“Capituleert Cuba voor het kapitalisme?” vraagt De Standaard van 8 februari zich af. “Meer dan 2.000 economische activiteiten mogen voortaan door private bedrijven worden uitgeoefend, in plaats van door staatsgeleide organisaties. Slechts 124 activiteiten zijn uitgesloten. Welke dat zijn, is niet geweten. Maar het komt er dus op neer dat het gros van de economie wordt geopend voor privéondernemerschap. (…) Voor het communistische land is dat een hele ommekeer. (…) De grote vraag is nog hoe duurzaam die nieuwe koers zal zijn.” De krant verwijst naar de recentste ministerraad waarover de partijkrant Granma verslag uitbrengt. Op die ministerraad werden verschillende uitdagingen besproken, waaronder de muntherschikking, de pandemie en de voedselproductie. President Díaz-Canel zei dat er zich problemen stellen, maar dat die revolutionairen juist aanzetten om die op te lossen, met toewijding, intelligentie en intensief werken, zonder passiviteit, zonder vertraging en met de nodige soepelheid. Van capitulatie voor het kapitalisme is hier geen sprake, wel van het uitvoeren van de eerder genomen beslissingen.
Een van de essentiële doelen van de hervormingen1 bestaan erin de productie te verhogen, door efficiënter te werken, door investeringen aan te trekken en door meer mensen aan de slag te doen gaan, ook buiten de overheidssector (zie kader). Arbeid en loon naar werken2 – en niet zozeer subsidies of giften uit het buitenland – moeten de belangrijkste inkomensbron worden. In die context krijgt de privésector (boeren, coöperaties, zelfstandigen en kleine bedrijven) systematisch en gecontroleerd meer mogelijkheden, o.a. voor in- en uitvoer. In dat laatste geval komen er dan ook buitenlandse deviezen het land binnen, waarvan 20% in de nationale munt moet worden ingewisseld. Zo krijgt de overheid buitenlandse deviezen waarmee ze op haar beurt goederen kan invoeren.
De minister voor Economie en Planning, de minister voor Werk en Sociale Zekerheid en die voor Financiën en Prijzen kwamen op televisie tekst en uitleg geven over de nieuwe maatregelen.“De economie vormt een geheel. Er is niet een privé-economie en een staatseconomie. Er is geen ‘zij’ en een ‘wij’. Er is geen tegenstelling tussen individuele belangen en de belangen van het land. We moeten ons ontdoen van elk egoïsme en individualisme.”, zegt minister van Economie en Planning Alejandro Gil. Hij ging dieper in op de lijst van activiteiten die zelfstandigen mogen uitoefenen: “Het gaat niet alleen om een verandering van de activiteitenlijst, het gaat veel verder omdat het ook over de verbetering van ons belastingsysteem en de toekenning van vergunningen gaat.” Wat dat laatste betreft, komt er een ‘uniek loket’ om alle formaliteiten te regelen (aanvraag van de vergunning, onderzoek van het project, inschrijving voor sociale zekerheid en belastingen etc.).
Vroeger konden de zelfstandigen iets meer dan 120 activiteiten uitoefenen, en nu wordt dat uitgebreid tot meer dan 2000. Er blijven beperkingen en uitzonderingen. Zo blijft de zelfstandige uitoefening van dierengeneeskunde verboden, maar er komt nu wel een uitzondering voor de verzorging van gezelschapsdieren. Of neem het onderwijs: dat blijft voorbehouden voor de overheid, maar bijlessen geven op zelfstandige basis mag dan weer wel. Ter geruststelling van De Standaard: op de website van het ministerie van Werk en Sociale Zekerheid vind je de activiteiten terug die exclusief voor de overheid zijn voorbehouden.
Het ‘werken voor eigen rekening’ – de Cubaanse term voor zelfstandigen – omvat nu meer dan 600.000 arbeiders, goed voor 13% van de werkgelegenheid in het land. Daarvan zijn 30% jongeren en 35% vrouwen. De zelfstandigen kunnen hun onkosten volledig fiscaal aftrekken, de vrijstellingen worden verhoogd en er komt minder papierwerk bij kijken. Hoe de zaak zal evolueren hangt natuurlijk van vele factoren af, vooral van het nieuwe beleid van de VS, de wereldeconomie etc. In het hele moderniseringsproces hanteert de Cubaanse overheid drie grote principes: de hervormingen moeten het socialisme versterken, alles moet in overleg met de bevolking gebeuren en de overheid moet bijsturen waar nodig.
Mensen die Cuba al wat langer volgen weten dat het land altijd doordacht en zeer voorzichtig te werk gaat. Dat het zelfs in de moeilijkste omstandigheden zijn fundamentele principes niet verloochent. Maar dat het, indien de omstandigheden daartoe dwingen, zich flexibel opstelt om een zo goed mogelijk resultaat te bereiken. Westerse media die dat niet in de gaten hebben, hebben in het verleden herhaaldelijk dramatische voorspellingen gedaan over de Cubaanse economie en over de revolutie in het algemeen. Keer op keer kwamen ze bedrogen uit.
Meer mensen aan de slagEen van de verhoopte gevolgen van de muntherschikking is dat meer mensen aan het werk gaan. De hogere lonen en de afschaffing van bepaalde subsidies of gratis diensten of producten zetten daartoe aan. Cuba kent, naast sociale bijstand voor zij die niet kunnen werken of een zeer laag inkomen hebben, geen werkloosheidsuitkeringen. Wanneer een bedrijf overtollige werknemers heeft, moet het die eerst een andere interne of externe job aanbieden, die ze al of niet kunnen aanvaarden. De eerste maand van hun werkloosheid ontvangen ze nog 100% loon, daarna nog 60%. Werklozen bieden zich aan bij lokale arbeidsbureaus of informeren zich online. Begin februari hadden er zich 92.651 werkzoekenden aangemeld bij de arbeidsbureaus. De helft van hen aanvaardde de aangeboden baan. Er waren 33.796 jobaanbiedingen. 65% van die jobs vallen onder de overheidssector. 34% van de min-35-jarigen zijn aan de slag, waarvan 38% vrouwen. Dit jaar zal het ministerie van Werk en Sociale Zekerheid 32.000 jobs aanbieden, waarvan 22.000 bij de overheid en 10.000 op zelfstandige basis. Men verwacht dat er op het einde van dit jaar 4,6 miljoen mensen aan het werk zullen zijn (3,1 miljoen bij de overheid en 1,5 miljoen in de privé). 1 De Cubanen spreken over aanpassingen van hun socio-economisch model omdat ze niet de indruk willen wekken dat ze hervormingen willen doen zoals in de voormalige socialistische landen, waar hervormingen uiteindelijk tot het opdoeken van het socialisme hebben geleid. 2 Arbeid als recht en sociale plicht en loon naar werken zijn wezenlijke socialistische waarden, die ook als dusdanig in de Cubaanse grondwet worden vermeld.