Op de infonamiddag van Initiatief Cuba Socialista van zaterdag 14 maart gaf Prof. François Houtart (UCL, CETRI, Wereld Sociaal Forum,…) een erg interessante uiteenzetting over de progressieve veranderingen in Latijns-Amerika, met Chávez in Venezuela, Morales in Bolivia, Correa in Ecuador, Lula in Brazilië, Ortega in Nicaragua en Lugo in Paraguay (en nu ook Funes in El Salvador, voor het FMLN verkozen op 15 maart).
Een indrukwekkend lijstje, en het originele eraan is dat ze allen via verkiezingen aan de macht zijn gekomen, en dat ze via grondwettelijke weg aan verandering (“transformaties”) werken.
Ze streven daarbij drie grote doelstellingen na:1. de soevereniteit van hun land herwinnen, die door de imperialistische globalisering erg was uitgehold;2. de staat heropbouwen, die was afgebroken door jaren van neoliberalisme;3. en de rijkdom herverdelen om de grote sociale ongelijkheid tegen te gaan.
In het bevestigen van de soevereiniteit, tegen de buitenlandse multinationals en de VS-overheersing in, zijn de meeste resultaten geboekt. Niet alleen op het vlak van elk land zijn eigen soevereiniteit, maar nog belangrijker in een solidaire, gezamenlijke solidariteit, met nieuwe vormen van regionale integratie: de Bank van het Zuiden, de Unie van het Zuiden (Unasur) die de Zuid-Amerikaanse landen verenigt zonder de VS erbij, en natuurlijk het gekende ALBA (Bolivariaans Alternatief voor Amerika), het tv-kanaal Telesur, enz.
Bij de andere twee doelstellingen ziet Prof. Houtart nog heel wat problemen. De democratische methoden die gevolgd worden blijken dikwijls onvoldoende om met succes op te boksen tegen de oude administratie, tegen de bureaucratie en de corruptie in het staatsapparaat. In de meeste betrokken landen blijft de herverdeling van de rijkdom teveel steken in sociale hulpprogramma’s, in bijstand aan de armen, waarbij die laatsten eerder klanten dan actoren zijn, en waar geen structurele hervormingen aan te pas komen.
De progressieve regeringen hebben ook te maken met een hevige oppositie. Die van de bourgeoisie natuurlijk, maar ook die van bepaalde radicalistisch-linkse groepen: zij zien volgens Houtart de dialectiek niet in het hele proces en hebben geen langetermijnvisie. “
Het socialisme opbouwen kan niet met één enkele revolutie en ook niet binnen één enkele generatie”, oordeelt Houtart. Tenslotte wijst hij nog op de oppositierol van veel ngo’s, die tegenover een heropgebouwde en versterkte staat veel van hun macht en privileges verliezenDe conclusie van François Houtart: het gaat hem in deze Latijns-Amerikaanse landen vandaag niet over DE revolutie, maar om een aantal maatregelen van het revolutionaire type. Die blijven ambigu, en het risico om terug achteruit te gaan blijft aanwezig. Maar het bijzondere en bemoedigende aan deze processen is dat ze verder gaan dan verzet, dat ze overgaan naar het uitbouwen van alternatieven.
In de discussie met het publiek werden nog enkele specfieke kwesties aangeraakt. Over de nieuwe VS-president Obama is Prof. Houtart redelijk scherp: “
Wat gaat veranderen, is eerder de vorm dan de realiteit van het VS-beleid. Latijns-Amerikaanse vrienden van me zeggen me dat ze nu zullen moeten wennen aan ‘een zwarte keizer’ in het Witte Huis”. Het is natuurlijk goed dat Obama de detentie- en foltercentra in Guantanamo gaat sluiten. Maar de échte toetsstenen voor zijn presidentschap, wat Latijns-Amerika betreft, worden zijn houding met betrekking tot de Vierde Vloot (VS-oorlogsbodems die sinds vorig jaar weer voor de kusten van Latijns-Amerika kamperen, nvdr), de Colombiaanse president Uribe en de blokkade tegen Cuba.
Houtart gaf ook nog aan dat Latijns-Amerika op verschillende manieren getroffen wordt door de economische crisis: door de val van de grondstoffenprijzen, de val van de dollar, het terugvallen van de fondsen die latino’s in Noord-Amerika en Europa naar huis sturen (de remesas), en tenslotte door de daling van de industriële productie in de Latijns-Amerikaanse landen zelf.