Een stevige ommezwaai voor de geteisterde Argentijnse bevolking: De overwinning van Alberto Fernández, kandidaat van een brede coalitie aan linkse en centrumkrachten genaamd Frente de Todos (“Front van Iedereen”) op 27/10, maakt een einde aan vier jaar neoliberaal beleid, dat het land op korte tijd de sociaaleconomische afgrond in gereden heeft.
De Peronist Fernández staat voor een centrumlinkse politiek van jobcreatie, en sociale hervormingen op vlak van gezondheidszorg, onderwijs en pensioenen. Net als de recente massaprotesten in Chili betekent de verkiezing van Fernández een knauw voor het momentum van rechts in Latijns-Amerika, waar we recent overwinningen noteerden voor Mauricio Macri, Sebastián Piñera en Jair Bolsonaro in sleuteleconomieën als Argentinië, Chili en Brazilië. Verschillende analisten luidden het einde van de ‘linkse golf’ in Latijns-Amerika in met de verkiezing van ultraliberaal Macri in 2015. Amper vier jaar later, is Macri niet meer.
De hamvraag is nu hoe Fernández de schuldenberg en de IMF-lening die Macri voor hem achterlaat wil aanpakken, en in hoeverre het Internationaal Monetair Fonds daarin zal meegaan. Het sociale middenveld heeft daarbij deels de sleutel in handen.
Macri vs. PeronismeHoewel er officieel zes kandidaten meedongen naar de gunst van de kiezer, kondigden de Argentijnse presidentsverkiezingen van 27 oktober zich aan als een race tussen twee paarden. De uittredende president en neoliberale multimiljonair Mauricio Macri hoopte op een tweede termijn aan het hoofd van de alliantie Juntos por el Cambio (“Samen voor de verandering”), en werd uitgedaagd door de centrumlinkse Alberto Fernández, namens de Peronistische eenheidslijst Frente de Todos (“Front van Iedereen”).
Genoemd naar de voormalige president Juan Domingo Perón, is die Peronistische beweging wat men noemt een huis met vele kamers. De ex-militair Perón was een autoritair figuur die er een politiek van sociale hervormingen, industrialisering en nationaliseringen op nahield, en wordt in het land vaak gezien als lokale incarnatie van de nationale bevrijdingsbewegingen in het Latijns-Amerika van de jaren 1950 en ’60. Daardoor lopen de interpretaties van Peróns ideologische erfenis ook sterk uiteen, en viel de Peronistische beweging vanaf de jaren ’60 uit elkaar. Aan de ene kant kreeg je een rechtse stroming die neigde naar autoritaire, bureaucratische machtsstructuren en leunde op de onder Perón opgerichte vakbond CGT. Daar tegenover stond een linkse vleugel die in de jaren ’60 en ’70 koos voor gewapende guerrilla tegen de toenmalige dictaturen, en sinds de terugkeer naar de democratie in de jaren ’80 vooral steunt op het sociale middenveld. In die laatste stroming situeren we Fernández.
Wie is Alberto Fernández?
Fernández was in het verleden kabinetschef onder de intussen overleden, links-Peronistische, ex-president Néstor Kirchner, en ook kortstondig onder diens weduwe Cristina Fernández de Kirchner (meestal aangesproken als Cristina of als CFK). Interessant om weten: Fernández nam in 2008 ontslag uit Cristina’s regering omwille van een aantal meningsverschillen, en ontpopte zich nadien tot een vocaal criticus van haar beleid. Daarom was de verrassing des te groter toen in mei aangekondigd werd dat zij aan de zijde van Fernández zou opkomen voor het vice-presidentschap. De formule Fernández-Fernández (geen familie) werkte: bij de verplichte voorverkiezingen in augustus kreeg het duo meer dan 47% van de kiezers achter zich, tegenover 31% voor Macri. Gezien er bij de eigenlijke presidentsverkiezingen van oktober slechts een ronde nodig was als een kandidaat in de eerste ronde 45% van de stemmen verzamelde, of hoger scoorde dan 40% en meer dan 10% voorsprong had op de nummer twee, leek het pleit toen al beslecht. Zo geschiedde.
