De bekendmaking door Raúl Castro dat hij zijn mandaat als partijleider neerlegt was voor de meeste media de belangrijkste blikvanger van het partijcongres. Maar Raúl had wel nog meer te vertellen.
José Ramón Machado Ventura, de nummer twee van de Cubaanse communistische partij, opende zaterdag het achtste partijcongres. Daarna volgde de openingstoespraak van de nummer één, Raúl Castro, die op het einde aankondigde dat hij zijn mandaat als partijleider neerlegt.
Beiden wezen op de symboliek van de datum van dit congres: precies zestig jaar geleden kondigde Fidel Castro het socialistische karakter van de Cubaanse revolutie af, op de vooravond van de inval in de Varkensbaai (Playa Girón) die op een paar dagen tijd zou worden afgeslagen. De invasie veroorzaakte 3478 doden en 2099 verminkten als gevolg van de poging van de toenmalige VS-regering om de jonge revolutie in de kiem te smoren.
Raúl Castro gaf in zijn openingstoespraak een overzicht van de stand van zaken op binnenlands en buitenlands vlak. Vervolgens stelde hij de drie commissies en respectievelijke discussiepunten voor, vergezeld van zijn kritische bemerkingen.
Beperkte afvaardigingWegens de coronapandemie werd het aantal afgevaardigden beperkt tot 300. Zij werden door de basis verkozen en vertegenwoordigen de meer dan 700 000 partijmilitanten. Het aantal partijleden was sinds 2006 beginnen te slinken, maar die tendens is nu omgebogen met een aangroei van 27 000 nieuwe militanten. 42% van de partijleden is ouder dan 55, zo gaf de 89-jarige Raúl in zijn toespraak mee. Ook de jongerenorganisatie UJC zag haar ledenaantal stijgen, zowel onder studenten als onder jonge arbeiders uit verschillende sectoren.
In de aanloop naar het congres werden de voorbereidende teksten besproken in de provinciale partijafdelingen en daarbij werden ook overheidsfunctionarissen en leiders van de massaorganisaties betrokken. Die discussies leidden tot aanpassingen van de teksten die nu in drie commissies worden behandeld.
Drie commissies voor drie hoofdtakenDe eerste commissie, onder leiding van de eerste minister Manuel Marrero Cruz, zal de sociaal-economische toestand bespreken. Ze zal de uitvoering of toepassing evalueren van de Krachtlijnen voor het sociaal-economisch beleid, het Concept van het Cubaans sociaal-economisch model en van het Strategisch Plan.
De tweede commissie staat onder leiding van José Machado en zal de partijwerking evalueren. De PCC is de bij grondwet vastgelegde enige leidende partij. Maar daarbij staat en valt alles bij de voorbeeldfunctie van de partij. Eenheid én democratie zijn hierbij sleutelbegrippen. En adequaat antwoorden op de ondermijningsprojecten vanuit de VS.
De derde commissie ten slotte wordt voorgezeten door president Miguel Díaz-Canel en zal zich over de kaderpolitiek buigen. Jongeren krijgen meer en meer de leiding in handen, en de huidige president is daarvan een voorbeeld. Maar het werk is nog niet af, waarschuwt Raúl.
Opdracht volbrachtEn dan kondigt hij zijn ontslag als partijleider aan: “Wat mij betreft, beëindig ik mijn taak als eerste secretaris van de Communistische Partij van Cuba, met de voldoening dat ik haar heb volbracht en met het vertrouwen in de toekomst van het land. Ik ben vast van plan om voorstellen om nog hogere partijtaken op te nemen af te wijzen. Ik blijf militeren als een van de vele revolutionaire strijders en bereid om tot het einde van mijn leven mijn bescheiden bijdrage te leveren. Niemand dwingt mij hiertoe, maar ik geloof in de kracht en de waarde van het voorbeeld en in het begrip van mijn landgenoten. Niemand hoeft eraan te twijfelen dat ik, zolang ik leef, klaar zal staan om het land, de revolutie en het socialisme te verdedigen. Met meer kracht dan ooit roepen we: Leve het vrije Cuba, leve Fidel, het vaderland of de dood, we zullen onverwinnen!”Lees hier de integrale toespraak in het Spaans of in het Frans.