Acteur Dirk Tuypens droeg op de slotact van Che Presente een brief van René aan zijn dochtertje Ivette voor29 mei 2002Mijn liefste Ivette,Ik ben je deze brief al heel lang verschuldigd, omdat ik je zoveel dingen te zeggen heb. Sinds we elkaar voor het laatst zagen, zijn twee jaar voorbij gegaan. We hebben nooit de kans gehad om veel te praten, behalve gedurende die vier maand na je geboorte. Je had toen vermoedelijk weinig aandacht voor mij, je ging zo op in die wereld van een pasgeborene, een wereld die ons geen herinneringen laat. Nu ben je al vier jaar oud. Je vindt het prettig als je moeder verhaaltjes voorleest, dus zal ze je deze brief voorlezen tot je hem zelf kunt lezen, wat hoop ik snel zal zijn.
Ik wil dat je weet dat je geboren bent in een heel gelukkige familie, in een huis vol vreugde. Jouw komst was, net als die van Irmita, een reden om te vieren. Ik werd verliefd op je mama de eerste keer dat ik haar zag en we beslisten al snel dat we een gezin zouden stichten en voor de rest van ons leven samen zouden blijven.
Maar mijn plicht bracht me naar het land waar ik geboren ben. Ik moest je moeder en je zus, die toen zes jaar oud was, verlaten. Na zes jaar kwamen ze bij mij en jij werd geboren op dezelfde plek als je papa: de Verenigde Staten van Amerika. Dit land is nu het machtigste van de wereld. Het is een imperium. Maar dat was niet altijd zo. Er was een tijd waarin het veel kleiner was, bewoond door een volk dat de verdrukking ontvlucht was. Maar de regering viel in handen van ambitieuze mensen met veel geld die hun grenzen en invloed uitbreidden met de ene oorlog na de andere, oorlogen die de dood van miljoenen onschuldige mensen veroorzaakten, en dat alles om deze heersers nog rijker te maken. Laat je nooit misleiden: de regering van dit land is heel slecht, een van de slechtste in de geschiedenis.
Maar merk op dat ik altijd spreek over de regering en niet over het volk van de Verenigde Staten, dat nobel is en goede gevoelens heeft, zoals alle mensen. Je moet nooit het volk van een land haten…(…)Toen ik gearresteerd werd, op 12 september 1998, was je nauwelijks vier maand oud. De avond daarvoor was je mama gaan werken en ik zorgde voor jou. Toen ik je je melk gegeven had, viel je op mijn buik in slaap en ik besloot je zo te laten liggen terwijl ik televisie keek. Toen je mama thuiskwam, vond ze je zo schattig dat ze het niet kon laten om een foto van ons te maken. Dat is de laatste foto waarop we samen zijn.
Toen arresteerden ze mij. Ik kon je niet eens een afscheidskus geven. Terwijl ze mij geboeid naar buiten brachten, kon ik alleen maar naar je mama kijken en naar haar glimlachen, vol vertrouwen en optimisme.(…)Toen we elkaar terugzagen, was je een jaar oud, acht maanden waren voorbij gegaan. We stonden onder toezicht en toen je zag dat ik aan de stoel geketend was, dacht je waarschijnlijk dat ik een hond was, want je zei ‘woef woef, woef woef’. Toen probeerde je mama je te laten zien wat er werkelijk gebeurde. ‘Nee, Ivette’, zei ze sarcastisch, ‘papa is hier niet de hond’.(…)Negen maand gingen voorbij vooraleer de regering ons liet behandelen zoals de andere gevangenen en onze kinderen toestond ons te bezoeken. Een aantal maanden kon je mij geregeld bezoeken. Maar dan liet de haat van de vertegenwoordigers van deze regering zich opnieuw op de meest gemene manier zien. Ze schreven een brief waarin ze suggereerden dat ik schuldig moest pleiten. Aan het eind van die brief schreven ze dat je moeder in hun handen was, ze dreigden dat ze haar het land uit konden zetten als ik niet toegaf aan hun chantage. Omdat ik dat niet deed, werd je mama gearresteerd en jij bleef bij je grootmoeder Teté in Sarasota. Irmita was in Cuba en je vader en moeder zaten in twee verschillende gevangenissen in dit land. Mama bleef drie maand in de gevangenis voor ze naar Cuba gedeporteerd werd, en Grootmoeder Irma moest uit Cuba komen om je op te halen, zodat je bij je moeder kon zijn. Je laatste bezoek was samen met haar en ik herinner me nog hoe perplex je daar stond, voor de deur die mij terug naar mijn eenzame opsluiting zou brengen. Je vroeg je af waar ze je papa naartoe brachten, samen met al die mannen die dezelfde kleren droegen. Twee jaar zijn voorbij gegaan sinds ik je voor het laatst zag. Twee jaar is teveel tijd voor een kind van jouw leeftijd. Ik moet zeggen dat ik je nauwelijks ken. Ze zeggen dat je heel levendig bent, dat je veel praat, dat je koppig bent, lief, actief en sociaal. Je goede eigenschapen van vandaag zullen je deugden van morgen zijn. Je zult opgroeien in de meest rechtvaardige samenleving die de wereld ooit bedacht heeft…Je groeit op in een land dat niet beschaamd moet zijn om zijn verleden, omdat de strijd voor de vrijheid geleid werd door de beste tradities en de meest genereuze en nobele gevoelens van het menselijk ras.
Ik zal niet bij je kunnen zijn in dit stadium van je leven, maar ik weet dat je opgroeit bij een familie en een volk die mijn afwezigheid goed zullen maken. Vandaag ontvang je heel veel liefde en genegenheid van dat volk, maar dat mag je niet naar het hoofd stijgen, want al die liefde is veel meer een bewijs van de gevoeligheid van dat volk dan van enige uitzonderlijke verdienste die je vader zou hebben. Veel Cubanen stierven een heroïsche dood zonder dat ze de kans hadden een brief als deze aan hun kinderen te schrijven. Je moet heel nederig zijn wanneer een volk als het onze je als een held eert.
Hoewel ik er fysiek niet kan zijn, ik zal je door onze familie en ons volk altijd steunen. Er gaat geen dag voorbij dat ik niet aan je denk, dat ik me niet probeer voor te stellen waar je bent, wat je denkt, dat ik me niet afvraag of je gelukkig bent. Mijn gedachten zullen altijd bij jou zijn.
Geluk en liefde zijn het beste tegengif voor haat. Ik bewaar heel veel van beide voor jou. Als we terug samen zijn, sprenkel ik ze over je heen. Dan zal je opnieuw onze kleine ster zijn, onze fontein van geluk, die op de avond voor ik gearresteerd werd vredig sliep, hier aan mijn hart.
Duizend kussen en al mijn liefde,Je papa