieten. Er is ook een kloof ontstaan tussen Cubanen die dollars bezitten, omwille van familieleden in het buitenland of omdat ze bijvoorbeeld werken in de toerismesector, en zij die er geen bezitten. Die kloof gooit de hele sociale piramide overhoop. Een arts of leraar kan vele malen meer verdienen in de toerismesector en nog eens zoveel meer als hij of zij de oversteek maakt naar de VS. Het mag een klein mirakel genoemd worden dat in die omstandigheden de scholen en ziekenhuizen blijven functioneren. In de niet-dollar sectoren – de meeste dus – is de arbeidsmotivatie laag en de corruptie hoog. Heel wat Cubanen nemen hun toevlucht tot illegale activiteiten om aan dollars te geraken. Er is ook een laag van nieuwe ‘rijken’ ontstaan, die geen enkele boodschap heeft aan een socialistische koers. Als gevolg van een aantal hervormingen (aantrekken van buitenlands kapitaal, uitbouw van toerisme, toelaten van dollarbezit) ontstaat bij heel wat Cubanen een politiek-ideologische verwarring. Na de val van het socialisme in Oost- en Centraal-Europa is er begrijpelijkerwijze ook heel wat twijfel ontstaan over de toekomst van het socialisme in eigen land. Bepaalde kerken profiteren van de moeilijke omstandigheden om hun invloed te vergroten. Deze hervormingen waren onvermijdelijk. En wij zijn verplicht andere maatregelen in te voeren die het individualisme en het egoïsme bevorderen, die de waarde van het geld belangrijker maken en die vervreemdende effecten hebben. Dat is niet hetgeen wij gewild hebben. Wij wilden voortdoen met hetgeen wij begonnen waren tijdens de rectificatie.(1) Vanaf eind 1995 dringen vliegtuigjes van een contrarevolutionaire organisatie regelmatig het Cubaanse luchtruim binnen om pamfletten te verspreiden boven Havanna. Na een twintigtal van die provocaties waarschuwt het Cubaanse leger dat ze geen vluchten meer zal dulden. Op 24 februari 1996 worden twee vliegtuigjes neergehaald. Het incident wordt aangegrepen om de hierboven vermelde Helms-Burton wet goed te keuren. De Europese Unie dient formeel protest in, omwille van de implicaties van de wet voor Europese multinationals. Ze zal dit protest later terugtrekken. Op het einde van het jaar keurt de Europese Unie een ‘Common Position’ (Gemeenschappelijke Positie) goed. Die bevat het streven naar een ‘transitie naar pluralistische democratie’, een ‘opening van de economie’, het intensifiëren van de dialoog met oppositiegroepen en het versterken van onafhankelijke NGO’S en kerken via ontwikkelingshulp. Kortom, dezelfde doelstelling als Helms-Burton, maar zachter geformuleerd en zonder directe economische druk. In januari 1997 keurt president Clinton een plan goed waarin hij 4 tot 8 miljard dollar belooft voor de transitie naar het kapitalisme. Tussen april en september van dat jaar zijn er een reeks bomaanslagen op hotels in Havanna en Varadero, een toeristische trekpleister. Daarbij komt één Italiaanse toerist om. De Cubaanse maffia in Miami ziet met lede ogen aan hoe de economie van Cuba recupereert via het toerisme en wil dit ten alle prijze verhinderen. Om dergelijke terreuraanslagen te voorkomen infiltreren Cubaanse agenten in de terroristische netwerken in Miami. Zij proberen zoveel mogelijk informatie te vergaren om aanslagen te vermijden. In september ’98 worden vijf ervan ontmaskerd en gearresteerd. Na een politiek proces worden ze tot onwaarschijnlijk zware straffen veroordeeld. De Cuban Five zitten tot op de dag van vandaag opgesloten in vijf hoge veiligheidsgevangenissen verspreid over de VS. Deel 1: De koloniale periode en de onafhankelijkheidsstrijd Deel 2: De Republiek (1902-1953) Deel 3: De gewapende strijd (1953-1959) Deel 4: De revolutie krijgt vorm (1959-1960) Deel 5: Ontstaan en uitbouw van het socialisme (1961-75) (1) Deel 6: Ontstaan en uitbouw van het socialisme (1961-75) (2) Deel 7: Verdere uitbouw van het socialisme (1975-1986) Deel 8: De Rectificatie (1986-1989) Deel 9: De Speciale Periode (1990-) Deel 11: Diplomatieke successen en Batalla de ideas (1998-) Deel 12 (slot): Bush, ALBA, Fidel en Raúl (2003-) Tijdslijn Noten: * Dit artikel verscheen in gewijzigde vorm in Demuynck K. & Vandepitte M., De Factor Fidel, Antwerpen 2008, hoofdstuk 1. (1) Fidel Castro in Granma 8 december 1993.