OVER HET CUBAANS SOCIALISME

Op 10 april 2021, tijdens het “

Debat over socialisme in de XXIe eeuw”, georganiseerd door de Braziliaanse Arbeiders Partij (PT) bracht de Cubaanse oud minister van cultuur, schrijver en parlementslid, Abel Prieto, een videotoespraak.*: Abel Prieto.° 1950, was minister van cultuur van 1997 tot 2012 en van 2016 tot 2018. Romanschrijver en prof Spaanse taal en literatuur, momenteel directeur van het programma Martí. Ik wil de Braziliaanse Arbeiderspartij en de Stichting Perseu Abramo bedanken voor hun uitnodiging om aan dit debat deel te nemen. Ik verontschuldig mij ook voor de presentatie van mijn opgenomen interventie, aangezien het Zoom-platform in Cuba niet kan worden gebruikt wegens de Yankee-blokkade.

Ik ga geen theoretische uiteenzetting geven maar veel minder omvattend behandelen wat het Cubaanse model van socialisme heeft betekend, dat noch in een laboratorium werd uitgewerkt, noch uit andere ervaringen werd gekopieerd. Het werd ontwikkeld gedurende vele jaren van strijd, van verzet, van frontale botsingen tegen de eerste wereldmacht, haar bondgenoten en lakeien. Ik zal ingaan op enkele punten die ik nuttig acht voor het debat. (1)We moeten beginnen met te zeggen dat de triomf van het socialisme in Cuba iets was dat in geen enkel handboek was voorzien. Een onderontwikkeld Caraïbisch eiland, onderworpen aan de neokoloniale overheersing van de Verenigde Staten, met een beperkte industrie, beperkt tot suikerproductie, nikkel en niet veel anders; met een mager proletariaat en een grote ongeletterde boerenbevolking, die een deel van het jaar werkte, wanneer er geoogst werd, want de rest van de tijd leden zij wat zij “dode tijd” noemden.

Een moedige Communistische Partij, altijd belaagd, met invloed in de vakbondssectoren, maar niet daarbuiten. Een Partij bovendien, gedisciplineerd aanhanger van de oriëntaties van Moskou, die de aanval van Moncada pas begreep lang nadat deze had plaatsgevonden.

Volgens het schematisch marxisme waren er geen objectieve voorwaarden om in Cuba een radicale revolutie te laten plaatsvinden. Maar voor Fidel, Raúl en de andere jonge mannen die de Moncada bestormden, hadden de subjectieve omstandigheden in 1953 een gunstige revolutionaire situatie geschapen.

Er is een schokkende aantekening van Ché in zijn campagnedagboek in Bolivia, precies op 26 juli 1967. Daar zegt hij dat hij die avond de guerrillastrijders “een korte toespraak gaf over de betekenis van 26 juli; rebellie tegen de oligarchieën en tegen de revolutionaire dogma’s”. Een ongelooflijke synthese van de dubbele breuk die de Moncada betekende: het begin van een frontale strijd tegen de reactionaire krachten en een daad die alle dogma’s over hoe een revolutie tot stand te brengen aan stukken blies.

Het zat zo: de Moncada brak alle dogma’s, en de Revolutie die in januari 1959 aan de macht kwam, brak ook alle dogma’s. Mariátegui’s uitspraak dat het socialisme een “heroïsche schepping” in ons land moest zijn, werd in Cuba naar de letter waargemaakt. Fidel verklaarde het socialistische karakter van de Cubaanse Revolutie 60 jaar geleden, op 16 april 1961, op de begrafenis van de slachtoffers van de bombardementen die de opmaat vormden voor de invasie in de Varkensbaai.

Daar zei Fidel dat de imperialisten het ons niet konden vergeven dat wij onder hun neus een socialistische revolutie hadden ontketend. Hij riep de mensen op om zich bij de militiebataljons aan te sluiten. Wij zijn bereid, zei hij, om ons leven te geven voor deze “socialistische en democratische revolutie van de eenvoudigen, met de eenvoudigen en voor de eenvoudigen”. Dat was een moment met een indrukwekkende symbolische lading: het volk mobiliseerde zich in het aangezicht van de dreigende imperialistische aanval, om het vaderland te verdedigen en tegelijkertijd het socialisme te verdedigen.

In twee jaar en iets meer dan drie maanden, dat wil zeggen tussen 1 januari 1959 en 16 april 1961, had het revolutionaire proces de culturele effecten ontmanteld van vele tientallen jaren neokoloniale republiek, van anticommunisme, van McCarthyisme, van verheerlijking van het Yankee levensmodel door alle media.

