Chilenen schakelen versnelling hoger in hun strijd tegen het neoliberalisme

Begin oktober begon in Chili een protestbeweging tegen de verhoging van de prijzen van het openbaar vervoer in de hoofdstad Santiago. Op 28 oktober haalden de actievoerders hun slag thuis: de aangekondigde prijsverhoging gaat niet door. Maar dat is niet het enige gevolg van de beweging.

De protesten hebben ook politieke gevolgen. President Piñera stuurde acht ministers de laan uit, waaronder de Pinochetgezinde conservatieven Andres Chadwick en Hernan Larrain. De roep om ook economisch af te rekenen met Pinochet groeit met de dag. Wat begon als een puur socio-economische beweging gaf een nieuwe versnelling aan het dertig jaar oude volksverzet tegen het neoliberalisme na de val van generaal Pinochet.1990: Pinochet vertrekt, maar zijn broodheren heersenHet autoritaire beleid van Pinochet, dat stakingen en politieke partijen verbood, was een dankbaar klimaat voor de neoliberale Chicago Boys om privatiseringen door te drukken in onder meer het onderwijs en de kopersector. Die privatiseringen en het afbouwen van de welvaartsstaat die de socialistische president Allende probeerde op te bouwen, zijn de oorzaken van de huidige economische ongelijkheid in Chili. De kapitalisten die profiteerden van de privatiseringen, begeleidden Pinochet, onder druk van de Chileense bevolking, naar de uitgang toen hij niet langer nodig was.

De bevolking zorgde ervoor dat het leger uit het parlement vertrok, maar het politiek stelsel gaf Pinochet wel een eervolle exit en behield in de grondwet van 1990 de krachtlijnen van zijn bewind, zowel politiek als economisch. De linkse partijen werden pas in de jaren 1980 opnieuw toegelaten en vakbonden hadden nog niet de kracht om algemene stakingen te organiseren.2006: Vakbonden en scholieren behalen hun eerste overwinningenDe eerste georganiseerde, grote acties in Chili na de dictatuur vonden niet toevallig plaats in de twee sectoren die het hardst getroffen werden door het neoliberalisme van Pinochet: het onderwijs en de kopersector.

Met kleinere acties in 2001 hadden scholieren samen met hun leerkrachten al enkele aanvallen van de christendemocratische regering Frei kunnen afwenden. In 2006 ging het niet om defensieve acties, maar om acties die druk zetten op de regering van de socialistische president Bachelet. Zij had namelijk de verkiezingen gewonnen met de belofte het onderwijs te hervormen en de privatiseringen van Pinochet terug te draaien. De scholieren voerden actie tussen april en juni en opnieuw in september en oktober, met als hoogtepunt twee algemene scholierenstakingen in juni 2006. Die zorgden voor enkele toegevingen vanuit de regering, maar de grootste eisen van de scholieren werden niet ingewilligd.

De werknemers in de koper haalden daarentegen wel hun slag thuis. In de Minera Escondida, het grootste mijnbouwbedrijf in koper ter wereld, staakten de meer dan 2000 arbeiders van 7 augustus tot 1 september. De aanleiding van de staking was een nieuwe CAO die zou leiden tot loonverlies voor de arbeiders. Ondanks druk van het bedrijf, dat door de Chileense arbeidswet meteen vervangende krachten kon aannemen om de staking te breken, konden de vakbonden een betere CAO afsluiten.

Deze acties maakten duidelijk dat het mogelijk was scheurtjes te maken in het pantser van het neoliberalisme. Dat werd voordien als quasi onmogelijk beschouwd. Zo daalde het aantal stakingen in Chili jaar na jaar tot een absoluut dieptepunt van minder dan 200 stakingen in 2005.2010-2012: het verzet tegen de erfenis van Pinochet komt van alle kantenTijdens de eerste regeerperiode van Sebastian Piñera werd het duidelijk dat het sluimerend ongenoegen tegen het Chileense systeem voor het eerst op een brede schaal aan de oppervlakte kwam. De studenten gingen opnieuw en meer actievoeren, lokale burgerbewegingen kregen nationaal vervolg, de oorspronkelijke bevolkingsgroepen (zoals de Mapuche) begonnen zich opnieuw te organiseren en de vakbonden riepen een eerste algemene staking uit sinds de terugkeer naar de democratie.

