Op 11 april kondigde de Amerikaanse vice-president Mike Pence op de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties aan dat de Verenigde Staten binnenkort “aanvullende maatregelen zullen aankondigen om Cuba verantwoordelijk te stellen voor zijn invloed in Venezuela”.
De dreiging kwam een week nadat de Trump-regering sancties had ingevoerd tegen twee rederijen die Venezolaanse olie naar Cuba vervoeren. De Amerikaanse regering heeft al gedeeltelijk Titel III van de Helms Burton Act geactiveerd en dreigt de deur te openen voor een stroom van rechtszaken tegen buitenlandse bedrijven met investeringen op het eiland.
In antwoord op de actie van de VS, vertelde Raul Castro het Cubaans parlement dat het land ,,zich tegen de nieuwe maatregelen die door het verharden van de economische blokkade worden opgelegd, verzet en ze zal overwinnen”.
In 2019 heeft de Trumpregering haar vijandige taal, bedreigingen en acties tegen Cuba opgevoerd. Er wordt gespeculeerd dat de nieuwe maatregelen om de blokkade aan te scherpen en de Cubaanse economie te wurgen onder meer zullen bestaan uit het verminderen van de stortingen die Cubaans-Amerikanen naar hun families in Cuba mogen sturen en het verminderen van het aantal reizen tussen de twee landen.”
We hebben de Amerikaanse regering verteld dat Cuba niet bang is en zal blijven bouwen aan de toekomst van de natie zonder inmenging van buitenaf,” zei Castro tegen de nationale vergadering. “
We zullen onze plicht om solidair te handelen met Venezuela nooit opgeven,” en “
We verwerpen krachtig alle vormen van chantage,” zei hij.
Aan het eind van de speciale zitting van de Nationale Assemblee die de nieuwe grondwet proclameerde, keurde de Cubaanse president Miguel Diaz-Canel de acties van de VS af: “
We kunnen de escalatie van Washington, de financiële vervolging en de economische en commerciële blokkade van Cuba niet onderschatten,” zei hij. Hij beschreef de wet Helms Burton als een “slavernijwet”, en vroeg zich af: “
Wat kunnen zij nog meer met ons doen na 60 jaar van vervolging, agressie en bedreigingen? (…) Het eiland kan niet worden overgegeven en de mensen zullen hun Revolutie verdedigen”.
Pence haalde Cuba’s steun voor Venezuela aan als rechtvaardiging voor de maatregelen en beschuldigde het land ervan dat het Venezolaanse politie heeft opgeleid. Cuba ontkent dergelijke beschuldigingen ten stelligste in een verklaring van het ministerie van Buitenlandse Zaken:”
Een van de meest meedogenloze en schaamteloze verklaringen [van de VS-regering] is de lasterlijke bewering dat Cuba ’tussen de 20 en 25 duizend manschappen in Venezuela heeft die ‘controle uitoefenen’ op die zuster- en soevereine natie’.
De verklaring ging verder met gedetailleerde projecten waar de twee landen aan meewerkten: “
De projecten in het samenwerkingsakkoord dat tussen beide landen werd ondertekend, worden uitgevoerd i.s.m. iets meer dan 20.000 Cubanen, waarvan de meeste vrouwen. 96% werkt in de gezondheidsdiensten voor de bevolking. Anderen werken in onderwijs, cultuur, sport en voedselproductie”.
Cuba-solidaritycampaign