Cuba is van 15 tot 16 september gastland voor de topbijeenkomst van de Groep van 77 + China. Multilateralisme, multipolariteit, samenwerking en ontwikkeling zijn de sleutelwoorden.
De G77 bestaat uit 134 ontwikkelingslanden die hun gezamenlijke economische belangen behartigen binnen de Verenigde Naties (VN). De G77 werd in 1964 door 77 niet-gebonden landen opgericht met een gezamenlijke verklaring die werd uitgegeven tijdens de VN-conferentie over handel en ontwikkeling (UNCTAD). De groep breidde zich intussen uit tot 134 lidstaten, goed voor 80% van de wereldbevolking en twee derde van de VN-lidstaten.
De eerste grote bijeenkomst vond plaats in 1967 in Algiers, waar het Handvest van Algiers werd aangenomen en de basis werd gelegd voor permanente institutionele structuren. Vandaag is het socialistische Cuba gastheer voor presidenten, premiers en ministers uit het Zuiden. Daarmee behaalt het eiland overigens een zoveelste diplomatieke overwinning op de VS die Cuba van internationale fora willen weren. In de aanloop van de top hadden de Cubaanse gastheren al diverse bilaterale ontmoetingen. Ook VN-secretaris-generaal António Guterres was aanwezig.
UitdagingenIn zijn openingstoespraak had de Cubaanse president Díaz-Canel het over de huidige ontwikkelingsuitdagingen en de rol van wetenschap, technologie en innovatie. Hij wees erop dat de volkeren van het Zuiden het meest te lijden hebben onder armoede, honger, ellende, dood door nochtans geneesbare ziekten, migraties en andere gevolgen van de onderontwikkeling. Vele van die landen worden arme landen genoemd, terwijl ze in feite arm gemaakte naties zouden moeten heten, zei hij.
OngelijkheidHij wees ook op de grote ongelijkheid op het gebied van toegang tot de technologie: in de ontwikkelingslanden heeft amper 36% van de bevolking toegang tot internet (tegen 92% in de geïndustrialiseerde landen), een smartphone kost 2% van het maandelijks inkomen per capita in Noord-Amerika, tegen 53% in Zuid-Azië of 39% in subsahariaans Afrika. De 38 OESO-landen verbruiken per capita jaarlijks 2,38 keer meer elektriciteit dan het wereldgemiddelde en 16 keer meer dan subsahariaans Afrika. De ontwikkelde landen verbruiken jaarlijks 3 keer zo veel energie als de ontwikkelingslanden.
Omdat investeringen in vele gevallen zonder technologische overdracht verlopen, blijven de ontwikkelingslanden onderaan de waardeketen steken. Tegelijk zien we een braindrain naar de rijke landen. Patenten privatiseren de kennis en verbreden zo de ontwikkelingskloof.
Tijdens de coronapandemie produceerden amper 10 bedrijven 70% van alle vaccins. De ontwikkelingslanden beschikten over 24 vaccindoses per 100 inwoners, tegenover bijna 150 doses per 100 inwoners in de rijke landen. De Wereldgezondheidsorganisatie berekende dat 90% van de onderzoeksfondsen zich op ziekten richt die 10% van mortaliteit en morbiditeit veroorzaken, terwijl de ziekten die 90% daarvan veroorzaken het met de overige 10% van de fondsen moeten stellen.
Nog een laatste cijfer uit de toespraak van Díaz-Canel: 9% van de wereldwijde militaire uitgaven zou volstaan om de volgende tien jaar de nodige aanpassingen aan de klimaatverandering te bekostigen. 7% ervan zou volstaan om de hele wereldbevolking te vaccineren tegen corona.
Díaz-Canel verwees ook naar de Chinese president Xi Jinping en zijn initiatief voor globale ontwikkeling, gebaseerd op een nieuwe en rechtvaardige internationale orde.
Cuba beschikt over een niet te onderschatten wetenschappelijk potentieel, dat echter gefnuikt wordt door de VS-blokkade, die onder andere de internettoegang voor Cuba tot wetenschapsdomeinen afsluit.
EenheidDíaz-Canel sloot zijn toespraak af met de woorden van Fidel Castro in 2000: “Voor de Groep van 77 komt het er nu op aan geen smeekbedes tot de ontwikkelde landen te richten, ons te onderwerpen, te berusten of onderling verdeeld te zijn. We moeten integendeel ons heil zoeken in onze geest van strijd, eenheid en samenhang op het vlak van onze eisen. (…) Vijftig jaar geleden beloofden ze ons dat de kloof tussen de ontwikkelde landen en de ontwikkelingslanden zou verdwenen zijn. Ze beloofden ons brood en rechtvaardigheid, en vandaag zien we almaar minder brood en minder rechtvaardigheid”.“Ter ere van zij die erin geloofden en [de G77] oprichtten, in naam van de volkeren die we vertegenwoordigen, laten we onze stemmen en eisen doen respecteren! We zijn méér, en we zullen overwinnen!”, besloot Díaz-Canel.