Cuba startte in 2014 met een plan om tegen 2030 een groot deel van zijn elektriciteit uit hernieuwbare bronnen te halen. China is een belangrijke steun in dat project.
Tegen 2030 wil Cuba 24% van zijn elektriciteit halen uit biomassa van suikerriet, zonnepanelen, windmolens en kleine waterkrachtcentrales. Vandaag is het slechts 4%.
Zonnepanelen staan al het verst, met 65 experimentele parken en nog 15 in aanbouw, voor een totale capaciteit van 42 megawatt (MW), wat overeenkomt met zowat een tiende van een klassieke thermische centrale. Vier grotere projecten voor in totaal 200 MW zitten in de pijplijn. Eén daarvan, in de Mariel Speciale Ontwikkelingszone, is met 100% buitenlandse investering. Tegen 2030 is een capaciteit van 700 MW voorzien. Cuba produceert zelf al zonnepanelen, met Chinese technologieTegen 2030 komen er ook voor 688 MW windmolens en 56 MW kleine waterkrachtcentrales. Afgelegen woningen die niet met het net verbonden zijn zullen elektriciteit krijgen van lokale zonnepanelen. Daarvan zijn er nu al 17.000 geïnstalleerd.
Momenteel worden de eerste vier windmolens gebouwd. De investering komt uit China en het Verenigd Koninkrijk. In de provincie Las Tunas komen 2 windparken met 54 Chinese turbines.
Cuba is een belangrijk producent van suikerriet. Afval van suikerriet is biomassa waaruit elektriciteit kan geproduceerd worden. De eerste centrale op biomassa komt in de provincie Ciego de Avila en is een joint venture tussen Cubaanse, Chinese en Britse investeerders. Als alles volgens plan verloopt zal de centrale einde 2019 opstarten. Uit een ton biomassa van suikerriet kan men 157 kWh elektriciteit genereren.
De Chinese investeringen zijn een opsteker voor Cuba dat nog steeds zwaar getroffen is door de Amerikaanse boycot.
Bron: Chinasquare