Op 6 januari werd Ana Belén Montes, een van de topspionnen van de VS vrijgelaten. Als werkneemster bij de inlichtingendiensten van de VS had ze geheime informatie doorgestuurd naar de Cubaanse autoriteiten met het doel destabilisatieoperaties en terreuraanslagen tegen Cuba te verijdelen. In zekere zin voerde zij een ‘war on terror’, maar dan tegen de staatsterreur van haar eigen land. Lees dit merkwaardig verhaal van een heldhaftige vrouw.
STAATSTERREUR TEGEN CUBAIn 1959 slaagden de Cubanen erin om een socialistische revolutie uit te bouwen op de stoep van hun oppermachtige buur. Dat was een kaakslag voor de grootste supermacht ooit. De achtereenvolgende VS-presidenten hebben er dan ook alles aan gedaan om de revolutie op de knieën te krijgen. Het is algemeen gekend dat Cuba de langstdurende economische blokkade uit de wereldgeschiedenis ondergaat, met verwoestende gevolgen. Minder geweten is dat het land de laatste 64 jaar ook blootgesteld is aan heel wat andere brutale agressie.
Zo was er de mislukte militaire invasie van de Varkensbaai in 1961, werd in 1976 een lijnvliegtuig neergehaald, waren er honderden moordaanslagen en sabotageacties, en werd in de jaren zestig een heuse bacteriologische oorlogsvoering ontketend tegen het eiland. Bij de vele terroristische aanslagen kwamen in totaal 3.478 Cubanen om het leven, dat zijn er meer dan bij de aanslag op 11 september. Daarnaast bleven er ook 2.099 mensen gehandicapt voor het leven.
TopspionneThe Cuban Five. Foto: K. DemuynckOm zich te wapenen tegen deze staatsterreur infiltreerden Cubanen in de terreurnetwerken in Miami, beter bekend als de ‘Cuban Five’. Hierover is een film gemaakt, die te bekijken is op Netflix. Maar Cuba kon ook rekenen op de steun van staatsburgers van de VS. Een ervan is Ana Belén Montes. Haar ouders zijn van Puerto Rico en ze heeft dus het staatsburgerschap van de Verenigde Staten.
Halverwege de jaren tachtig ging ze werken bij een belangrijk inlichtingendienst van het Pentagon, de Defense Intelligence Agency (DIA). Omwille van haar uitmuntende werk maakte ze er een blitzcarrière. Haar werkterrein was Cuba. Ze klom op tot een van de hoogste echelons, waardoor ze toegang kreeg tot vrijwel alles wat de inlichtingendiensten over Cuba verzamelden. Zij hielp ook bij het schrijven van de eindrapporten.
Vanwege haar rang was zij lid van de supergeheime ‘Inter-agency Working Group on Cuba’, waarin de belangrijkste analisten van federale agentschappen, zoals de CIA, het ministerie van Buitenlandse Zaken en het Witte Huis zelf, aan deelnamen. Haar werk werd heel erg gewaardeerd, zodanig zelfs dat ze verschillende erkenningen kreeg. Daaronder het Certificate of Distinction, de op twee na hoogste onderscheiding op nationaal niveau voor inlichtingendiensten. Vanwege haar capaciteiten werd Ana Belén in inlichtingenkringen bekend als ‘de koningin van Cuba’.
Ze ging uiterst behoedzaam te werk. Ze was zeer discreet, ging geen relatie aan en woonde alleen in een eenvoudig appartement. Om niet ontdekt te worden nam ze nooit iets mee haar huis. Ze memoriseerde alles en zette de info daarna over op gecodeerde harde schijven die ze dan bezorgde aan de Cubaanse autoriteiten. Dat haar broer een FBI speciaal agent was en haar zus analist bij dezelfde FBI, speelde in haar voordeel.
Gedurende 17 jaar gaf ze geheime info door naar Cuba, waardoor ze net zoals de Cuban Five talloze destabilisatieoperaties heeft weten te verijdelen. Ze slaagde er ook in de presidenten Bill Clinton en Georges W. Bush te overtuigen dat Cuba geen militaire bedreiging vormde voor de VS. Daardoor heeft ze mogelijk een oorlog tegen Cuba kunnen voorkomen die talloze Cubaanse slachtoffers tot gevolg zou hebben gehad. Zij heeft ook de identiteit onthuld van vier undercover agenten van de VS-inlichtingendienst die in Cuba werkten.
Ontdekking en veroordelingDoor het hoofd van de contraspionage werd ze aanzien als “een van de meest schadelijke spionnen die de VS ooit heeft gekend”. Ze werd tot 25 jaar veroordeeld omdat ze bestempeld werd als “een gevaar voor de natie”. In september 2001, drie jaar nadat de Cuban Five werden ontmaskerd en opgepakt, werd ook Ana Belén gearresteerd. Bij gebrek aan bewijzen werd ze net als de Cuban Five beschuldigd van “samenzwering om spionage te plegen” voor Cuba.
Een week voor haar arrestatie had ze vernomen dat ze onder toezicht stond. Ze had dus nog kunnen vluchten, maar naar eigen zeggen gaf haar politieke inzet haar het gevoel “dat ze de mensen die zij hielp niet kon opgeven”. In het klimaat kort na de aanslagen van elf september riskeerde ze de doodstraf. Daarom heeft ze onderhandeld met het gerecht en schuldig gepleit. Ze werd veroordeeld tot 25 jaar cel en net zoals Julian Assange overgebracht naar een speciale gevangenisafdeling voor geweldplegers met psychiatrische problemen, met het doel haar mentaal te breken.
