In een nieuwe reportage in de reeks ‘Belly of the Beast’ interviewt de Cubaanse multimediajournaliste Liz Oliva Fernández de Cubaanse vrouw en man in de straat, die hun ongezouten mening geven over het afgelopen jaar, president Biden en de verwachtingen voor 2022. Van 16 tot 22 december kwamen de Cubaanse partijtop en het parlement achtereenvolgens bijeen om de balans op te maken van het afgelopen jaar en de bakens voor 2022 uit te zetten, met uiteraard veel aandacht voor de economie, de planning en de begroting. De regering mikt op 4% groei.2021: een economisch rampjaar met lichtpuntjesSinds de aankondiging van de uitvoering van de munthervorming , vanaf 1 januari 2021, was de te verwachten prijsstijging een van de kopzorgen van de Cubanen. Het land had reeds te kampen met inflatie in het kader van tekorten veroorzaakt door de verscherping van de VS-blokkade en de COVID-19-pandemie.
In december 2020 voorspelde Marino Murillo Jorge, toenmalig hoofd van de Commissie voor de uitvoering en de ontwikkeling van de economische aanpassingen, dat de munthervorming drie verschijnselen zou veroorzaken: aanbodtekort, inkomstengroei en stijgende kosten. Zo gaf de overheid 2 miljard peso uit voor de arbeiders die door technische werkloosheid werden getroffen.
Murillo ging ervan uit dat, indien de prijzen in de overheidssector met een factor 1,5 zouden stijgen en in de niet-overheidssector met een factor 3, de totale verhoging een factor 1,6 zou bedragen. In de praktijk is het echter anders gelopen. De stijgende kosten van levensonderhoud zijn in het hele land een dagelijks verschijnsel geworden. Officiële rapporten spreken van 6900% inflatie op de informele markt en een stijging van de prijzen van staatsbedrijven met 222%. Die hoge percentages slaan wel op de waardeverhouding tussen de peso en de dollar. De reële inflatie bedroeg hoe dan ook 60%, zo zei vicepremier en minister voor Economie en Planning Alejandro Gil Fernández in de commissie Economie van het Parlement.
De overheidssector was de eerste die de geplande limieten ver overschreed, waardoor een kettingreactie op gang kwam waaraan geen einde lijkt te komen. Murillo moest toegeven dat de inflatie in de kleinhandel de belangrijkste afwijking van de munthervorming is geweest, aangezien de kosten van de referentiekorf van goederen en diensten bijna zijn verdubbeld ten opzichte van de geraamde cijfers, terwijl de koopkracht ten gevolge van de loonhervorming sterk is aangetast, voornamelijk voor de lage inkomens. Met een aandeel van meer dan 90% in de kleinhandel had de overheidssector in dit proces een doorslaggevende rol moeten spelen.2021 werd gekenmerkt door een groot tekort aan aanbod, waardoor de geraamde cijfers niet konden worden gehaald. Het bbp kromp met 13%. De bijna 700 miljoen dollar die de Cubaanse economie niet kon innen, in combinatie met de 2,4 miljard dollar die ze in 2020 was misgelopen, leidde, naast andere gevolgen, tot een groot tekort aan voorraden. Dat werd nog verergerd door de late aankomst van gesubsidieerde producten zoals kip of melkpoeder, producten die voordien wel op tijd werden geleverd. In de eerste negen maanden van het jaar was er een aanbodtekort van 16,5 miljard peso, wat zich vertaalde in enorme schaarste in de kleinhandel.
Alleen al in Pinar del Rio kon de handel en de horeca voor 96 miljoen peso aan bier, rum en frisdranken en voor 18 miljoen peso aan deegwaren niet verkopen bij gebrek aan levering. De verwerkingscentra kenden een tekort van 224 ton gehakt vlees en 150 ton meel, om maar twee producten te noemen. De overheid was bovendien niet in staat valuta tegen de officiële wisselkoers te verkopen, waardoor een groot deel van de bevolking geen toegang had tot winkels die vrij converteerbare valuta hanteren. Een informele markt met koersen die veel hoger liggen dan de officiële was daarvan het gevolg.
