De kloof tussen Cubanen die enkel over pesos beschikken en zij die op een of andere manier aan dollars of CUC’s zien te geraken is in cijfers uitgedrukt niet zo groot, maar ze heeft wel een belangrijk psychologisch en ontwrichtend effect. We bekijken in dit slotartikel ook hoe de internationale context de toekomst van de Cubaanse revolutie kan bepalen.* De kloof binnen Cuba In 1993 werd het bezit en gebruik van de dollar toegelaten. De dollar werd later vervangen door CUC. Dit dubbel muntsysteem heeft ongetwijfeld een bres geslagen tussen de Cubanen die enkel over pesos beschikken en zij die over CUC’s beschikken. Die bres was omwille van de gekelderde waarde van de peso t.o.v. de dollar halverwege de jaren negentig zeer groot. Voor een dollar moest je toen (op de zwarte markt) 150 peso neertellen. Een maandloon was toen een anderhalve dollar ‘waard’. Die situatie was explosief en leidde in de zomer van 1994 tot rellen in de straten van Havana. Ondertussen is de waarde van de peso zeven maal sterker geworden en beschikt een groter gedeelte bevolking over CUC’s of heeft een hoger loon of uitkering gekregen. Op dit moment valt de bres tussen peso- en CUC-Cubanen in koopkrachttermen mee: amper een goede twintig procent. En vooral, zij die aan de onderkant leven moeten geen basisgoederen of diensten missen zoals dat in de rest van de wereld – ook de rijke wereld – het geval is. Ondanks het dubbel muntsysteem blijft de Cubaanse samenleving zeer egalitair. Je ziet dat ook in het straatbeeld: er is geen sprake van decadente extravagantie versus schrijnende armoede zoals dat legio is in de rest van Latijns-Amerika. En de kloof met de toeristen? Ongetwijfeld gaat er van de jaarlijks twee miljoen reizigers een demonstratie-effect uit dat niet te onderschatten valt. De dure camera’s en andere gadgets, het uitgeven van CUC’s alsof het pesos zijn, dat moet wel de ogen uitsteken. De koopkracht van de vakantieganger die zich een reisje naar het tropisch eiland kan veroorloven is inderdaad beduidend groter dan die van de gemiddelde Cubaan. Maar ook op dit vlak is het nuttig de juiste proporties te zien. De reële koopkracht van de gemiddelde toerist zal gemakkelijk minstens anderhalve keer zo groot zijn als die van een Cubaan. Maar als we het uitgavenpatroon van de toeristen onderling bekijken, dan zien we een ander plaatje. Heel wat reizigers overnachten bij particulieren voor ongeveer 20 à 25 CUC per nacht. Een nachtje Varadero all in, kost daarentegen al gauw 200 à 300 CUC of 10 tot 12 maal zoveel. Dat is niet voor de doorsnee toerist weggelegd. Er is in dit verband nog een andere vaststelling. De laatste jaren zie je een toenemende vermenging van het consumptiepatroon van toeristen en van de eilandbewoners. In heel wat restaurantjes en cafés, net als in autobussen, zie je beide groepen door elkaar. Is het overdreven te stellen dat de kloof tussen de toeristen onderling groter is dan die met de Cubanen? Mogelijke sociale ontwrichting Toch moet het psychologisch effect niet onderschat worden. Het basisrantsoen is te krap en de peso-Cubanen geraken moeilijk aan nieuwe kleren, kunnen hun maaltijden weinig variëren en kunnen zich amper bewegen in de CUC-sector. Ze zien hun CUC-collega’s met dure sportschoenen, een gsm, een mp3-speler rondlopen, enz. Dat steekt, zeker in een maatschappij waar gelijkheid hoog in het vaandel geschreven staat. Maar een nog veel groter knelpunt doet zich voor in de loonstructuur. De zwakke waarde van de peso t.o.v. de dollar en andere buitenlandse deviezen heeft zich bovendien niet alleen vertaald in zeer ongelijke prijzen, maar ook in grote verschillen qua inkomsten. Een taxichauffeur of kelner in de toerismesector verdient gemakkelijk een veelvoud van een leerkracht of dokter. Wie de oversteek maakt naar Miami, amper tweehonderd kilometer verder, verdient tientallen keren meer. In een land zoals België zou dat ernstige sociale gevolgen hebben. Terwijl de loonspanning in verhouding met Cuba vele malen kleiner is, worden nu al in België Roemeense en Filippijnse verpleegkundigen aangevoerd om het tekort in de ziekenhuizen