Op 30 april ongeveer 2 uur ’s nachts werd een aanslag gepleegd tegen de ambassade van Cuba in de VS, in Washington. De dader is een Cubaanse emigrant die aan paranoia lijdt en ervan overtuigd is dat de ‘Cubaanse maffia’ hem achtervolgt en probeert te vermoorden. Buitenlandminister Rodriguez reageerde erg rustig op dit incident, wat wellicht veel minder het geval zou zijn mocht een ‘lone wolf’ ooit hetzelfde doen tegen de VS-ambassade in Havana.
Alexander Alazo, 42 jaar, vuurde met een aanvalsgeweer genre AK47 32 kogels af op het ambassadegebouw. Er waren geen gewonden bij het personeel van de missie, dat veilig en beschermd is, maar er was wel materiële schade als gevolg van de impact van de vele schoten. Alazo had een Cubaanse vlag bij waarop hij slordig geschreven had: “Hou op met te liegen tegen de mensen. Respect! Trump 2020, VS, Land en Familie”. Hij had die in bezine gedrenkt met de bedoeling ze in brand te steken, wat door de regen is mislukt.
Uit de verklaring van Rodriguez:Ik heb de zaakgelastigde van de Amerikaanse ambassade in Havana, mevrouw Mara Tekach, opgeroepen om deze gebeurtenis zeer ernstig te nemen. Ik heb haar ons krachtigste protest laten horen tegen de ernstige terroristische aanslag op de Cubaanse ambassade. Ik vroeg haar hoe de regering van de Verenigde Staten zou reageren op een aanval als deze op een van háár ambassades.
Ik heb eraan herinnerd dat alle staten verplicht zijn passende maatregelen te nemen om de gebouwen van een op hun grondgebied geaccrediteerde diplomatieke missie te beschermen tegen interruptie of beschadiging, om te voorkomen dat de vrede van de missie wordt verstoord of de waardigheid of de normale werking ervan wordt aangetast, zoals bepaald in het Verdrag inzake diplomatieke betrekkingen van 1961.
Ik benadrukte de ernst van de gebeurtenis, die het leven en de veiligheid van het personeel van de ambassade en hun families in gevaar had kunnen brengen.
Ik heb de zaakgelastigde er met alle respect op gewezen dat een agressie zoals deze tegen de Cubaanse ambassade in de Verenigde Staten in ieder geval is aangemoedigd door de groeiende vijandige retoriek tegen ons land, waarbij zowel de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken als hoge ambtenaren van dat departement die verantwoordelijk zijn voor de betrekkingen met het westelijk halfrond, met inbegrip van de Amerikaanse ambassade in Havana, in het openbaar en stelselmatig betrokken zijn.
Ik heb ook gezegd dat een dergelijk feit niet los kan worden gezien van de intensivering van het agressieve en vijandige beleid van de regering van de Verenigde Staten tegen Cuba, noch van de verscherping van de blokkade, die onaanvaardbare maatregelen omvat, zelfs tijdens de pandemie van Covid-19, die de hele planeet treft.
Wij waarderen wel het professionele gedrag van de wetshandhavers die zich naar de plaats van handeling hebben gehaast.
Ik heb er ook aan herinnerd dat het aanzetten tot geweld tegen Cubaans medisch personeel in derde landen, zoals onlangs in Bolivia is gebeurd, onder meer door VS functionarissen, het belasteren en demoniseren van gezondheidspersoneel, gewelddadige acties in de hand werkt.
Ik heb de geachte diplomaat eraan herinnerd dat er een lange geschiedenis is van gewelddadige en vijandige acties, waaronder ook terroristische, tegen Cubaanse diplomatieke functionarissen die in de VS zijn gevestigd, zowel in het hoofdkwartier in Washington als bij de permanente vertegenwoordiging van het land bij de Verenigde Naties in New York.
Het is ook logisch dat die acties en beleid en die haatdragende taal verdeeldheid en sociaal geweld in de hand werken. Ik heb eraan herinnerd dat groepen en personen die in het verleden terroristische daden tegen Cuba hebben gepleegd, jarenlang ongestraft op het grondgebied van de VS opereerden en opereren, wat bekend is bij de politie en inlichtingsdiensten van de VS.
Ik heb mijn verbazing uitgesproken over het feit dat meer dan twaalf uur na de aanval op onze ambassade de officiële autoriteiten van de regering van de Verenigde Staten geen enkel contact hebben opgenomen met de onze. Er werden geen officiële verklaringen afgelegd, zelfs geen tweets verstuurd door officiële functionarissen van de Verenigde Staten, die anders zo vaak naar Cuba verwijzen.
Ik heb er bij het ministerie van Buitenlandse Zaken op aangedrongen om met de grootst mogelijke spoed de nodige maatregelen te nemen om zijn verantwoordelijkheden uit hoofde van het Verdrag van Wenen volledig na te komen en de volledige veiligheid van de Cubaanse ambassade, de permanente missie bij de Verenigde Naties in New York en het personeel van beide missies en hun begeleidende familieleden te garanderen.
Tot slot heb ik de medewerking van de Cubaanse autoriteiten aangeboden voor de ontwikkeling van het onderzoek.30 april 2020