Steven Devuyst, volksvertegenwoordiger voor de PVDA en lid van de commissie Buitenlandse Zaken, stelde deze zomer onze minister van Buitenlandse Zaken Sophie Wilmès een schriftelijke vraag over de VS-blokkade van Cuba en de gevolgen voor België. Wat op het eerste zicht een technische vraag lijkt, werpt een nieuw licht op het dossier. Het antwoord geeft goed aan waar de verantwoordelijkheden liggen. De Europese Unie heeft wel degelijk een legaal beschermingsmiddel tegenover de VS die haar illegaal meetrekt in haar sanctiebeleid tegen Cuba. Dit staat nu als een paal boven water. Het maakt ook duidelijk dat het in se om een politieke zwakte van de EU tegenover grootmacht Verenigde Staten gaat, door zijn overmacht op de financiële en economische markten.
Met Cubanismo.be en meer bepaald binnen het platform de Belgische Coördinatie voor de opheffing van de blokkade, volgen we dit verder op. Het is alvast hoopgevend dat er wel degelijk hefbomen zijn, verankerd in Belgische wetgeving, om unilaterale sancties te veroordelen. Dit geeft ons een extra drukkingsmiddel in ons lobbywerk naar het Belgische en Europese parlement.
Wordt vervolgd!
Parlementaire vraag:Op 22 november 1996 nam de Europese raad Verordening (EG) nr. 2271/96 tot bescherming tegen de gevolgen van de extraterritoriale toepassing van rechtsregels uitgevaardigd door een derde land en daarop gebaseerde of voortvloeiende handelingen.1. Kunt u meedelen of en zo ja in hoeveel concrete gevallen Europese bedrijven of individuen een beroep hebben gedaan op deze verordening om verhaal te halen bij een Europese rechtbank en wat het resultaat was van die rechtszaken?2. Kunt u meedelen wat het Memorandum of Understanding (MoU) precies inhoudt dat de EU en de VS in 1998 hebben gesloten over de Amerikaanse blokkade tegen Cuba, en of dit MoU momenteel nog van kracht is?
Antwoord: 25/09Verordening (EG) nr. 2271/96 (het Blocking Statute) werd in 1996 aangenomen om de EU en diens burgers en bedrijven te beschermen tegen de extraterritoriale toepassing van sancties van derde landen. Het ging daarbij in de eerste plaats om de Amerikaanse sancties tegen Cuba,die de EU en België verwerpen. Het Blocking Statute werd echter opgeschort na een overeenkomst tussen de VS en de EU, waarbij Europese actoren gevrijwaard werden van de toepassing van de Amerikaanse sancties tegen Cuba. Deze vrijwaring werd jaarlijks hernieuwd, tot in 2018, toen de regering Trump besliste om deze overeenkomst op te zeggen.
Als reactie daarop heeft de EU het Blocking Statute geactiveerd met betrekking tot de Amerikaanse sancties tegen Cuba, en tevens tot de heringevoerde Amerikaanse sancties inzake Iran nadat de VS het nucleair akkoord (JCPoA) de rug toekeerden.
Het Blocking Statute verbiedt de Europese actoren deze sancties na te leven en maakt eveneens schadevergoedingen mogelijk. België verzekert de uitvoering van het Blocking Statute via de wet van 2 mei 2019. De FOD Buitenlandse Zaken kan u helaas geen volledig overzicht geven van de rechtszaken in de verschillende EU-lidstaten die hierop betrekking hebben. Wel is er alvast één zaak die aanhangig is gemaakt voor het Europees Hof van Justitie (zaak Bank Melli Iran vs.
Telekom Deutschland, C124/20). De advocaat-generaal heeft op 12 mei zijn standpunt uiteengezet en het is nu wachten op de uitspraak van het Hof. Dit arrest zal een impact hebben op de verdere toepassing van het Blocking Statute binnen de EU.