Armoede is geen noodlot, maar een kwestie van herverdeling, van machtsverhoudingen en dus van politiek. Weinig landen tonen dit zo helder aan als Cuba. Het land heeft een BNP per inwoner dat negen maal lager ligt dan België, maar geeft een score op sociaal vlak vergelijkbaar met de rijkste landen.* De koopkracht vergeleken met België In de vorige twee artikels berekenden we de reële koopkracht van een Cubaans gezin. Dat laat ons nu toe om te vergelijken met de Belgische situatie. In België is het mediaaninkomen van een gezin met twee kinderen 3.010 euro.(1) Het mediaaninkomen is het gezin dat zich precies in de helft van de inkomensverdeling bevindt, als we alle gezinnen op één lange rij van hoog naar laag inkomen zouden zetten. In Cuba bedraagt het gemiddeld gezinsinkomen 2.500 euro ppp; een gezin zonder CUC’s moet het doen met 2220 euro ppp. (PPP staat voor Purchasing Power Parity of koopkrachtpariteit; voor meer uitleg zie deel 6.) Dat is respectievelijk 83 en 73 procent van het Belgische gemiddelde.(2) Ondanks het feit dat Cuba economisch geen sterk ontwikkeld land is zoals België en een heel zwakke positie inneemt in de wereldmarkt, kan het toch een behoorlijke levensstandaard aanbieden aan zijn bevolking. Kofi Anan stelde terecht dat ‘Cuba toont dat het zelfs voor een arm land niet nodig is om zijn bevolking bloot te stellen aan de ergste ontberingen. Cuba heeft een gezondheidsniveau dat onbekend is voor de meeste arme landen. Op dit vlak kunnen we daar allen van leren’.(3) Maatschappelijke keuzes Dat een (economisch) arm land zeer goed kan scoren op sociaal vlak wordt duidelijk geïllustreerd door onderstaande grafiek berekend op basis van gegevens van de het Rapport over de Menselijke Ontwikkeling (2009) van UNDP, het orgaan van de VN dat instaat voor de ontwikkelingsproblematiek.(4) De stippellijn is de score van de OESO-landen, de club van dertig rijkste landen. Op het vlak van kindersterfte, levensverwachting, voeding (ondergewicht bij kinderen) en onderwijs (percentage dat lager en secundair onderwijs volgt) haalt Cuba een score rond het gemiddelde van de OESO. Op vlak van het BNP per inwoner ligt het er zeer ver onder. Deze grafiek toont hoe men zelfs vanuit een zwakke economische situatie een maatschappij kan uitbouwen gebaseerd op social(istisch)e beginselen. In Cuba moet dat bovendien gebeuren in een vijandige omgeving. Het Cubaanse voorbeeld leert dat de zwakke positie op de wereldmarkt grotendeels overwonnen kan worden door het maken van de juiste maatschappelijke keuzes. Om zijn bevolking behoorlijk te voeden, degelijk onderwijs aan te bieden en te voorzien van voldoende gezondheidszorgen is een zwakke economische basis uiteraard een grote handicap. Maar die kan overwonnen worden. Sociale ontwikkeling wordt niet gedetermineerd door economische ontwikkeling. Cuba is niet het enige land dat dit aantoont. Kerala, een deelstaat van India zit economisch een stuk onder het gemiddelde van de overige deelstaten, maar steekt op sociaal vlak met kop en schouders boven het gemiddelde.(5) Rijk en toch armoedig Omgekeerd is een hoog BNP per inwoner geen garantie voor sociale ontwikkeling. We nemen twee landen met een BNP per inwoner dat negen à tien maal hoger is dan dat van Cuba, met name de VS en Groot Brittannië. In de VS is de levensverwachting van de armste bevolkingsgroepen (vooral latinos en zwarten) dezelfde als die in China en in sommige staten van India, namelijk zes jaar lager dan die in Cuba.