Op 6 november hadden in Nicaragua presidentiële en parlementaire verkiezingen plaats. De vorige in november 2006 waren gewonnen door het FSLN, de partij van de Sandinisten. Na 5 jaar regeren was de vraag of de partij verzwakt of versterkt uit de nieuwe verkiezingen zou komen.
Alle enquetes voorspelden een ruime overwinning voor het FSLN en zo gebeurde ook.
In 1984 won het Frente Sandinista de Liberación Nacional (FSLN, ‘het Sandinistisch Front van Nationale Bevrijding’) met een grote meerderheid de eerste democratische verkiezingen van het land na de val van de Somoza-dictatuur en werd hun leider Daniel Ortega president. Het FSLN streek toen terecht alle eer op voor de bevrijding van het land van een van de meeste wreedaardige tirannen van Latijns-Amerika.
De volgende verkiezingen van 1990, die het FSLN tegen ieders verwachting in verloor, lieten dan ook een zwaar trauma na. Het FSLN leerde toen dat regeren en verkiezingen winnen niet vanzelfsprekend is.
Een andere aanpak loontNadat ze in November 2006 terug de verkiezingen won, pakte de partij de zaken heel anders aan dan toen. Daarom ook werkte het FSLN gedurende het jaar voor deze verkiezingen zorgvuldig aan de voorbereiding van de campagne.
Die aanpak rendeerde. Bij de recente verkiezingen haalde het FSLN 62,5 procent, de Partido Liberal Constitucionalista (PLC, ‘de Liberale Grondwettelijke Partij’, de partij van voormalig president Arnoldo Alemán) 6 procent en de Partido Liberal Independiente (PLI, ‘de Liberale Onafhankelijke Partij’, een afscheuring van de PLC) 31 procent. De twee andere deelnemende partijen behaalden minder dan 0,5 procent.
De resultaten waren zeer gelijklopend voor het presidentschap en het parlement: van de 90 zitjes zijn er nu 60 voor het FSLN, 24 voor de PLI en 6 voor de PLC.
Nieuwe mogelijkhedenDeze uitslag geeft het FSLN de nodige meerderheid van stemmen in het parlement om de grondwet volledig te hervormen, dus om meer te doen dan alleen maar kleine wijzigingen. Of ze dat zullen wagen, is een andere vraag.
Daniel Ortega liet immers reeds weten dat hij de ‘richting’ van het systeem niet zal veranderen en het Parlement niet zal gebruiken ‘om alleen maar zijn zin te doen’. Wat wel heel waarschijnlijk zal gedaan worden, is het stemmen van een groot aantal sociale wetten evenals de legalisering van de Consejos del Poder Ciudadano (CPC, ‘volksmachtraden’, een soort lokale volksraden in de wijken).
De hele week na de verkiezingen waren er ‘s avonds overal grote straatfeesten: muziek, zang, dans… Geen enkele van de rechtse partijen aanvaardde echter totnogtoe de verkiezingsuitslag, wat tot enkele plaatselijke gewelddadige rellen leidde.
Deze zege van het FSLN betekent inderdaad dat zij voor de eerste maal niet alleen maar hun harde kern blijven overtuigen, die rond de 36 porcent van de bevolking draait, maar dat heel veel nieuwe kiezers voor de eerste maal op hen stemden. Dat baart de partijen aan de rechterzijde uiteraard zorgen, want voor de eerste maal sinds de verkiezingen van 1990 – die voor het FSLN zo rampzalig waren – behalen zij gezamenlijk minder dan 50 procent (samen blijven ze nu rond 37,5 procent hangen).
De verkiezingen werden gemonitord door delegaties uit de EU, de Organizatie van Amerikaanse Staten (OAS) en een aantal andere Latijns-Amerikaanse organisaties voor de waarneming van verkiezingen. Hun conclusie was eenduidig: het verkiezingsproces verliep vreedzaam en ordelijk, er bestaat geen twijfel over dat het FSLN de verkiezingen won maar ze betreurden wel een gebrek aan transparantie.