In 2010 al waren enkele leden van de Mapuche-gemeenschap in hongerstaking gegaan. Hun eisen voor politieke autonomie en een landhervorming werden door als terrorisme gezien en Mapuches kregen daarom ook dezelfde straffen als terroristen. De hongerstakingen en de bemiddeling die erop volgde, zorgden ervoor dat gestrafte Mapuches vrijgesproken werden voor schendingen van de terreurwet, maar sommige leiders bleven nog altijd in de cel door straffen die het ministerie van Justitie had verzonnen. Hoewel zij ook gefolterd werden, haalden ze weinig steun bij andere lagen van de Chileense bevolking.

In januari 2011 waren er in de regio Magallanes protesten tegen de stijging van de gasprijzen. De protesten startten toen bleek dat de exploitatierechten voor het gas zeer goedkoop verkocht werden aan de Canadese multinational Methanex en burgers de gemiste inkomsten moesten betalen. De beweging riep op tot een algemene staking op 11 januari. Dat zorgde ervoor dat de gasprijzen bevroren zouden blijven tot 2016.

In mei 2011 zetten studenten hun strijd voor het recht op onderwijs opnieuw verder, in navolging van de scholieren die in 2006. Een eerste mars bracht 15.000 studenten op de been, in juni volgde al een eerste studentenstaking. Na die staking gingen de scholieren ook opnieuw actie voeren. Deze strijd was de eerste scholieren- en studentenstrijd die niet alleen de scholen bezette. In Santiago werd het secretariaat van de christendemocraten bezet en voor het eerst deden ook privé-universiteiten mee met de strijd.

Een hoogtepunt van de strijd kwam er op 30 juni, wanneer studenten na een betoging de secretariaten van de grootste partijen, de socialisten en de UDI (Pinochetgezind), bezetten. Na de zomer van 2011 werden de studenten geconfronteerd met een grotere repressie, met directe gevechten met de politie en met provocateurs in de betogingen. De studenten zouden ook meer economisch belangrijke plaatsen beginnen bezetten, zoals de dokken van het eiland Chacao in het zuiden van Chili, om de ferry’s te blokkeren. Uiteindelijk zou een eerste overleg met de regering in september en het vertrek van de meest strijdbare en meest populaire studentenvertegenwoordigers ervoor zorgen dat de strijd in 2011 voorlopig zonder gevolg bleef. De trekkers van de strijd, Camila Vallejo en Giorgio Jackson, zouden in 2013 wel alle twee parlementslid worden.

Op hetzelfde moment als de studentenstrijd had ook de CUT, de grootste vakbond van Chili, een algemene staking aangekondigd op 24 en 25 augustus, de eerste algemene staking sinds de val van Pinochet. De eisen van deze staking stonden echter los van de eisen van de studenten. De regering gaf “officiële” opvolgingscijfers die in de realiteit niet konden kloppen, om zo de staking te minimaliseren en te doen alsof alles normaal verliep, hoewel bedrijven veel minder goederen verkochten in die periode.

Tenslotte gingen begin 2012 ook de vissers van de provincie Aysen in staking. Zij staakten tegen het feit dat grotere rederijen van de rest van Chili de visserijquota konden afschaffen, waardoor zij nog minder vis hadden om te verkopen in Aysen. De provincie Aysen heeft door haar ligging in het zuiden van Chili al veel moeite om grondstoffen en voedsel te krijgen, en de hoge transportkosten zorgen er ook voor dat het leven daar duurder is. De havens en luchthavens werden door een bredere burgerbeweging, die de staking gebruikte als een middel om meer investeringen voor Aysen te eisen, bezet. De staking zou ervoor zorgen dat twee van de grootste eisen van de betogers, meer investeringen in de gezondheidszorg en een eigen regionale universiteit, ingewilligd werden.

Hoewel er in elke strijd grote stappen werden gezet in het opbouwen en organiseren van strijdbewegingen, voornamelijk bij de vakbonden en studenten, werden niet overal overwinningen behaald.2019 – … : een nieuw studentenprotest wordt een verzameld volksprotestDe eerste successen van de betogingen van 2019 moeten gezien worden in de context die we in de voorgaande paragrafen hebben gezien. Ten eerste is er de jarenlange ervaring van studentenprotesten in democratisch Chili. Sinds 2001 is er een scholieren- en studentenbeweging die bijna onafgebroken actie voert en die in het algemeen veel steun kan halen bij de rest van de Chileense bevolking. Hun acties in oktober 2019 krijgen ook meteen veel steun. De Chileense studentenverenigingen hebben daarnaast met hun acties ook geleerd hoe ze verder actieplannen moeten opbouwen en kunnen daarom ook sneller grotere acties opbouwen.

