Op 12 augustus, aan de vooravond van de 90ste verjaardag van Fidel Castro, bracht Mesa Redonda een panel van prestigieuze Cubaanse historici samen om te debatteren over zijn gedachten, zijn geschiedenis en wat hij heeft nagelaten aan de wereld.
Eduardo Torres Cuevas, de voorzitter van de “Academia de Historia” zei dat “praten over de persoonlijkheid van Fidel Castro in de geschiedenis van Cuba ook praten over de geschiedenis betekent. En dat het moeilijk is om het verschil te maken tussen de figuur Fidel en de traditie en het gedachtengoed waarin hij zich vormde.“ Men moet erkennen dat Fidel Castro een groot kenner is van José Martí”.
Je moet doorheen de jaren zijn analyse van 10 oktober bekijken, over Guáimaro, over het Protest in Baraguá, over de werken van Martí die hij perfect beheerst. Hij leest niet simpelweg Martí maar dialogeert ermee, praat ermee, ondervraagt hem, en vindt zijn antwoorden in Martí, daarom dat de vierde revolutie Martí als intellectueel auteur heeft. Het is niet anders, Martí was de samenvatting van de revolutionaire gedachte” zei Torres Cuevas.
Het betekende ook dat Fidel naar de diepere oorsprong ging van de ‘mambisa strijd’ en daar begon de grote crisis van het professionele leger. “Dat leger was voorbereid op een ander soort strijd, en was ondanks hun bewapening geen partij voor de intelligente strategie van de guerillastrijd die uit de ‘mambisa’-tijd is overgeërfd”.“Ik denk dat we vandaag trots moeten zijn op zulk een figuur, een figuur van universele dimensie, en zijn voetafdruk blijft zichtbaar in de geschiedenis, en dat blijft zo omdat het een authentiek, consequent gedachtengoed is. Niet abstract vorm gegeven, maar gebaseerd op onze revolutionaire tradities, en onze filosofische traditie, op onze cultuur in het algemeen”.
Rolando Rodríguez van zijn kant benaderde de factoren die het gedachtengoed van Fidel Castro vormgegeven hebben, hoewel hij opgroeide in het netwerk van een neokoloniale republiek.“Fidel gaf ons opnieuw onze trots Cubaan te zijn, en paradoxaal genoeg maakt het ons trots dat wij met hem een leider van universele omvang hebben, één van de grootste mannen die de mensheid ons gaf in onze tijd”.“Gedurende een kwarteeuw, bestond Cuba niet, had het geen uitstraling. Vanaf 1925 begonnen sommige buitengewone namen zoals Mella, Guiteras, Rubén Martínez Villena op te staan. Maar pas wanneer een jongeman op het toneel verscheen, die de gave bezat van het spreken in het openbaar, opgevoed was in een college van jezuïeten, werd gefluisterd dat hij tot een gevaar of tot een groots iemand zou uitgroeien” vervolgde Rodríguez.“Die zoon van rijke grootgrondbezitters, vormde zich onverwacht om tot anti-imperialist, en door zelfstudie werd hij marxist. Die jongeman kwam terecht in “el Bogotazo” (een periode van gewelddadige opstanden en hardhandige repressie in Colombia in 1948), vechtend in Colombia voor het Colombiaanse volk In Cayo Confite (Dominicaanse Republiek) vocht hij voor de vrijheid tegen de onderdrukking van de tiran Trujilllo, en werd de man die de aanval op de Moncadakazerne leidde.
Rodríguez herinnert zich dat hij zeer jong was, maar dat hij toch al wist wie Fidel Castro was. Hij wist dat hij een militair én politiek genie was. “Hij bekende mij dat hij de guerrillaoorlog geleerd had in de kronieken van Miró Argenter. Zonder paard zelfs bleek deze man in staat om de dictatuur van Batista in minder dan 24 maanden te verslaan en in minder dan 72 uren Girón te verpletteren. In de Oktobercrisis schitterde hij op een ongelooflijke manier, hij was een leider die één was met het volk, en die ervoor zorgde dat het volk in staat was de obstakels en hindernissen te overwinnen”.
Daarom is het voor Rolando Rodríguez vandaag een eer dat het land, dat veracht werd gedurende de Neo-koloniale Republiek, bekwaam is gebleken een leidende rol op te nemen in de wetenschap, zijn sport tot belangrijke overwinningen te verheffen, dat we een medisch vooraanstaand land geworden zijn, met een gedachtengoed dat niet toegeeft aan de overtuiging dat de economie het enige is dat het Socialisme kan opbouwen, maar dat het ook verbonden moet zijn met het smeden van een bewustzijn dat een volledig nieuwe mentaliteit en een nieuwe mens voortbrengt.
Fidel en de Cubaans – Amerikaanse relatiesWat betekende Fidel in de confrontatie met het Amerikaanse imperium en samen met het volk van de Verenigde Staten? Wat is er van de mythe dat Fidel een hindernis geweest is, die de relaties met de VS in de weg stond? Dat thema werd aangesneden door de jonge historicus Elier Ramírez Cañedo die zich op deze studie toelegt sinds zijn afstuderen.
Voor Elier is één van de redenen waarom Fidel 11 Amerikaanse Regeringen overleefde, dat de VS – op Cuba na – het land is dat hij het beste kent. “Hij was zijn tegenstanders die in het Witte huis verbleven altijd een stap voor, en daar hij heeft hij heel wat uren aan gewijd: aan uitwisselingen met politici uit de VS, met congressisten die Cuba bezochten. Hij heeft een buitengewone speurneus en blijft zo altijd voor”.
Niettemin bevestigd hij dat de tegenstanders van de Revolutie altijd Fidel voorstelden als obstakel voor de normalisatie en hem zelfs bestempelden als de oorzaak van het conflict tussen Cuba en VS.
Zoals Elier in zijn onderzoek aantoont is dat zeer te betwijfelen. “We weten dat het conflict tussen Cuba en de VS al dateert vanuit voorouderlijke tijden, en dat er nooit normale relaties hebben bestaan, ook niet in de 19de eeuw, gedurende de Neokoloniale Republiek. Als er iets wordt bewezen door gedeclasseerde documenten van de VS zelf, is het dat er één iemand was die de wil had de relaties te verbeteren tussen 1959 en de dag van zijn aftreden: Fidel Castro. Zijn uitgangspunt daarbij was altijd dat de soevereiniteit en de principes van Cuba nooit op de onderhandelingstafel zouden komen”.
Op de “Mesa Redonda” ging Elier in op de verschillende pogingen van toenadering tot de VS die van Fidel uitgingen, vanaf zijn eerste bezoek aan de Verenigde Staten na de Cubaanse revolutie. Ook bracht hij in herinnering dat toen de diplomatieke betrekkingen verbroken werden in januari 1961 het niet Cuba was die deze breuk uitlokte.
Historicus Alberto Prieto benadrukte van zijn kant dat Fidel de verschillen tussen Cuba en de rest van de onderdrukte landen capteerde en een nieuw concept lanceerde door te stellen dat de vijand die moest verslagen worden het imperialisme en zijn interne bondgenoten is.“Bij de overwinning van de Revolutie stelde hij twee dingen voorop: enerzijds de Latijns-Amerikaanse integratie in algemene zin als kracht om de staten te verenigen tegen de wandaden van de Verenigde Staten en anderzijds de revolutionaire internationale solidariteit.
In 1959 tekende Fidel een twee-wegs-strategie uit in de richting van Latijns-Amerika en in de richting van Afrika.
Mesa Redondavert.: Rudy Sohier