De vroegere aartsbisschop van Havana, kardinaal Jaime Ortega Alamino, zorgde mee voor een constructieve wending in de relatie tussen kerk en staat, een relatie die lang verzuurd was door de Katholieke steun aan de (gewapende) antirevolutionaire krachten in de jaren zestig en zeventig.
Kardinaal Jaime Lucas Ortega y Alamino, was 35 jaar aartsbisschop Havana, is op 26 juli op 82-jarige leeftijd overleden. Eind vorige maand raakte al bekend dat hij de eindfase van kanker had bereikt. De kerkleider genoot groot aanzien als bemiddelaar, zowel in eigen land als bij de onderhandelingen met de VS.
In 2014 stuurde paus Franciscus hem tijdens het presidentschap van Barack Obama op missie naar Washington, waar hij – buiten het oog van de pers – de relatie met Havana probeerde te verbeteren. Kardinaal Ortega overhandigde er een brief van de paus aan Barack Obama. Dat lag zeker mee aan de basis van de dooi tussen Washington en Havana (die nu door Trump volledig teniet is gedaan). Later zouden beide toenmalige presidenten: Obama en Raúl Castro de paus uitdrukkelijk bedanken voor zijn bemiddeling.
Jaime Lucas Ortega y Alamino werd in 1936 in Jagüey Grande geboren. Hij werd in 1964 priester en in 1978 bisschop van Pinar del Rio. Op 21 november 1981 werd hij benoemd tot aartsbisschop van San Cristobal de la Habana.
Dankzij zijn inzet kon president Fidel Castro eind jaren ‘80 een historisch bezoek van paus Joannes Paulus II organiseren, hoewel de katholieken – al van voor de revolutie – een minderheid vormen op het eiland. Dat zorgde voor meer mogelijkheden voor de katholieke Kerk: openbare processies bv. en toegang tot de media. Kerstmis werd opnieuw een nationale feestdag. Voordien al had Fidel katholieken terug toegelaten deel te nemen aan verkiezingen, lid te worden van de partij, verantoordelijke functies opte nemen, …
Van 1988 tot 1998 was Ortega ook voorzitter van de Cubaanse Bisschoppenconferentie. Toen werden dankzij zijn bemiddeling opposanten die zich aan misdrijven hadden schuldig gemaakt, vrijgelaten om naar Spanje te vertrekken.
Hij veroordeelde ook uitdrukkelijk de illegale blokkade van de VS tegen zijn land. In 2016 bemiddelde hij opnieuw bij de vervroegde vrijlating van een grote groep gedetineerden. Kort daarna – hij was toen al bijna 80 – stond de paus hem toe met emeritaat te gaan.
President Miguel Diaz drukte zijn droefheid uit “bij het overlijden van een man die een onbetwistbare bijdrage leverde aan de verbetering van de relaties tussen de Katholieke kerk en de staat.”