Van 19 tot 21 december 2019 kwam de nationale assemblee, het Cubaanse parlement, samen. De zittingen komen ruimschoots aan bod in de kranten en op radio en televisie. De werkzaamheden van de commissies, de economie in 2019 en de vooruitzichten voor volgend jaar kwamen aan bod. Manuel Marrero Cruz (foto) wordt de nieuwe eerste minister.
Ook de wetsontwerpen over de inrichting en werking van het parlement en van de Staatsraad, de gemeenteraden en van de volksraden stonden op de agenda. De assemblee legde ook de kalender vast van de uitvoeringswetten van de nieuwe grondwet, met o.a. een nieuw familiewetboek in 2021.
Nieuwe eerste ministerZoals bepaald in de nieuwe grondwet stelt het parlement de Ministerraad samen en benoemt het een eerste minister, op voordracht van de president. De keuze viel op Manuel Marrero Cruz, een 56-jarige architect en volksvertegenwoordiger die 16 jaar geleden door Fidel Castro tot minister van Toerisme werd benoemd. Marrero begon in het noorden van Holguín in de toeristische sector en bekleedde verschillende functies in de leiding over hotels in de oostelijke provincies en Varadero. In 1999 werd hij bevorderd tot eerste ondervoorzitter van de toeristische groep Gaviota, en een jaar later tot voorzitter van het oosten. Hij heeft dus heel wat ervaring opgedaan in deze voor Cuba bijzonder belangrijke sector.“Zijn loopbaan is gekenmerkt door bescheidenheid, eerlijkheid, werkvermogen, politieke gevoeligheid en trouw aan de partij en aan de revolutie”, aldus president Díaz-Canel. De Ministerraad werd ook herschikt, met nieuwe ministers voor werk en Sociale Zekerheid, Toerisme, Voedingsindustrie, Industrie, Energie en Mijnen en een nieuwe minister-president van de Centrale Bank. De huidige Ministerraad telt nu 28 leden: een eerste minister, (vice)ministers en voorzitters van belangrijke instellingen zoals de radio- en televisieomroep of het instituut voor sport en ontspanning.
Een economisch moeilijk 20192019 was met de verscherpte blokkade voor Cuba geen gemakkelijk jaar, en niet alle doelstellingen werden dus gehaald. Meer dan 1,4 miljoen arbeiders in de overheidssector zagen het gemiddeld maandloon van 667 naar 1067 peso stijgen en er werden – in overleg met de vakbond – 28 maatregelen genomen om de overheidsbedrijven te versterken. Het aantal werknemers steeg met 32.500, waarvan 20.000 in de privésector. Bijna 13.000 leraars keerden naar de klas terug, waardoor het kader nu voor bijna 97% is ingevuld. Er kwamen ook meer vervoersmiddelen (bussen e.a.) bij waardoor een van de grote problemen een beetje werden verlicht.
In 2019 groeide het bruto binnenlands product met 0,5%, en voor 2020 voorziet men ongeveer 1%. De werkgelegenheid zou met 0,7% stijgen en 4,5 miljoen werknemers bereiken, waarvan 68% in overheidsdienst en 32% in de privésector.2019 was ook het jaar waarin de telefoon- en internetdiensten werden versterkt: 7 miljoen telefoonlijnen, waarvan 6 miljoen mobiel, en meer dan 3 miljoen gebruikers van het 3G- en 4G-netwerk, een grote vooruitgang in de informatisering.
Naast de gezondheidsdiensten werd het toerisme het sterkst door de blokkade getroffen, maar slaagde er toch in om meer dan 4 miljoen toeristen te verwelkomen, 3855 nieuwe kamers uit te baten en meer in het binnenland te produceren, investeerders aan te trekken en de kwaliteit te verbeteren. In de speciale ontwikkelingszone van Mariel worden Cubaanse producten gemaakt die in het toerisme nodig zijn en de binnenlandse markt nodig heeft, maar die ook kunnen worden uitgevoerd.
Het belangrijkste voor deze legislatuur was natuurlijk de goedkeuring van de nieuwe grondwet, die de maatschappij versterkt en nieuwe wegen voor de staatsinrichting opent.
Eénheid“Door eenheid hebben we overwonnen, door eenheid zullen we overwinnen”, klonk het uit de mond van president Díaz-Canel die de moeilijke context van het afgelopen jaar schetste: de agressie van het imperialisme met zijn economische oorlog: o.a. het saboteren van de brandstofbevoorrading, leugencampagnes o.a. over de Cubaanse gezondheidswerkers, en 120 miljoen dollar VS-steun voor binnenlandse ‘dissidenten’. Maar het Cubaanse volk gaf zich niet gewonnen! Op internationaal vlak waren er enerzijds de goede samenwerking tussen Cuba en Rusland, China en Vietnam en de Latijns-Amerikaanse buren, en anderzijds de lotgevallen van Evo Morales en Lula en de gebeurtenissen in Venezuela, Nicaragua en Chili, en de hoopvolle processen in Mexico en Argentinië.
Drie prioriteitenDe president had het ook over de drie prioriteiten ten aanzien van de aanvallen van de VS op de ontwikkelingsprogramma’s. De eerste prioriteit is ideologisch en slaat rechtstreeks op de weerstand op basis van een grondige overtuiging. Het volk kan alle door de vijand veroorzaakte problemen begrijpen en aanpakken als het tijdig wordt ingelicht en uitleg krijgt. Zich ideologisch versterken betekent verzet omzetten in lessen, en lessen omzetten in emanciperende oplossingen, waarbij men zich bevrijdt van oude afhankelijkheden en versleten werkmethodes.
De economische strijd is een andere prioriteit. De vijand heeft van de vernietiging van de Cubaanse economie haar eerste prioriteit gemaakt. Niet alleen omdat het de weg is om de revolutie te vernietigen, maar omdat een manier is om te bewijzen dat het socialisme geen leefbaar systeem is. Nochtans toont elke minuut weerstand tegen de agressie precies het tegendeel aan: alleen het socialisme maakt het wonder mogelijk dat een kleine natie het hoofd blijft bieden aan een machtig imperium. Weerstand bieden is niet het enige. De uitdaging bestaat erin tegelijk een zo groot mogelijke welvaart te creëren. Daarvoor moet er meer, diverser en met meer kwaliteit worden geproduceerd, met de toegevoegde waarde van de wetenschap, minder invoer en meer uitvoer.
De uitwerking van de wetgeving is de derde prioriteit. Er moeten nieuwe wetten komen, onder andere over gevoelige zaken, zoals gendergeweld, racisme, dierenmishandeling en seksuele diversiteit. Iedereen in het parlement is verantwoordelijk, niet alleen voor de uitwerking en goedkeuring van wetten, maar ook om ze te laten toepassen, zodat ze geen dode letter blijven.
Op basis van Cubadebate