Het volk leerde wat socialisme werkelijk was, niet door handboeken of scholen voor revolutionair onderricht, maar door de toespraken van Fidel, door het effect van de maatregelen die werden genomen en door de geëngageerde en bewuste deelname aan het proces. Duizenden arbeiders die tijdens de tirannie uit de fabrieken waren verbannen, werden weer in dienst genomen. De huurprijzen werden verlaagd en de stedelijke hervormingswet werd ondertekend. De Agrarische hervormingswetten kwamen ten goede aan de meest uitgebuite en verwaarloosde sector van Cuba: de boeren. Het land was gevuld met scholen en boeken. In één jaar, in 1961, werd het analfabetisme uitgeroeid. (2)De agressiviteit van de Verenigde Staten begon in 1959. De keizerlijke arrogantie voelde zich bijzonder gekrenkt door het verbreken van de afhankelijkheid die ons sinds het einde van de 19e eeuw aan de macht van het Noorden had gebonden en door de nationalisaties van raffinaderijen die weigerden Sovjet-olie te verwerken, van de elektriciteits- en telefoonmaatschappijen, van grote landgoederen, suikerfabrieken en andere Amerikaanse eigendommen op het eiland.

Op 6 juli 1960 ondertekent Eisenhower de wet die de aankoop van Cubaanse suiker door de Verenigde Staten opschort. Op 9 september 1960, worden acht complotten ontdekt om Fidel te vermoorden. Op 3 januari 1961 verbreken de Verenigde Staten de betrekkingen met Cuba en sluiten zij hun ambassade in Havana.

De totale blokkade tegen Cuba werd op 7 februari 1962 door Kennedy opgelegd. Gedurende de 60 jaar van de blokkade heeft Cuba meer dan 930 miljard US dollar verloren. Deze Yankee-belegering treft alle sectoren van de Cubaanse economie met miljoenen dollars verlies en verhindert de toegang tot materialen, producten en diensten van de internationale markt, die van essentieel belang zijn voor het eiland.

Tijdens de Trump-regering werden 240 extra verstikkende maatregelen toegepast, nog perverser in het licht van de pandemie. De regering Biden heeft nog niets veranderd.

Onmiddellijk na de triomf van 1959 begonnen de sabotage, de infiltratie van terroristen, het bombarderen van suikerrietvelden met brandbommen, het kapen van burgervliegtuigen, de aanvallen van piraten op onze kusten, op koopvaardijschepen, op vissersboten, de moord op Cubaanse diplomaten, de financiering van gewapende groepen in de bergen (mensen die boeren, onderwijzers, hele families vermoorden). In 1960 bliezen zij in de haven van Havana het Franse stoomschip La Coubre (nvdr: met wapens uit FN Herstal) op, waarbij meer dan 100 doden en een groot aantal gewonden vielen. Er waren sabotages in raffinaderijen, bioscopen en winkels om een sfeer van paniek te creëren. De meest monsterlijke was de aanval op een Cubaans burgervliegtuig tijdens de vlucht in 1976, die 73 onschuldige levens kostte.

Bij deze acties komen nog de bommen die in 1997 in hotels en toeristische faciliteiten werden geplaatst om het toerisme af te schrikken en ons te beroven van een van de weinige bronnen van buitenlandse valuta waarover wij beschikten. Opeenvolgende regeringen van de VS hebben ook biologische oorlogsvoering tegen ons gevoerd: het Afrikaanse varkenspestvirus; plagen om schade toe te brengen aan tabaks-, suikerriet-, bananen- en bonenplantages, en om de bijenteelt, de konijnenfokkerij en programma’s voor de ontwikkeling van runderen, te ruïneren.

Dengue koorts, gecreëerd in een laboratorium, werd in 1984 in Cuba geïntroduceerd (iets wat werd erkend door een leider van de terroristische organisatie Omega 7). Meer dan 350.000 mensen werden besmet met het virus. 158 stierven, onder wie 101 kinderen. Iets heel wreeds.

Toen de USSR en de landen van het socialistische kamp, onze voornaamste handelspartners, instortten, namen de Yankees opportunistisch en brutaal nieuwe wetten aan om ons tot onderwerping uit te hongeren: de Torricelli- en de Helms-Burton-wetten.(3)De opbouw van eenheid onder revolutionairen is een sleutelfactor geweest voor ons socialisme en voor ons verzet. Drie krachten stonden tegenover de dictatuur van Batista: de Beweging van 26 juli, de Socialistische Volkspartij (communistisch) en het Universitair Studentencorps. Na de triomf van 1959 werd een zeer belangrijk werk verricht om onder hen eenheid te bereiken. Eerst, in 1961, werden de Geïntegreerde Revolutionaire Organisaties gevormd; vervolgens, in 1962, de Verenigde Partij van de Socialistische Revolutie van Cuba, die uiteindelijk in 1965 de Communistische Partij van Cuba werd.

