De oud- hoofdredacteur van ‘Le Monde Diplomatique’ maakt een verrassende analyse over Venezuela, zijn president en de Bolivariaanse Revolutie. Het zag er allemaal erg ingewikkeld uit voor de autoriteiten in Caracas. Om drie redenen:1. De neoliberale oppositie had de verkiezingen gewonnen in dec. 2015 en controleert sindsdien het parlement2. De prijs van de aardolie, eerste inkomstenbron van het land, was teruggezakt tot het laagste niveau in decennia3. De VS-president Barack Obama had een decreet uitgevaardigd dat stelde dat ‘Venezuela een uitzonderlijke en ongewone bedreiging vormde voor de binnenlandse veiligheid en de buitenlandpolitiek van de VS’Dat betekende dat zowel op het politieke, economische en geopolitieke vlak de Bolivariaanse revolutie in het defensief gedrongen werd, terwijl de contrarevolutie dacht eindelijk de macht in Venezuela binnen handbereik te hebben. Dat gebeurde te midden een mediaoorlog van lange duur tegen Caracas. Die was ingezet met het aan de macht komen van Hugo Chavez in 1999 en werd erger vanaf april 2013. Na de verkiezing van Maduro werd ze tot ongekende hoogte opgevoerd.
Deze sfeer van permanente media-agressie zorgde voor een grondige desinformatie over Venezuela die ook vele progressieve vrienden van de Bolivariaanse revolutie in verwarring bracht. Zeker om dat in deze post-truth tijd, de leugen, intellectuele fraude en onbeschaamd bedrog door niets of niemand word bestraft, zelfs niet door verminderde geloofwaardigheid of reputatie. Alles is toegelaten, alles wordt gebruikt in dit tijdperk van post-fact relativisme, en noch de feiten noch de objectieve cijfers worden in rekening gebracht. Ook het argument van het complot, dat nochtans overduidelijk is in het Venezolaanse geval, wordt niet aanvaard. Het wordt door de dominante media weggezet als ‘complottheorieën uit de oude doos’.
Het leek dus begin 2016 een bijna onmogelijke opdracht voor de Venezolaanse president, zodanig zelfs dat de walgelijke neoliberaal Henry Ramos Allup, euforisch geworden door zijn parlementaire meerderheid, het zich permitteerde in zijn eerste speech als parlementsvoorzitter (januari 2016) te stellen dat “in maximum zes maanden” Maduro van de macht zou verdreven zijn. Hij inspireerde zich zonder twijfel op de institutionele staatsgreep die Dilma Rousseff in Brazilië uit het zadel lichtte. Hij rekende op een makkelijke overwinning in een terugroepingsreferendum. Zo stond het er dus voor toen Maduro, met een reeks meesterlijke zetten die niemand zag komen maar perfect grondwettelijk waren, iedereen verraste. Hij benoemde – zoals het hem als president toekwam- nieuwe rechters in het Hoogste Rechtscollege, dat het laatste woord heeft m.b.t. interpretatie van de grondwet.
In hun hoogmoed maakte de oppositie toen twee grote fouten:1. Ze besloot de waarschuwingen van het Oppergerechtshof te negeren en liet drie ‘afgevaardigden’ van de staat Amazonia zetelen. Hun verkiezing in dec. 2015 werd echter niet geratificeerd wgs. onderzoek naar onregelmatigheden. Het Oppergerechtshof besliste daarom dat alle beslissingen genomen in het parlement in aanwezigheid van de drie, nietig waren. Grondwetsspecialisten verklaarden dat het parlement zo niet alleen niet in staat was om de regering te controleren maar de facto zichzelf had opgeheven. Dat was de eerste grote overwinning van Maduro.2. In hun obsessie om de president af te zetten, besloot de anti-chavistische oppositie om ook de wettelijk termijnen (art. 72) voorzien in de wet op het terugroepingsreferendum, niet te respecteren en in te zetten op het houden ervan in 2016. Verschrikkelijke mislukking voor de oppositie en een nieuwe overwinning voor Maduro.