Daarnaast is er sinds de terugkeer van de democratie ook een steeds grotere aversie tegen het neoliberalisme van Pinochet. Die vertaalt zich niet alleen in eisen tegen het globaal systeem. Ook politici die het regime openlijk steunen, blijven het doelwit van betogers in Chili. Daarom was Andres Chadwick, die ook al tegen de studentenprotesten van 2011 was, de eerste minister die van Piñera ontslag moest nemen. De huidige protesten richten zich ook op bedrijven die door Pinochet geprivatiseerd werden, zoals Enel, het vroegere staatsbedrijf voor elektriciteit in Chili.

De derde reden voor het slagen van deze protestbeweging is een snelle samenkomst van verschillende strijdbewegingen die allemaal dezelfde ordewoorden hanteren. De belangrijkste ordewoorden van de betoging op 25 oktober waren zowel socio-economisch als politiek: sociale rechtvaardigheid, het terugdraaien van de privatiseringen onder Pinochet en een nieuwe grondwet, die eindelijk komaf maakt met de grondwet die Pinochet naliet. Dat zijn ook de grote ordewoorden van de algemene staking die op maandag 4 november ingaat. Ook hier zijn het groepen die al jaren actievoeren die de nationale staking lanceerden: de kopermijnwerkers, de leerkrachten en de vissers.

Een tweede belangrijke les uit de huidige protesten is dat de Chileense regering de meest recente sociale bewegingen niet vergeten is. Ze heeft al heel snel de noodtoestand uitgeroepen, om zo te kunnen beweren dat de betogers een gewelddadige minderheid zijn. Zonder echte aanleiding is de noodtoestand ook afgeroepen in andere regio’s zoals Magallanes, mogelijk om verdere acties tegen Mathanex te vermijden. Het is dus belangrijk dat ook de betogers hun geschiedenis goed kennen en weten hoe de regering hen zal proberen te destabiliseren.

De rol van de Communistische PartijDoorheen de voorbije 30 jaar heeft de Communistische Partij in Chili (PCCh) zich vooral via haar jongerenorganisatie geprofileerd in de studentenstrijd. De communistische jongeren worden door de studenten daarom ook als een geloofwaardige partner gezien in de huidige strijd. Zij waren, ook toen het slecht ging, altijd aanwezig bij studentenacties.

De steun voor de communisten zelf ligt moeilijker. De partij heeft namelijk lang een dubbelzinnige relatie gehad met de sociaaldemocraten, die sinds de jaren 2000 ook begonnen te profiteren van het neoliberalisme. Ze zaten ook samen met die sociaaldemocraten in de regering tussen 2013 en 2017, wat hun imago van proteststem teniet deed.

Sinds de verkiezingen van 2017 is de partij wel bezig zichzelf te heroriënteren in het politieke landschap. Zo heeft ze de coalitie met de sociaaldemocraten verbroken. Dat heeft hen de vrijheid gegeven om voluit voor eigen campagnes te gaan. Een van die campagnes is het verlagen van de werkweek van 45 naar 40 uren met loonbehoud. Een eis die, op het moment van schrijven, een meerderheid haalde in de bevoegde parlementscommissie. Dit en concrete eisen rond het verlagen van de parlementaire lonen zorgen ervoor dat de PCCh nu de partij is met de meeste leden in Chili.

De vraag blijft wel of de PCCh de strijd voor een nieuwe grondwet alleen zal voeren in het parlement of dat ze ook de eisen van de burgerbewegingen voor een echte ommekeer, dus ook economisch, ter harte zal nemen. Met Camila Vallejo hebben ze wel een directe link met de vorige protesten. Zij kan de PCCh wijzen op de gevaren en tactieken die haar vroegere – en huidige – tegenstander Piñera ook tegen haar gebruikt heeft.

Solidair

Blijf op de hoogte. Schrijf je in op onze nieuwsbrief.

Restez informé. Abonnez-vous à notre newsletter.