De constructie van deze eenheid is het werk van Fidel. Misschien een van zijn grootste werken. Hij werd hiervoor, zoals voor zoveel andere dingen, geïnspireerd door Martí, die Cubanen die pro-onafhankelijkheid waren, van verschillende generaties verenigde om in 1892 de Cubaanse Revolutionaire Partij op te richten, die de oorlog tegen Spanje en tegen de sinistere plannen van het jonge Noordelijke Rijk zou leiden. De overweldigende steun van het volk voor onze partij kwam tot uiting in het grondwettelijk referendum van 28 februari 2019, waarbij 86,85% van de kiezers de nieuwe Magna Carta goedkeurde. De grondwet omschrijft onze partij als “de georganiseerde voorhoede van de Cubaanse natie” en “de superieure leidende politieke kracht van de samenleving en de Staat”. Het is, zoals duidelijk is, geen electorale partij. Zij draagt geen kandidaten voor de gemeenteraden of voor de Nationale Vergadering voor. Zij geniet groot prestige bij het volk, omdat haar militanten geen enkel voorrecht genieten en moreel verplicht zijn de meest ingewikkelde taken op zich te nemen.

De partij heeft elke uiting van uitsluiting, sektarisme en dogmatisme gecorrigeerd. Op een gegeven moment mochten bijvoorbeeld religieuzen geen lid worden van de partij. Dit werd veranderd, en het was een stap van enorme betekenis. Iets soortgelijks gebeurde met de kwestie van homoseksualiteit, waar vooroordelen bestonden. Jarenlang sloot de Partij deze mensen uit van haar selectie- en toetredingsmechanismen, maar toen traden bekende homoseksuelen toe tot ons Centraal Comité.

In het ontwerp van de nieuwe grondwet, dat wij ter bespreking aan de bevolking hebben voorgelegd, hebben wij het gelijke kansen huwelijk opgenomen. Er waren religieuze sectoren en macho’s die zeer sterk gekant waren tegen de goedkeuring van deze optie. De oplossing die de Commissie van de Nationale Assemblee voor dit probleem vond, was correct: er werd overeengekomen het gelijkgestelde huwelijk op te nemen in de Gezinswet die binnenkort ter stemming zal worden gebracht.(4)Aan het begin van de revolutie geloofden wij dat de nieuwe mens waarover Che sprak voor het grijpen lag. Na verloop van tijd leerden wij dat er naast bewonderenswaardige trekken, naast ware verwachtingen van die gedroomde nieuwe mens, ook zelfzuchtige, kleingeestige standpunten en onaanvaardbare houdingen in het volk bestonden. In de zogenaamde “bijzondere periode” van de jaren ’90 van de vorige eeuw, toen het socialistische kamp ineenstortte en de USSR uiteenviel, bloeiden hier met de crisis de ondeugden op waarvan wij dachten dat ze uitgeroeid waren. Prostitutie en souteneurschap herleefden, vormen van corruptie die veel ernstiger waren dan in andere tijden. Er waren ongetwijfeld ethische tegenslagen.

Dit leidde tot een integrale analyse, in de diepte, van alle onderwijsinstrumenten die wij gebruikten. Er was een gedifferentieerde aandacht van maatschappelijk werkers voor disfunctionele gezinnen. Het werk van de heropvoeding van adolescenten en jongeren verveelvoudigde. Fidel had al eerder opgeroepen tot het rechtzetten van fouten en negatieve tendensen die te zien waren in het beheer van ondernemingen en in de economie in het algemeen. Het was een zware strijd tegen bureaucratie, corruptie en economisme.

Later hebben wij, zoals u ongetwijfeld weet, zeer gedurfde hervormingen op economisch gebied ondernomen, waarbij in ons systeem een aanvullende rol is weggelegd voor niet-overheidsvormen van productie en dienstverlening en buitenlandse investeringen. Natuurlijk blijven de fundamentele productiemodellen in handen van de staat en dat zal ook zo blijven. Het is het socialistische staatsbedrijf, nu met nieuwe bevoegdheden die het een grotere vrijheid van handelen geven, dat het fundament vormt voor het land om vooruit te komen.

