De bij referendum massaal goedgekeurde grondwet van 2019 bepaalt dat de Cubaanse Communistische Partij (PCC) de hoogste leidende organisatie van het land is, die de inspanningen om het socialisme op te bouwen organiseert en oriënteert. Het is dus nuttig om even haar plaats in het politieke landschap te verduidelijken.
De PCC telt vandaag een goede 700.000 leden, die in ongeveer 58.000 kernen georganiseerd zijn. 42% van de leden is ouder dan 55 jaar. Het lidmaatschap van de PCC, die sinds 2006 haar ledenaantal zag slinken maar in 2019 afsloot met 27 000 nieuwe leden, gaat gepaard met een grote verantwoordelijkheid. De partij kan haar morele gezag immers maar handhaven dankzij het prestige van het geleverde werk.
Het achtste partijcongres (april 2021) benoemde de (nu 114) leden van het CC, dat de partij tussen twee partijcongressen in leidt. Het CC verkiest op zijn beurt uit zijn midden de (nu 14) leden van het Politiek Bureau (PB), dat de partij tussen de zittingen van het CC aanvoert.
In het PB zetelen partijvoorzitter (eerste secretaris) en president Díaz-Canel, de voorzitter van het parlement en van de Staatsraad Lazo Hernández, vicepresident Valdés Mesa, de secretaris voor organisatie en kaderbeleid Morales Ojeda, defensieminister López Miera, buitenlandminister Rodríguez Parrilla, de secretaris-generaal van de vakbondsfederatie CTC Guilarte de Nacimiento, de directeur-generaal van het Centrum voor Genetica en Biotechnologie Ayala Avila, eerste minister Marrero Cruz, de secretaris-generaal van de vrouwenfederatie FMC Amarelle Boué, secretaris van de Staatsraad Ricardo Guerra, uitvoerend voorzitter van de bedrijfsadministratie López-Calleja, binnenlandminister Alvarez Casas en ten slotte Martínez Verdecia, eerste secretaris van het provinciaal partijcomité in Artemesia.
Uit deze opsomming blijkt duidelijk dat alle politieke topverantwoordelijken in het PB zetelen. Het bureau heeft ook nog een secretariaat tot zijn beschikking, met daarin naast Morales Ojeda ook de hoofden van de departementen Ideologie, Economie, Voedingsindustrie, het departement Industrie, Bouw, Toerisme, Vervoer en Diensten en van het departement Opvoeding, Sport en Wetenschap. Het (uitsluitend uit mannen samengestelde) secretariaat is verantwoordelijk voor de dagelijkse partijleiding en de uitvoering van de besluiten en oriëntaties van haar congressen.
Het CC kwam op 16 en 17 december 2021 bijeen en besprak de organisatieregels van alle partijstructuren en de reglementen rond lid worden, tuchtmaatregelen en ontslag. In de aanloop daartoe werden meer dan 4600 mensen geraadpleegd. Dat leverde 266 voorstellen op, waarvan er 162 werden aanvaard.
Deze herziening van statuten en reglementen moet het politiek werk verbeteren, o.a. op het vlak van de interne democratie (debat), de banden met het volk, een grotere betrokkenheid van de werkers en de strijd tegen subversie en “negatieve verschijnselen” (gebrek aan discipline, partijregels breken, corruptie…). “Rekenschap afleggen” moet een permanente methode worden en partijsecretarissen die defensiecomités voorzitten moeten meer verantwoordelijkheid krijgen.
De massaorganisaties nieuw leven inblazenDe werking van de CDR’s (de comités voor de verdediging van de revolutie) en de FMC (de vrouwenfederatie) vernieuwen en aan de nieuwe omstandigheden aanpassen vormde een ander agendapunt.
CDR en FMC zijn de grootste burgerorganisaties (massaorganisaties) van het land. De CDR’s werden opgericht in september 1960, als wijkcomités om over de veiligheid te waken en sabotage en aanslagen te verhinderen. Later gingen de CDR’s zich bezighouden met o.a. bloeddonaties organiseren, de buurt opknappen, grondstoffen recycleren etc. Het land telt ongeveer 133.000 afdelingen en bijna 8 miljoen leden. Dat zijn natuurlijk niet allemaal actieve leden, en president Díaz-Canel verwees wellicht naar sommigen van hen toen hij zei dat er zich onder de betogers van 11 juli ook “misleide revolutionairen” bevonden. Sinds 2020 staat Gerardo Hernández, een van de Cuban Five, aan het hoofd van de organisatie.
Door hun ledenaantal en inplanting in zo goed als elke wijk zijn de CDR’s bijzonder belangrijk om het volk te mobiliseren, zoals op 17 juli 2021 toen duizenden Cubanen in Havana op straat kwamen om hun steun aan de revolutie te betuigen.
De FMC werd opgericht in augustus 1960. Ze telt meer dan 4 miljoen leden. Ze speelde een voortrekkersrol om de vrouwen in de revolutie te integreren en actief deel te nemen aan de sociale en economische omwentelingen. Ze zet zich in het bijzonder in voor de gelijkheid, emancipatie en gezondheid van de vrouw, tegen seksistische beeldvorming, partnergeweld en homofobie etc.
Volksraadpleging over FamiliewetDe federatie speelde ook een grote rol in de discussie over de nieuwe familiewet, die de deur opent voor het homohuwelijk en adoptie door homo’s, maar vooral de relaties in het gezin en de verhouding tot de samenleving behandelt.
Het nieuwe familierecht moet een afspiegeling zijn van de diverse en pluralistische maatschappij die Cuba geworden is. Het parlement keurde het voorontwerp goed. In februari komt er een brede volksraadpleging, waaraan ook Cubanen in het buitenland zullen kunnen deelnemen. De katholieke en evangelische kerken verzetten zich, en ook de LGBTIQ+ beweging was boos omdat ze vindt dat het grondwettelijk beginsel van non-discriminatie niet aan een referendum moet worden onderworpen. De regering wil hiermee vooral een brede consensus bereiken. Afwachten wat het wordt, maar partij, regering en FMC zijn in ieder geval voor.
Het partijwerk in de wijken versterken begint dan ook met het werk in de CDR en de FMC, zei Miguel Díaz-Canel. Het is de bedoeling dat beide organisatie zichzelf heruitvinden en hun structuren en werking aan de huidige noden aanpassen. CDR en FMC moeten hun leden meer betrekken bij de economische, politieke en sociale programma’s in de gemeenschappen, in overleg met de gemeenteraad en andere sociale sectoren. Ze moeten ook meer gebruikmaken van het onderzoek en de studies van universiteiten en andere wetenschappelijke centra.