De suikerindustrie, goed voor 160.000 rechtstreekse en 600.000 andere betrokken banen, kampt sinds 2017 met een dalende opbrengst en bereikte een nieuw dieptepunt in 2021. De elektriciteitsproductie werd ernstig verstoord – o.a. door problemen met de bevoorrading van (diverse soorten) brandstof, wisselstukken en onderhoud – wat tot stroomonderbrekingen leidde. Voor die twee sectoren werden specifieke maatregelen getroffen.
De overheid slaagde er wel in om de prijzen van elektriciteit, water, brandstof, basisgoederen, geneesmiddelen, investeringen in gezondheidszorg en onderwijs, om er maar een paar te noemen, gedurende enkele maanden stabiel te houden. Dat is sinds de opkomst van COVID-19 in andere delen van de wereld niet of veel minder gelukt en waar neoliberale recepten en schoktherapieën worden toegepast met een verlaging van de sociale uitgaven als gevolg.
Uitgangspunten voor 2022De binnenlandse handel verbeteren, de doorverkoop van producten (zwarte markt) terugdringen en de prijzen onder controle houden zijn de hoofduitdagingen. Daarbij wil men de burgercontrole (denk aan de CDR’s!) verscherpen om speculanten en woekeraars aan te pakken. Maar meer en beter produceren blijft natuurlijk essentieel. Zo werden in april 63 maatregelen genomen om de landbouwproductie te stimuleren.
De buitenlandse investeringen moeten sneller en efficiënter worden ingezet. Er bestaat blijkbaar nog altijd enige weerstand tegen buitenlands kapitaal. Er zal ook meer worden ingezet op de decentralisatie van de macht naar de gemeenten en de versterking van de lokale productiesystemen, productieketens en territoriale ontwikkeling.
De regering schat dat het bbp tegen het einde van 2021 met 2% zal gestegen zijn. Dat buigt de negatieve tendens om, maar blijft achter op de geplande 6%. Het vormt toch een lichtpuntje. Vicepremier en minister voor Economie en Planning Fernández stelde in het parlement de planning voor 2022 voor. De totale investering bedraagt bijna 114 miljard peso. Van 15 januari tot 31 maart bespreekt de vakbond in alle bedrijven de begroting en het plan 2022. Zo worden de arbeiders betrokken en kunnen ze de bedrijfsplannen aan het nationale plan aftoetsen. Op die algemene vergaderingen bespreken ze overigens ook de uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomsten, het loonbeleid, de premies etc.
Wetenschappelijke beleidsondersteuningEr werd een Nationale Raad voor Innovatie opgericht, een adviesraad van experten die productie, onderzoek en onderwijs, financiën, buitenlandse handel en investeringen wetenschappelijk moeten bijstaan.
OmgevingsfactorenDe regering mikt op 4% groei. De pandemie onder controle, een heropleving van het internationale toerisme en de verkoop van anticovidvaccins zouden natuurlijk geld in het laatje brengen. Goed aangewende investeringen en meer efficiëntie in beheer en productie zouden eveneens een grote verbetering vormen. Helaas beslissen de Cubaanse plannenmakers niet hoe de wereldeconomie zich zal gedragen en blijven ze onder het juk van de VS-blokkade… De samenwerking met landen als Rusland en China blijft een positieve factor, en ook de nieuwe linkse golf in Latijns-Amerika biedt kansen voor een grotere regionale integratie. In een van zijn toespraken op die vergaderingen van partijleiding en in het parlement zei president Díaz-Canel terecht: “Het is waar dat wij soms fouten hebben gemaakt, dat wij overdreven voorzichtig te werk gaan om veranderingen te bevorderen die dringend noodzakelijk zijn. Maar elke poging om ons te beoordelen vereist in de eerste plaats een analyse van wat Cuba kan doen terwijl het belegerd en geteisterd wordt door de grootste mogendheid uit de geschiedenis.”