De strateeg in Ortega: een succesformuleHoe valt dit enorme success te verklaren? Ten eerste is er de figuur van Daniel Ortega, leider van het FSLN. Vriend en vijand erkennen dat hij een geslepen strateeg is. Gedurende zijn voorbije ambtsperiode regeerde hij voorzichtig om de belangen van de privésector niet aan te tasten.
Hij bestuurde het land op een redelijk klassieke manier, zonder de investeerders angst aan te jagen of de internationale financiële instellingen (IMF, Wereldbank) tegen zich in het harnas te jagen. Het land gaat prat op gezonde macro-economische cijfers. In 2010 groeide de economie met 4,5 procent.
Sociale programma’sTen tweede is er het succes van de diverse sociale programma’s, waarin de nadruk wordt gelegd op een meer gelijke verdeling van de rijkdom in het land. Nicaragua is immers nog altijd het tweede armste land van het Latijns-Amerikaanse continent (na Haïti). 45 procent van de 5,8 miljoen Nicaraguanen leven in armoede en 53% heeft geen formeel werk. De laatste 5 jaar werden tastbare successen behaald op vlak van opvoeding, gezondheid, woning, landbouw, kredietverlening, enz. , waaruit vooral kleine boeren en vrouwen de grootste voordelen haalden.
Een aantal van die programma’s zijn structureel, andere zijn eerder caritatief van aanpak. Om er enkele te noemen: Plan Techo (Dak boven het Hoofd), Hambre Cero (Nul Honger), Casas para el Pueblo (Huizen voor het Volk), Usura Cero (Nul Woekerprijzen), subsidies aan transport en basisvoedsel (bonen, rijst, olie, …). Er werd eindelijk ook een eind gemaakt aan de eeuwig durende crisis in de energiesector, waar torenhoge prijzen en een belabberde stabiliteit van het elektriciteitsnet hand in hand gingen.
Nicaragua krijgt voor een deel van deze sociale programma’s steun van de Alianza Bolivariana para los Pueblos de Nuestra América (ALBA, ‘de Bolivariaanse Alliantie voor de Volkeren van Ons Amerika’, een samenwerkingsverband tussen Venezuela, Cuba, Bolivia, Ecuador, Nicaragua en een aantal Caribische eilanden).
Dit wordt door de rechtse oppositie bekritiseerd als buitenlandse inmenging. Links ziet dat uiteraard anders: er is immers niets verkeerd aan een initiatief dat samenwerking, solidariteit en complementariteit tussen Latijns-Amerikaanse landen bevordert!
Vrede, vrede, vrede!
Ten derde slaagde het FSLN erin haar oude imago af te werpen. Gedurende de voorbije 5 jaar was zijn grote slogan: vrede, vrede, vrede… Daarmee wil de partij zich verder afzetten tegen de aantijgingen van de oppositie dat het FSLN nog altijd een gewelddadige communistische partij zou zijn, zoals in de jaren ‘80.
Daarom werd gekozen voor motto’s zoals christelijkheid, solidariteit en socialisme. Daarom ook primeert nu tevens de wit-roze boven de zwart-rode kleur als symbool van het FSLN (wit en roos verwijzen naar de Nicaraguaanse cultuur in het algemeen, rood en zwart zijn de kleuren van de vlag van het FSLN, zie foto boven dit artikel). Om diezelfde reden is ook het woord ‘revolutie’ verdwenen uit hun discours.
Intensieve campagnes op lokaal niveauEen laatste element in het succes van het FSLN is de intensieve verkiezingscampagne die gevoerd werd op het niveau van de volkswijken. Ik citeer daarover Maurice Lemoine in Le Monde Diplomatique: “Wie zich in de dagen voor de verkiezingen de moeite getroostte om in de volkswijken rond te lopen en met de mensen te praten moet doof en blind geweest zijn om de overwinning van het FSLN niet te hebben voorzien.”Het FSLN opteerde tijdens deze campagne niet voor mega-evenementen in de hoofdstad. Ditmaal werd er wijk per wijk gewerkt, zone per zone, sector per sector. Duizenden basismilitanten gingen maandenlang van deur tot deur.