Natuurlijk blijft de blokkade door de VS, die door Trump tot onvoorstelbare grenzen is opgerekt, een kolossaal obstakel voor de ontwikkeling van ons land.

Tot onze fundamentele prioriteiten behoren de verhoging van de voedselproductie, het gebruik van de wetenschap op alle gebieden, de vervanging van de invoer, de bouw van woningen met nieuwe methoden, het herstel van het toerisme (voor zover de pandemie dit toelaat) en de succesvolle tenuitvoerlegging van de diepgaande economische hervorming die bekend staat als ‘Project Herordening’, met bijzondere en gedifferentieerde aandacht voor kwetsbare personen. De grondbeginselen van de Cubaanse revolutie, “van de eenvoudigen, met de eenvoudigen en voor de eenvoudigen”, blijven volledig van kracht.(5)De centrale kern van het Cubaanse politieke systeem is de gemeenteraad. De leden worden voorgedragen in buurtvergaderingen, rechtstreeks door de buren, en gekozen door middel van rechtstreekse en geheime stemming door alle inwoners van de gemeente. Kandidaten voor de functie van afgevaardigde in de Nationale Vergadering moeten worden goedgekeurd door elke gemeentelijke vergadering en door de burgers van de gemeente. Zij kunnen allen worden teruggeroepen wegens niet-nakoming van hun verplichtingen als vertegenwoordigers van het volk.

Een bijdrage aan onze participerende democratie komt van de revolutionaire burgermaatschappij. Deze niet-overheidsorganisaties hebben een belangrijke rol gespeeld in het debat onder de bevolking over de meest dringende kwesties en in het vergemakkelijken van de communicatie tussen de bevolking aan de basis en de leiders van de revolutie.(6)De kwestie van de mensenrechten is onophoudelijk gemanipuleerd om Cuba te veroordelen. De belangrijkste schenders van deze rechten in de wereld, zij die genocide plegen en plunderingsoorlogen voeren onder het voorwendsel van export van “democratie”, zij die bloedige dictaturen in alle streken van de planeet hebben gesteund, zij die martelingen hebben gelegaliseerd en toegepast in naam van de heilige “nationale veiligheid”, werpen zich op als rechters van Cuba.

Een fundamenteel mensenrecht: het recht op leven, is steeds de prioriteit van ons socialisme geweest, en de resultaten zijn tastbaar.

De kindersterfte in Cuba, in een jaar dat werd gekenmerkt door Covid19, bedroeg 4,9 per 1.000 levendgeborenen, waarmee wij tot de 35 beste landen behoren.

Mbt de pandemie hoewel we nu een toename meemaken – hebben we één van de laagste sterftecijfers ter wereld.

Zelfs tijdens de zogenaamde “speciale periode” in de jaren negentig verslechterde de zuigelingen en moedersterfte niet.

Universele en gratis gezondheidszorg voor alle burgers zonder uitzonderingUniverseel en gratis onderwijs voor iedereen zonder uitzondering,Het zijn de pijlers van het Cubaanse socialisme.

Het recht op een fatsoenlijke baan, op huisvesting, op toegang tot cultuur, op actieve deelname aan het lot van je land en dat niet via formeel stemmen en steeds geraffineerdere manipulaties, al deze rechten werden en worden gegarandeerd door de Cubaanse Revolutie.(7)Een van de centrale kenmerken van ons socialisme is internationalisme.en de Cubaanse Revolutie zegevierde, vochten de Algerijnen nog steeds tegen het Franse kolonialisme. Cuba stuurde een schip met wapens voor de Algerijnse strijders en dat schip keerde terug met honderd weeskinderen die op ons eiland werden opgevangen en opgeleid. Na de overwinning van Algerije in 1962 was dit het eerste land dat uit solidariteit medische hulp kreeg van Cuba. In 1963 namen Cubaanse internationalistische strijders deel aan de verdediging tegen Marokko’s agressie tegen Algerije.

De Cubaanse Revolutie heeft een beslissende rol gespeeld in Afrika, bij het behoud van Angola als soevereine staat, bij de onafhankelijkheid van Namibië en bij de ontmanteling van de apartheid. Tijdens zijn bezoek aan ons land in 1991, sprak Mandela over hoe wij in Afrika “gewend zijn het slachtoffer te zijn van andere landen die ons grondgebied willen verscheuren of onze soevereiniteit ondermijnen. En hij voegde eraan toe: “

Cubaanse internationalisten hebben een bijdrage geleverd aan onafhankelijkheid, vrijheid en gerechtigheid die in Afrika die zijn weerga niet kent, vanwege de principes en onbaatzuchtigheid die ze kenmerkt.”

