“De in Cuba opgeleide Burkinezen zijn trouw gebleven aan Sankara en de missie die hij hen toevertrouwde.”

In een documentaire die beschikbaar is op VOD en DVD vertelt Géraldine Berger het verhaal van de 600 kinderen die in 1986 naar Havana werden gestuurd om er een beroepsopleiding te volgen.

Na een ontmoeting met zijn vriend Fidel Castro, stuurde Thomas Sankara, president van Burkina Faso van 1983 tot 1987, jonge Burkinabezen naar Cuba om er een beroepsopleiding te volgen en, bij hun terugkeer, mee te werken aan de ontwikkeling van het land. In september 1986 vliegen zo 600 tieners tussen 12 en 15 jaar naar Havana om er hun middelbare schoolopleiding af te ronden en een beroepsopleiding te volgen om dokter, ingenieur, agronoom, gynaecoloog te worden…

Na de dood van Sankara in oktober 1987, beslist Castro dat deze kinderen hun studie in de “isla de la Juventud” (het eiland van de jeugd) moeten voortzetten. Na hun opleiding zullen ze naar huis terugkeren, maar het regime van Blaise Compaoré (1987-2014), Sankara’s opvolger en tevens hoofdverdachte voor zijn moord, zal deze jongelui niet betrouwen en alles in het werk stellen om hun ambities teniet te doen.

Aan het einde van een langdurig onderzoek dat in 2006 aanving, kon filmregisseuse Géraldine Berger deze Weeskinderen van Sankara terugvinden. In een documentaire, die verscheidene malen bekroond werd (met name op het Internationaal Historische filmfestival van Pessac), vertelt ze over het parcours van deze jonge Afrikanen die in Cuba zijn opgeleid en laat ze hen aan het woord over de “missie” die president Sankara hen toevertrouwde en die hun leven ingrijpend veranderde.

Op grond van welke criteria vond in 1986 de selectie plaats van de jonge Burkinezen die in Cuba gingen studeren?

Ze zouden worden gekozen door middel van een wedstrijd, maar de elite en de welgestelde klassen, ondernamen pogingen om hun eigen kinderen te sturen, omdat het samenwerkingsprogramma zeer goede opleidingen voorstelde. Toen Thomas Sankara dit merkte, besloot hij jongeren te selecteren op basis van sociale criteria. Wezen en kinderen uit plattelands- en achterstandsgebieden werden met voorrang geselecteerd en dan gerekruteerd in verschillende scholen van het land. De kinderen zouden zich vrijwillig aanmelden, maar ze hadden geen idee wat hen aan de andere kant van de Atlantische Oceaan te wachten stond, zelfs niet hoe lang ze daar zouden verblijven. Ze vertrokken omdat Thomas Sankara, die al drie jaar aan de macht was, een positieve wedijver in het land had uitgelokt en ze vertrouwen in hem hadden. Ze waren vol bewondering voor hun president, die onder andere een brede landbouwhervorming in gang had gezet, de emancipatie van vrouwen had gesteund en een begin had gemaakt met de aanleg van de spoorlijn naar het noorden van het land.

Hoe kon je ze terugvinden?

Solo Soro [Ivoriaanse radiopresentator die bekend staat omwille van de uitzending “

L’Afrique enchantée” op France Inter] had het over die jongelui op de radio. Toen heb ik de internationale pers en de bibliotheken uitgekamd en een oproep voor getuigen gelanceerd. In een artikel van [het Spaanse dagblad] El Pais stond een keer het verhaal van een jonge Burkinees die in Cuba had gestudeerd. Hij wenste niet te getuigen, maar bracht me in contact met de Sankara Children’s Association. Het avontuur begon pas echt in 2009.

Kon je deze “wezen van Sankara” makkelijk overhalen om hun verhaal te vertellen?

Het was een behoefte bij hen, juist omdat ze het nooit eerder vertelden, en in hun eigen land wilde men dat niet horen [het Compaoré-regime probeerde alle sporen van Sankara te wissen in een proces dat “rectificatie van de revolutie” wordt genoemd]. Ze werden uitgemaakt voor “

Cubanen”. Ze waren paria’s, verschoppelingen in de maatschappij. Men heeft hen belet om carrière te maken en tot op heden worden hun diploma’s niet erkend, omdat ze een militaire opleiding kregen en leefden in de cultus van Thomas Sankara, waar het regime bang voor is. Voor Compaoré waren ze gevaarlijk, en moest hoe dan ook voorkomen worden dat ze weer bij elkaar gingen komen. Daarom werden ze bij hun terugkeer overgeplaatst naar alle uithoeken van het land.

Wat trof jou het meest in hun verhaal?

In eerste instantie dacht ik dat ze misschien verbitterd en boos waren, omdat deze samenwerking voor hen niet uitliep op een erg positief resultaat. Maar eigenlijk voelen ze zich nog steeds belast met een missie. Toen Sankara hen in Cuba kwam opzoeken, een paar weken na hun aankomst, en hen de hand schudde, was dat een heel ingrijpende ervaring voor elk van hen. Het is alsof ze elkaar hebben beloofd dat ze ooit zullen deelnemen aan de opbouw van hun land. Degenen die een korte cyclus volgden, keerden in 1992 na zes jaar terug. Soms dachten hun ouders dat hun kinderen dood waren omdat het regime van Compaoré hen dat wijsgemaakt had, en de brieven waren onderschept. Mariam, die meerdere malen in de film voorkomt, kwam als laatste thuis na een lange negentienjarige opleiding en een diploma van gynaecologe. Ze wilde per se terugkeren om zich aan haar belofte te houden. Veel Burkinezen die in Cuba zijn opgeleid, hadden kunnen emigreren om hun diploma’s in het buitenland te laten gelden, maar allen keerden terug, trouw aan hun missie. Bron: https://www.lemonde.fr/afrika/artikel/2020/08/11/les-burkinabes-formes-a-cuba-sont-restes-fideles-a-sankara-et-a-la-mission-qu-il-leur-a-confie_6048706_3212.html

Blijf op de hoogte. Schrijf je in op onze nieuwsbrief.

Restez informé. Abonnez-vous à notre newsletter.