Honderden plaatselijke kermissen werden georganiseerd in de wijken, waar men naar buiten kwam met programma’s voor gezondheid, onderwijs, bewoning, microkredieten, grondrechten, enz. Door die aanpak veranderden vele wijken van politieke kleur, bijvoorbeeld in District 3 van Route 11, een rurale zone binnen de stadsgrenzen van Managua, haalde het FSLN voor de eerste maal de meerderheid.
Een grote inzet van de jongerenWat het meest opviel was de inzet van de jongeren. In Nicaragua stemt men reeds vanaf 16 jaar. De huidige jongeren zijn geboren in de jaren ‘90 (dus jaren na de sandinistische regeringen van de jaren ’80) en hebben bijna uitsluitend neoliberale regeringen gekend.
Wat deed de jongeren van vandaag kiezen voor het FSLN? In hun eigen woorden: “Met de sandinistische regering zien wij kansen voor ons opengaan: studie, werk, een waardig leven. Deze regering geeft ons waardigheid en wij hebben een rol in deze maatschappij, wij hebben iets te zeggen. Nicaragua kan over zijn eigen lot beschikken.”Het FSLN zorgde ook voor een ludieke aanpak van politieke en sociale onderwerpen: liedjes, video’s, muziekevenementen, kinderfeesten maakten volop deel uit van de activiteiten. Daarop kwam ook kritiek, want dat kostte allemaal geld. Waar kwam dat vandaan?
De officiële verkiezingspropaganda werd gefinancierd met middelen die het FSLN haalde uit de winsten van zijn eigen bedrijven (‘de sandinistische ondernemers’), maar ook de bevolking zelf deed een enorme inspanning: piñatas (versierde doosjes in papier-maché waarin je geschenkjes steekt), telefoon, transport, maaltijden, muziekinstallaties … werden betaald uit eigen zak.
Tegenover de mobilisatiekracht van het FSLN en het eendrachtig gedragen programma, stond geen sterke tegenkracht. De rechtse oppositie kampte met interne verdeeldheid en kon met haar programma de arme bevolking niet aanspreken.
Een pragmatische aanpakHet FSLN wist zich uitstekend aan te passen aan de huidige politieke trend naar een sociale aanpak binnen het kapitalisme – het zogenaamde ‘socialisme van de 21ste eeuw’ – ter vervanging van de revolutionaire aanpak van de jaren ‘80. Met deze aanpak wordt het FSLN door de VS en door Europa niet langer als een bedreiging gezien. Dat neemt niet weg dat Daniel Ortega nog af en toe een vlammende rede afsteekt tegen het Amerikaanse imperialisme. Ondertussen is Nicaragua ook het veiligste land van Centraal-Amerika, wat volgens analysten te danken is aan de aanpak van leger en politie, die altijd onder leiding van de sandinisten gebleven zijn, ook tijdens de periodes dat rechts aan de macht was.
Wat met de interne oppositie binnen het FSLN?
Een pijnpunt voor het FSLN is het lot van de dissidente stemmen binnen het FSLN, die 5 jaar geleden nog opkwamen met een eigen alternatieve sandinistische partij. Zij gingen nu deels op in de PLI of verlieten de politiek.
De kritische oppositie binnen de partij bestaat dus niet echt meer. Sommige vrezen dat er daardoor geen stemmen meer klinken die kunnen aandringen op structurele veranderingen. Er is ook geen weerwerk meer tegen de gepersonaliseerde, verticale en soms weinig efficiënte regeerstijl van Daniel Ortega.
Roos De Witte coördineert voor Vredeseilanden de ontwikkelingsprogramma’s in Centraal-Amerika.
De Wereld Morgen