Toch kwam er een moment in maart-april waarop alles enorm gecompliceerd werd, want naast de vertrouwde vijandelijke krachten tegen de Bolivariaanse revolutie, kwam er ook een verschrikkelijke droogte over het land, de tweede ergste sinds 1950, veroorzaakt door het klimatologisch fenomeen: El Niño. In Venezuela wordt 70% van de energie door hydro-elektrische centrales geproduceerd en de grootste stuw staat op het Guri-meer. Dat kwam op het laagste peil ooit te staan. De contrarevolutie probeerde daarvan misbruik te maken door sabotage te plegen op het net om chaos te proberen creëren en zo sociale onrust op te stoken. Het gevaar was er zeker want door de droogte was er ook schaarste aan drinkbaar water.
Maduro trad echter verstandig op: hij besliste miljoenen gloeilampen te vervangen door spaarlampen, besliste oude, energieverslindende airconditioning te vervangen door nieuwe, stelde halve werkdagen in bij de ambtenarij en decreteerde een elektrisch en drinkwaterbesparingsplan. Zo werd een ineenstorting van de energievoorziening vermeden en haalde Maduro één van zijn meest populaire overwinningen van 2016.
Een ander zwaar probleem, misschien wel het zwaarste dat de regering moest te lijf gaan: een gevolg van de economische oorlog, was de voedselbevoorrading. Je moet weten dat vóór 1999 65% van de Venezolanen in armoede leefde. Slechts drie op tien mensen aten en dronken regelmatig vlees, kip, koffie, mais, melk en suiker. In de voorbije 17 jaar daarentegen steeg dat naar 8 op tien dankzij de massale sociale investeringen van de revolutie.
Deze snelle stijging verklaart waarom de nationale productie, veel meer dan gedacht, tekort schiet. Omdat de vraag pijlsnel steeg, steeg ook de speculatie zeer en meteen ook de prijzen op een duizelingwekkende manier. Er ontstond een zeer grote zwarte markt. Veel handelaren kochten grote hoeveelheden door de overheid gesubsidieerde producten op, om ze ver boven de marktprijs te verkopen of om ze massaal te exporteren naar Colombia of Brazilië waar ze het dubbel of driedubbele van de inkoopprijs haalden. Zo bloedde de Venezolaanse dollarreserve leeg, die op zich al sterk was ingekrompen door de naar de bodem gezakte olieprijs, naar de vampiers die de zwakste Venezolanen hun brood ontstalen en tegelijk zelf schandalig rijk werden. Dergelijke morele perversie kon niet blijven duren.
Nogmaals besloot Maduro drastisch in te grijpen. Ten eerste, zeer belangrijk, veranderde hij de filosofie van de sociale ondersteuning en zette zo een grote fout recht die in Venezuela al decennia werd gemaakt. Hij besliste dat de staat, i.p.v. de producten te subsidiëren, mensen zou subsidiëren opdat alleen de armen, de echte behoeftigen toegang zouden hebben tot goedkope etenswaren. De anderen moeten voortaan de producten aan hun reële prijs kopen. Meteen werd de zwarte markt en de subsidiezwendel uitgeschakeld. Een tweede belangrijke maatregel was de aankondiging door de regering dat de Venezolaanse economie voortaan een productieve moet worden i.p.v. een rentenierseconomie. Hij definieerde vijf groeimotoren om de economische activiteit op te krikken zo wel in de privé als in de staatssector.
Die twee beslissingen convergeerden in de originele creatie van de CLAP’s, een idee van Maduro: De Lokale Comité’s voor Bevoorrading en Productie. Ze vormen een nieuwe manier om het volk te organiseren. Huis per huis worden aan gereglementeerde prijzen voedselpakketten voorzien door de vertegenwoordigers van de gemeenschappen. Vele ervan zijn nieuwe lokale producten. De CLAP’s moeten in de eerste maanden van 2017 zo’n 4 miljoen families bereiken en zo de voeding van het volk garanderen. Een volgende grote overwinning voor Maduro.