Mandela zei ook iets anders, zeer verstrekkend: het internationalisme is niet het exclusieve patrimonium van het Cubaanse leiderschap; het behoort toe aan alle mensen. In het geweten van de Cubaanse bevolking wortelde het idee dat het ondersteunen van andere volkeren, met dokters, met leraren, met soldaten, deel uitmaakt van een elementaire revolutionaire plicht.

Ik herinner mij dat in Nicaragua, in de tijd dat de Yankees via de “contra” een smerige oorlog tegen de Sandinisten voerden, een Cubaanse leraar in een conflictueuze regio werd vermoord; en dat de volgende dag 100.000 leraren zich spontaan vrijwillig aanmeldden om in dezelfde regio de plaats van de vermoorde leraar in te nemen. Toen de orkaan Katrina in 2005 New Orleans verwoestte, werd in Cuba het Henry Reeve-contingent opgericht en kreeg de Amerikaanse regering 1600 artsen aangeboden om naar de VS te reizen om te helpen, maar zij aanvaardden het niet. Zij gaven er de voorkeur aan die humanitaire ramp te laten voortduren in plaats van zich te vernederen door hulp te ontvangen van zo’n verfoeide vijand.

Guatemala, verwoest door de orkaan Stan; Pakistan, na de verschrikkelijke aardbeving die de regio Kashmir trof; Haïti, slachtoffer van aardbevingen, orkanen en epidemieën zoals cholera; Sierra Leone, Liberia en Guinee Conakry, met de dodelijke uitbraak van Ebola; al deze landen kregen steun van het Henry Reeve-contingent. Cubaanse artsen hebben geholpen in de strijd tegen Covid-19 in vele delen van de wereld. Hoewel de reactionaire mediamachine heeft geprobeerd hen in diskrediet te brengen, hebben onze artsen overal lessen van edelmoedigheid en solidariteit achtergelaten.

Het internationalisme van Cuba heeft zich ook gemanifesteerd in de opleiding van artsen in ons land. Van 1960 tot op heden heeft Cuba meer dan 37.200 gezondheidswerkers uit 147 landen opgeleid.

De hulp van Cuba aan de kinderen die getroffen werden door de explosie van de kerncentrale in Tsjernobyl, Oekraïne, is een uiting van solidariteit die ons trots maakt.

Een van de gebieden waarop de superioriteit van het socialisme boven het kapitalisme het duidelijkst naar voren komt, is dat van de gezondheid. Als de farmaceutische industrie een bedrijf is, als gezondheidsdiensten een bedrijf zijn, als de patiënt als klant wordt gezien, wordt alles een macabere grap. De pandemie heeft de tragedie van het neoliberalisme op een zeer dramatische manier aan het licht gebracht. De ongelijkheid is groter dan ooit tevoren. De zwaksten, de gediscrimineerden, de inheemsen, de immigranten, zij die op straat leven of in ongezonde krotten of onder bruggen of in tunnels, zijn door de ziekte in het nauw gedreven en voorbestemd om zonder genezing op de dood te wachten. Op dit moment staat het neoliberale “ieder voor zich” centraal in de strijd om vaccins.

Sommige waardige intellectuelen hebben een rechtvaardiger post-pandemische wereld voorspeld, waarin ideeën van gelijkheid en rechtvaardigheid zich een weg zullen banen door de puinhopen van de catastrofe. Ze zijn misschien te optimistisch. Die superieure wereld na de pandemie zal grotendeels afhangen van wat degenen onder ons die voor het socialisme strijden, kunnen doen. Zelden heeft Rosa Luxemburg’s uitspraak “socialisme of barbarij” zoveel betekenis gehad.

Anderzijds wint het neofascisme aan kracht, organiseert het zich, rekruteert opnieuw boze en wanhopige mensen, bevordert het racisme, xenofobie, fanatisme. Toen in januari 2003, op een internationale manifestatie over Martí, te midden van Bush’ wereldkruistocht tegen het terrorisme, buitenlandse bezoekers aan Fidel vroegen wat er gedaan kon worden, zei Fidel: “zaai ideeën, zaai geweten”. Hij herhaalde het drie keer.

Ik geloof dat wij met dit rondetafelgesprek ideeën en bewustzijn zaaien. En dat moeten we blijven doen. Dank u wel. Abel Prieto, Havana, 10 april, 2021.

Neue Welt

Blijf op de hoogte. Schrijf je in op onze nieuwsbrief.

Restez informé. Abonnez-vous à notre newsletter.