(6) Eén op vier kinderen in de VS onder de twaalf jaar heeft honger en één op zeven volwassenen is analfabeet.(7) 1,5 miljoen kinderen is dakloos en één op zes van de plus 65-ers is verplicht te blijven werken wegens een te laag pensioen.(8) Van alle Britten is 22% arm. Met de kinderen is het nog erger gesteld: daar loopt de score op tot 28%.(9) 130.000 families in het Verenigd Koninkrijk zijn dakloos(10) en elk jaar sterven 25.000 Britten van de kou.(11) Samengevat: ontwikkeling en bestrijding van armoede zijn in de eerste plaats een kwestie van herverdeling, van machtsverhoudingen en dus van politiek. Armoede is geen noodlot maar het gevolg van maatschappelijke verhoudingen. De keerzijde De hoge sociale ontwikkeling in weerwil van een zwakke economische basis heeft echter ook een belangrijke keerzijde. De hoge sociale, culturele en intellectuele ontwikkeling veroorzaakt begrijpelijkerwijze hoge verwachtingen bij de bevolking, maar daar is geen economisch draagvlak voor. Dat leidt tot frustraties bij de bevolking. Dat gegeven wordt nog versterkt door het toerisme. Cuba is wellicht het enige land in het Zuiden waar de scholingsgraad van de lokale bevolking hoger is dan die van de bezoekende toerist. Maar diezelfde toerist heeft wel een pak meer koopkracht en dat creëert frustraties. Zoals we hierboven zagen in deel 3 is het wegwerken van die economische achterstand een van de belangrijkste uitdagingen waar de Cubaanse revolutie voor staat. Deel 9: Cuba vergeleken met Latijns-Amerika Deel 1: Cuba na Fidel Castro: inleiding Deel 2: Naar een nieuw economisch model? Deel 3: De kloof tussen de economie en de rest Deel 4: De kloof tussen arbeid, salaris en koopkracht Deel 5: Volgt Cuba de weg van China? Deel 6: Hoe komen Cubanen rond met 12 euro? Deel 7: Hoeveel verdient een Cubaan nu eigenlijk? Eindnoten * Dit artikel verscheen eerder in licht gewijzigde vorm als onderdeel van een MO* Paper: Wat met de Cubaanse revolutie na Fidel Castro? Februari 2010. Deze paper kan je gratis downloaden op volgend adres: www.mo.be/fileadmin/pdf/MO-paper40_cuba.pdf. (1) www.socialsecurity.fgov.be/docs/nl/news/armoedebestrijding_040708_nl.pdf. (2) Het gaat in wezen om de Belgische mediaan. In het geval van Cuba is het verschil tussen de mediaan en het gemiddelde van het inkomen echter onbeduidend. (3) Kofi Annan in Havana op de eerste top van de groep van 77, op 12 april 2000, UN Press Release SG/SM/7358. (4) Berekend op basis van UNDP, Human Development Report 2009, Washington 2009. (5) Zie Vandepitte M., ’15 jaar na de val van de Muur: het onbekende Kerala’, archive.indymedia.be/news/2004/11/90238.html. (6) Worldbank, Attacking Poverty. World Development Report 2000/2001, New York 2000, p. 46. (7) www.frac.org/html/hunger_in_the_us/hunger_index.html; www.fundmymutualfund.com/2009/11/nyt-1-in-4-children-and-1-in-8.html; www.livescience.com/culture/090110-illiterate-adults.html. (8) edition.cnn.com/2009/US/03/10/homeless.children/index.html; www.postandcourier.com/news/2009/oct/12/new-normal-includes-work-after-retirement/ (9) en.wikipedia.org/wiki/Poverty_in_the_United_Kingdom; www.theyworkforyou.com/wrans/?id=2005-06-20a.807.h. (10) www.poverty.org.uk/81/index.shtml. (11) www.freerepublic.com/focus/f-news/1918914/posts.