Een andere overwinning is dat in dit zo moeilijk jaar 2016 een nieuw record voor sociale investering werd gevestigd. 71.4% van het staatsbudget werd eraan besteed, een wereldrecord. Geen enkele staat op de planeet besteedt ¾ van zijn begroting aan sociale noden. Wat gezondheidszorg betreft bv., vermeerderde het aantal ziekenhuizen met een factor 3.5 sinds 1999 en het budget voor gezondheidszorg steeg met factor 10! Het programma: ‘In de wijken’, dat bedoeld is om de zieken in de meest achtergestelde wijken te verzorgen, heeft er in die tijd 800 miljoen consultaties opzitten en heeft zo het leven van 1.4 miljoen mensen gered. De universiteiten wisten 27.000 nieuwe artsen af te leveren en in 2017 komen er nog 30.000 bij. In 2016 hebben acht staten het programma ‘In de wijk’ 100% uitgerold terwijl het objectief slechts zes voorzag.
Een andere fundamentele sociale overwinning, die nooit vermeld wordt in de grote media, is de uitbouw van het pensioen. Voor de revolutie genoten slechts 19% van de ouderen een pensioen en moest de rest in miserie trachten te overleven of op kosten van hun familie. In 2016 genieten 90% van de Venezolaanse bejaarden van een pensioen, hoewel ze meestal niets konden bijdragen tijdens hun actieve leven. Een Latijns-Amerikaans record.
Een andere spectaculaire overwinning, ook niet te lezen in de internationale pers, is er op het vlak van huisvesting dankzij het programma ‘Huisvesting’ dat sociale woningen bouwt aan een gereguleerde prijs voor de zwakste inkomens. In 2016 werden er niet minder dan 359.000 woningen afgewerkt. Ter vergelijking: in Frankrijk waren er dat in 2015 nauwelijks 109.000.
Daarboven moet je nog de gerenoveerde huizen tellen: 335.000 die via het mooie programma ‘Nieuwe wijk, Driekleurige wijk’ werden gerealiseerd. Het is een programma dat door de geniale architect Frank Gehry die het Guggenheimmuseum in Bilbao en het Museum Louis Vuitton in Parijs ontwierp, werd geloofd en hij zegde er zich te willen in engageren. We spreken dus eigenlijk over 700.000 gerealiseerde sociale woningen in 2016, ongeëvenaard in de wereld. Sinds het begin van zijn mandaat in 2013 heeft Maduro zo voor 1.5 miljoen woningen gezorgd voor arme families. Een wereldrecord dat door vrijwel alle media vakkundig wordt doodgezwegen en dat vele vrienden vergeten te vermelden.
Laat ons tenslotte herinneren aan een aantal briljante overwinningen in de geopolitieke sfeer. Zo wist Maduro te verhinderen dat de OAE, onder de dominantie van Washington, Venezuela zou veroordelen zoals de secretaris generaal Luis Almagro had voorgesteld. Ook is er het succes van de 27ste top van Ongebonden Landen die in september in Venezuela doorging in aanwezigheid van veel staats- en regeringsleiders en andere vertegenwoordigers uit 120 landen die hun solidariteit met Venezolaan betuigden.
Ten laatste: de belangrijkste overwinning van Maduro op wereldvlak. Hij ondernam daarvoor verschillende internationale reizen en dat leidde mee tot het onverwachte akkoord tussen OPEC-landen én niet-OPEClanden over olieproductiebeperking. Dit historische akkoord dat in november werd getekend remde onmiddellijk de vrije val van de olieprijs af, die midden 2014 nog boven de $100 per vat had gestaan. Dankzij deze zeer belangrijke overwinning steeg de prijs per vat, die in januari 2016 nog op $24 stond, tot $45 eind december. (nvdr: $52.5 op 06/01/2017).
Slotsom: In het lastigste jaar van Maduro, waarin zovelen hem een loser noemden, slaagde president Nicolas Maduro erin om alle obstakels te overwinnen, alle hinderlagen en moeilijkheden. Zo bewijst hij zijn uitzonderlijk staatsmanschap en meteen ook dat hij de onverwoestbare leider van de Bolivariaanse revolutie is.*: Het artikel werd door de auteur aan de redactie van Cubanismo bezorgdVert.: Toon Danhieux