op te vangen. En dan hebben we het nog niet over de sectoren van de bouw, de tuinbouw of de horeca. Het is gezien deze enorme loonspanning dan ook een klein mirakel dat de ziekenhuizen en scholen in Cuba over voldoende personeel blijven beschikken. Dat neemt natuurlijk niet weg dat deze loonkloof in Cuba spanningen creëert. Een zestienjarige zoon van een professor kan bijvoorbeeld, door toeristen naar een bepaald restaurant te loodsen, op één avond meer ‘verdienen’ dan zijn vader op een hele maand. Zijn zus kan misschien zelfs het dubbele ‘verdienen’ als ze een vakantieganger weet te versieren voor een nachtje. Dat verklaart waarom bepaalde jonge meisjes maar al te graag inspelen op de zwakheid des vlezes van menig toerist en waarom sommigen hun kans proberen te wagen aan de overkant van de oceaan. Maar het grootste probleem situeert zich op het vlak van het arbeidsethos. Wie enkel over pesos beschikt moet naar verhouding onmogelijke prijzen betalen voor een paar schoenen, een stuk vlees bovenop het basisaanbod of bijvoorbeeld een microgolfoven. Dat is zeer nadelig voor de arbeidsmotivatie, bevordert de corruptie en ondermijnt het hele productiesysteem. Zoals we in het eerste deel van deze paper aanstipten, is dit een tweede, zeer belangrijke uitdaging waar de revolutie voor staat en die momenteel aanleiding is voor een batterij aan hervormingsmaatregelen. De internationale context De Cubaanse revolutie staat ontegensprekelijk voor niet te onderschatten uitdagingen, maar ze beschikt ook over heel wat troeven. Ze heeft overigens in de jaren negentig bewezen dat ze over een uitzonderlijke veerkracht beschikt. Op het moment dat de situatie in eigen land uitzichtloos leek en dat de zusterlanden in Europa een voor een de overstap maakten naar het kapitalisme, bleef de grote meerderheid van de bevolking achter het revolutionair project staan. We wagen ons niet aan voorspellingen, het landschap van de Cubanologie is daarvoor te veel bezaaid met foute inschattingen en verkeerde hypotheses. Maar wel kan met grote zekerheid gezegd worden dat de wijze waarop de huidige en toekomstige leiding met de geschetste uitdagingen zal omspringen sterk zal bepalen hoe het Cuba van na Fidel er zal uitzien. De internationale context zal hier ongetwijfeld ook zijn woordje meespreken. Indien de trend van de laatste tien jaar zich verder zet in Latijns-Amerika, dan is dat goed nieuws voor Havana. Een reële integratie van Latijns-Amerika is de voorwaarde om de dominantie van de VS in de regio ongedaan te maken. Zo’n integratie zou ook een dynamiek op gang kunnen brengen zoals de afgelopen kwarteeuw in Zuid-Oost-Azië. Maar hoe zal Washington zich opstellen? Toen Obama verkozen werd waren de verwachtingen hoog gespannen. De staatsgreep in Honduras in juli 2009 en de verhoogde militaire aanwezigheid in Colombia hebben het enthousiasme ondertussen sterk getemperd. Zo ook de verhoogde militaire activiteit in Afghanistan, Pakistan en recentelijk in Jemen. En wat na Obama? Meer globaal bekeken zijn de Noord-Zuid verhoudingen ondertussen aan het kantelen in het voordeel van het Zuiden. Deze evolutie lijkt niet te stuiten, de economische crisis heeft dit proces alleen maar versneld. Er is ook een groeiende Zuid-Zuid samenwerking. Beide ontwikkelingen zijn alvast veelbelovend voor de Cubaanse revolutie. Met dank aan Alejandro Aguilar Trujillo, professor emeritus aan de universiteit van Havana, voor zijn nuttige commentaren en inzichten. Deel 1: Cuba na Fidel Castro: inleiding Deel 2: Naar een nieuw economisch model? Deel 3: De kloof tussen de economie en de rest Deel 4: De kloof tussen arbeid, salaris en koopkracht Deel 5: Volgt Cuba de weg van China? Deel 6: Hoe komen Cubanen rond met 12 euro? Deel 7: Hoeveel verdient een Cubaan nu eigenlijk? Deel 8: Arm maar ontwikkeld Deel 9: Cuba vergeleken met Latijns-Amerika * Dit artikel verscheen eerder in licht gewijzigde vorm als onderdeel van een MO* Paper: Wat met de Cubaanse revolutie na Fidel Castro? Februari 2010. Deze paper kan je gratis downloaden op volgend adres: www.mo.be/fileadmin/pdf/MO-paper40_cuba.pdf.