Ernstige economische malaiseFernández erft echter een samenleving in diepe crisis. Toen Macri in 2015 overnam van Cristina, stond Argentinië er ondanks een ongunstige internationale context al bij al behoorlijk voor. Vier jaar aan rampzalige privatiseringen en dito fiscaal beleid later, waarbij schulden aan aasgierfondsen afbetaald werden met als doel het land open te stellen voor internationaal kapitaal, swingen de armoede en de buitenlandse schuld de pan uit. Vandaag de dag leeft meer dan een derde van de bevolking onder de armoedegrens. Op vier jaar tijd steeg de werkloosheidsgraad van 5,8% naar 10,6%, wat samen met de armoedecijfers wijst op een immens aantal werkende armen. Tegelijkertijd steeg de buitenlandse schuld van 70 (41% van het BBP) naar 160 miljard dollar (91%). Gekoppeld aan de astronomisch hoge inflatie en aan de slabakkende exportcijfers, komt dit alles neer op een stagnerende economie en een gigantische kapitaalvlucht –niet in het minst naar de buitenlandse holdings van nogal wat ministers en van Macri zelf. Voor wie de geschiedenis van het land kent, laat het gevolg zich raden: een interventie van het IMF in 2018, onder de vorm van een lening van 57 miljard dollar, gekoppeld aan besparings- en afbetalingsvoorwaarden zwaarder dan degene waar Griekenland in 2015 mee gewurgd werd.
Wat te verwachten? Als kabinetschef van de pas verkozen Néstor Kirchner werd Alberto Fernández in 2003 al geconfronteerd met een gelijkaardig scenario. Afgaand op hoe zij het land toen op drie jaar tijd uit de klauwen van het IMF wisten te manoeuvreren, laat het zich raden dat Fernández ook nu zal aansturen op een herstructurering van de buitenlandse schuld en heronderhandelingen met het IMF. Zo hoopt hij wellicht mildere afbetalingsvoorwaarden af te dwingen en ruimte te creëren voor investeringen in industriële groei. Op die manier zal hij proberen middelen vrij te maken voor de bestrijding van armoede en werkloosheid, enerzijds door openbare werken in onder meer sociale huisvesting, anderzijds door strengere prijscontroles op levensmiddelen als voeding en medicijnen. Een belangrijke kritiek hierbij is dat de Argentijnse economie in belangrijke mate steunt op de ontginning en export van gasreserves, waaronder schaliegas. Aangezien Cristina, de toekomstige vice-presidente, deze sector al deels nationaliseerde in 2012, valt het te verwachten dat Fernández hier zwaar op zal inzetten. Gezien de immense ecologische schade die de exploitatie van schaliegas aanricht, zou zo’n beslissing heel slecht nieuws zijn in tijden van klimaatverandering.
Rol van de sociale bewegingen.
Of de sociale maatregelen die Fernández al aankondigde op vlak van pensioenen, armoedebestrijding en sociale woningen er ook komen, zal in grote mate afhangen van het sociale middenveld. Zowel de brede Peronistische beweging als haar Kirchneristische vleugel hebben een lange traditie van steunen op syndicale en sociale strijdbewegingen. Terwijl linkse oppositiekrachten de voorbije jaren worstelden om een tegenproject op poten te zetten, nam de straat vaak het voortouw.
Algemene stakingen tegen het besparingsbeleid, onderwijsstakingen op alle niveaus, miljoenenmobilisaties voor vrouwenrechten en voor het recht op abortus: vanaf Macri’s eerste dag werd er luidkeels verzet aangetekend, niet altijd expliciet tegen zijn neoliberale politiek maar wel steeds vóór een sterker sociaal beleid. Daardoor kregen Macri´s gemarketeerde luchtspiegelingen van “vooruitgang die net om de hoek wachtte” en nood aan “opofferingen van iedereen”, die gretig verspreid werden door bevriende media, nooit vrij spel.
Nu is het aan diezelfde strijdbewegingen om de druk op de ketel te houden, en zo ook Fernández’ onderhandelingspositie bij de buitenlandse schuldeisers te versterken. Met het IMF onderhandel je ook op straat.