Ze kon geen bezoek ontvangen, behalve van enkele familieleden. Haar moeder kon haar niet bezoeken. Ze in leefde absolute afzondering, mocht niet telefoneren, ontving geen kranten of tijdschriften en kon geen televisie kijken.
MotivatieVoor haar uiterst gevaarlijk werk heeft Ana Belén nooit geld ontvangen van Cuba. Zij handelde uit geloof in rechtvaardigheid en uit solidariteit met Cuba. Zij was zich goed bewust van de grote risico’s die zij liep. Net zoals Edward Snowden,[1] is zij een van de vele VS-burgers die zich verzetten tegen de barbaarse acties van hun regering. De motivatie voor haar riskante onderneming vinden we terug in haar pleidooi voor de rechtbank:“Er is een Italiaans spreekwoord dat misschien wel het beste beschrijft wat ik geloof: de hele wereld is één land. In dat ‘wereldland’ is het principe om net zoveel van je naaste te houden als van jezelf een essentiële leidraad voor harmonieuze relaties tussen al onze ‘natie-buurten’. Dit principe impliceert tolerantie en begrip voor de verschillende manieren van doen van anderen. Het schrijft voor dat we andere naties behandelen zoals we zelf behandeld willen worden – met respect en mededogen. Het is een principe dat we helaas, geloof ik, nooit hebben toegepast op Cuba.
Edelachtbare, ik raakte betrokken bij de activiteit die mij voor u heeft gebracht omdat ik mijn geweten gehoorzaamde in plaats van de wet. Het beleid van onze regering tegenover Cuba is wreed en oneerlijk. Het is zeer onfatsoenlijk. Ik voel me moreel verplicht om het eiland te helpen zich te verdedigen tegen onze pogingen om onze waarden en ons politieke systeem aan het eiland op te leggen.
We tonen al vier decennia onverdraagzaamheid en minachting voor Cuba. We hebben nooit het recht van Cuba gerespecteerd om zijn eigen weg te gaan en zijn eigen idealen van gelijkheid en rechtvaardigheid te volgen. Ik begrijp niet hoe we blijven proberen te dicteren hoe Cuba zijn leiders moet kiezen, wie zijn leiders niet mogen zijn, en welke wetten het meest geschikt zijn voor dat land. Waarom laten we Cuba zijn eigen interne reis niet voortzetten, zoals de Verenigde Staten al meer dan twee eeuwen doen?
Mijn manier van reageren op ons Cuba-beleid was misschien moreel verkeerd. Misschien was Cuba’s recht om vrij van politieke en economische dwang te bestaan, niet de rechtvaardiging voor het geven van geheime informatie aan het eiland om het te helpen zichzelf te verdedigen. Ik kan alleen maar zeggen dat ik heb gedaan wat ik goed achtte om een groot onrecht tegen te gaan. Mijn grootste wens is dat er een vriendschappelijke relatie ontstaat tussen de Verenigde Staten en Cuba. Ik hoop dat mijn zaak op de een of andere manier onze regering zal aanmoedigen haar vijandigheid jegens Cuba op te geven en met Havana samen te werken in een geest van tolerantie, wederzijds respect en begrip.
Vandaag zien we duidelijker dan ooit dat onverdraagzaamheid en haat – door individuen of regeringen – alleen maar pijn en lijden verspreidt. Ik hoop dat de Verenigde Staten ten aanzien van Cuba een beleid ontwikkelen dat is gebaseerd op liefde voor de naaste, een beleid dat erkent dat Cuba, net als elke andere natie, met waardigheid wil worden behandeld en niet met minachting.
Zo’n beleid zou onze regering weer in harmonie brengen met het mededogen en de vrijgevigheid van het Amerikaanse volk. Het zou Cubanen en VS burgers in staat stellen van elkaar te leren en met elkaar te delen. Het zou Cuba in staat stellen zijn defensieve maatregelen te laten vallen en gemakkelijker te experimenteren met veranderingen.
Het zou de twee buren ook in staat stellen om samen te werken en met andere naties om tolerantie en samenwerking te bevorderen in ons ene ‘wereldland’, in ons enige wereldthuisland.”Terug in Puerto RicoOp 6 januari 2023 werd de 65-jarige Ana Belén Montes vrijgelaten. Ze is ondertussen teruggekeerd naar Puerto Rico. Haar vrijlating werd in heel wat landen in Latijns-Amerika met applaus begroet. In een schriftelijke verklaring kondigde ze aan dat ze geen mediabelangstelling wil. “Als persoon ben ik niet zo belangrijk. Diegenen die zich op mij willen concentreren zouden zich in plaats daarvan beter bezighouden met belangrijke kwesties.”Met zo’n belangrijke kwestie doelt ze o.a. op “de ernstige problemen waarmee het Puerto Ricaanse volk wordt geconfronteerd of het economische embargo van de Verenigde Staten tegen Cuba. “Wie heeft de afgelopen 60 jaar het Cubaanse volk gevraagd of ze willen dat de Verenigde Staten een verstikkend embargo opleggen waardoor ze lijden?”, vroeg zij zich af.“Er is een dringende behoefte aan wereldwijde samenwerking om onze vernietiging van ons milieu te stoppen en terug te draaien. Ook dat verdient aandacht.” Samen met Katrien Demuynck schreef Marc Vandepitte verschillende boeken over Cuba. Ze bezochten verschillende keren een van de Cuban Five in een hoge veiligheidsgevangenis in de VS.
DWMNote:[1] Edward Snowden onthulde hoe de National Security Agency (NSA) het de burgers van de VS alsook leiders van andere landen bespioneerde. Hij leeft momenteel in ballingschap in Rusland.