Biografie Che Guevara 2: eerste reis door Latijns-Amerika (1951-1952)

Als hij drieëntwintig is trekt Ernesto Guevara samen met zijn vriend Alberto Granado op de moto door verschillende landen van Latijns-Amerika. Op die reis wordt hij geconfronteerd met de diepe miserie en de uitbuitingsrelaties van de VS. Hij neemt zich voor om zijn lot aan de armen te verbinden.”

Door mijn vele reizen over het continent- behalve in Haïti en de Dominicaanse Republiek,passeerde ik in alle landen -kwam ik in onmiddellijk contact met miserie,met honger en ziekten,met de onmogelijkheid die te genezenbij gebrek aan middelen,met het fatalismedat de honger en de voortdurende tegenslagenbij mensen veroorzaakt,(…) en ik begon in te zien dat aan de kant gaan staan van deze mensen minstens even belangrijk is dan een beroemd onderzoeker worden of een substantiële bijdrage leveren aan de medische wetenschap.” (1) In oktober 1951 beslist Ernesto een reis door Latijns-Amerika te ondernemen. Samen met zijn vriend Alberto Granado trekt hij in januari ‘52 op weg op een oude Norton 500 cc motorfiets. Bij hun aankomst in Valdivia, Chili publiceert een lokale krant een interview onder de titel ‘Twee dappere Argentijnse motorrijders op doortocht in Valdivia’. In Temuco wordt dat: ‘Twee Argentijnse experts in melaatsheid doorkruisen Latijns-Amerika per motorfiets’. 7 maart 1952. Ernesto ontmoet een oudere vrouw. Ze is ziek en werd pas ontslagen. Hij schrijft: “In deze gevallen wil een arts, bewust van zijn complete inferioriteit tegenover de omgeving, een verandering forceren. Iets dat dergelijk onrecht opheft (…). Hier leer je de tragedie van het proletariaat van de hele wereld begrijpen. Deze stervende ogen smeken onderdanig om excuses. Vaak is er ook die wanhopige vraag om troost die zich in het ijle verliest. Tot wanneer zal deze orde van dingen, gebaseerd op een absurd kastegevoel, blijven bestaan?” 10 maart 1952. In Cuba komt generaal Fulgencio Batista met een wrede staatsgreep aan de macht. Het massale protest wordt brutaal onderdrukt. Op 12 maart maken Ernesto en Alberto in het Chileense plaatsje Baquedano kennis met een jonge mijnwerker en zijn vrouw, beiden communisten.: “In zijn eenvoudige taal vertelde de man over drie maanden gevangenis, over zijn hongerige vrouw die hem trouw volgde, over zijn kinderen die door buren werden opgevangen, over zijn vruchteloos zoeken naar werk, over zijn makkers die op een mysterieuze manier waren verdwenen en waarvan verteld werd dat ze in zee werden gegooid.” Het paar had zelfs geen deken om zich te beschermen tegen de nachtelijke kou van de woestijn. “We gaven hen onze dekens. Ik heb nooit zo’n koude geleden als die nacht, maar tegelijk voelde ik me een beetje meer verbonden met dat voor mij onbekende deel van de menselijke soort.” De volgende dag bezoeken ze de mijnen van Chuquimata. Che maakt een analyse van de uitbuiting van de mijnwerkers door de Noordamerikaanse bedrijven “De belangrijkste inspanning die moet gebeuren is zich de onbehaaglijke ‘yankeevriend’ van de rug afschudden. Het is, zeker voor het ogenblik, een immense taak, omwille van de grote hoeveelheid dollars die hier zijn geïnvesteerd, en het gemak waarmee ze economische druk kunnen uitoefenen wanneer ze hun belangen bedreigd weten.” Op 24 maart komen ze in het Peruaanse Tacna aan. Na een discussie over de armoede in de streek verwijst hij in zijn notities naar een vers van de Cubaanse dichter José Martí: “Ik wil mijn lot verbinden aan dat van de armen van deze wereld.” (een zinnetje dat we terugvinden in het wereldberoemde liedje “Guantanamera”, n.v.d.a.) Op 1 mei komen ze in Lima aan. Che ontmoet er dr. Hugo Pesce, een Peruaans wetenschapper, directeur van het nationaal lepraprogramma en een belangrijk marxist. Ze discussiëren verscheidene nachten tot de ochtend. Jaren later zei Che dat deze gesprekken heel belangrijk geweest zijn voor de verandering van zijn houding tegenover het leven en de maatschappij. Op 2 juli bereiken Ernesto en Alberto Bogotà, Colombia. Hij schrijft: “Wat de individuele rechten betreft, is dit land er het ergst aan toe van alle landen die we bezochten. De politie patrouilleert in de straten met het geweer op de schouder en vraagt continu je paspoort te zien, al zijn er een aantal die het ondersteboven lezen. Er heerst een gespannen klimaat alsof er op korte termijn onlusten te verwachten zijn.” Op 17 juli komt hij aan in Caracas. Hij beslist er om naar Argentinië terug te keren om zijn studies geneeskunde af te werken. Hij reist met een vrachtvliegtuig via Miami, waar technische problemen met het vliegtuig hem een maand oponthoud geven. Om te overleven werkt hij als kelner en wast af in een bar. Hij wordt geregeld door de politie opgepakt en ondervraagd. Of hij communist is, of zijn vader of zijn moeder communist zijn. Op 31 augustus is hij terug in Buenos Aires. https://cubanismo.be/nl/artikels/biografie-che-guevara-1-de-jeugdjaren-1928-1951https://cubanismo.be/nl/artikels/biografie-che-guevara-2-eerste-reis-door-latijns-amerika-1951-1952https://cubanismo.be/nl/artikels/biografie-che-guevara-3-tweede-tocht-door-latijns-amerika-1953-1954https://cubanismo.net/nl/artikels/biografie-che-guevara-4-de-sierra-maestra-1955-58https://cubanismo.be/nl/artikels/biografie-che-guevara-5-de-beginjaren-van-de-revolutie-1959-1964https://cubanismo.be/nl/artikels/biografie-che-guevara-6-de-missie-congo-1965https://cubanismo.be/nl/artikels/biografie-che-guevara-7-eindstation-bolivia-1966-1667https://cubanismo.be/nl/artikels/biografie-che-guevara-8-terug-cubaNoten (1) Toespraak ‘De revolutionaire arts’, 19 augustus 1960.

Blijf op de hoogte. Schrijf je in op onze nieuwsbrief.

Restez informé. Abonnez-vous à notre newsletter.